Een bord met boter

Half zoveel ijzer in het vlees van nu dan in dat van 1950. Vier keer minder calcium in de broccoli. Honderd keer minder vitamine C in de appels. Een tiental onderzoeken tussen 1997 en vandaag tonen aan dat de voedingswaarde van onze levensmiddelen aanzienlijk verslechterd is. En dus vroegen wij ons af of er in 1950 echt gezonder werd gegeten? Met de hulp van specialisten hebben we de gerechten van toen opnieuw op tafel getoverd – van het ontbijt tot het avondeten (p. 28). Het minste wat je kan zeggen, is dat onze jonge medewerkers wat uit hun lood geslagen waren: “zware kost, zeg!”

1950. De naoorlogse samenleving straalt weer geluk uit en leeft op het ritme van de innovaties. Pastinaak en andere oorlogskost worden gebannen, samen met de sombere herinneringen. Boter, uit de spiksplinternieuwe koelkast, krijgt een glansrol toebedeeld en is een symbool van rijkdom. Na alle ontberingen gaan we toch geen calorieën tellen, zeker? Wit brood willen we eten, verdorie!

De jaren ’50 staan voor sensualiteit en de rondingen van Sylvana Mangano. Die je je maar moeilijk kan voorstellen in een van die snobby detox-biorestaurants met een kommetje quinoa van €25. In de fifties is een gezonde eetlust een goede eigenschap, ook al zijn de extra kilo’s dat niet, wat we er ons ook mogen van herinneren. Denk maar aan de foto’s van Doisneau en Cartier Bresson: daarop zijn niet opvallend meer mollige figuren te zien dan vandaag. In die tijd hadden mensen meer lichaamsbeweging. Dat compenseerde ongetwijfeld.

Als we de vergelijking doortrekken, zien we dat de keuken in 1950 nog heel erg van eigen bodem is en minder gevarieerd dan nu. Wie kende toen de kiwi of de mango? Olijven, look, paprika’s? Reizen en opeenvolgende immigratiegolven zullen daar verandering in brengen, maar niet onmiddellijk. Pasta wordt heel lang met suiker (én boter) gegeten. De tafelgewoonten liggen even strak vast als de roklengte: ’s middags eet je warm, ’s avonds boterhammen met hesp of kaas. En die gewoonten houden, ondanks het aanstormend jong geweld, stand. “Wat is dat toch met de jeugd van vandaag die altijd weer iets nieuws op de boterham wil!” ergerde mijn moeder zich in de jaren ’70 toen we in staking gingen tegen het sneetje gouda (met mosterd). Maar gaandeweg hebben moeders zich overgeleverd aan yoga en sojasaus. Het leven is veranderd. Het groenterek bulkt nu het hele jaar door van de aardbeien, en soms zijn ze nog lekker ook. Al zijn we vandaag weer geneigd om ze enkel nog in het aardbeienseizoen te eten. Dat is milieubewuster. En goedkoper. Was het vroeger beter? Nee, het was alleen maar anders.

ANNE VANDERDONCKT

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content