Duid de aan juiste begunstigde

De levensverzekering is een populair product en een handig instrument voor successieplanning. Een recente wet stelt orde op zaken in de wisselwerking tussen uw levensverzekering en het erfrecht.

Bij de levensverzekering staat het in leven zijn van de verzekerde op een bepaalde datum, zijn overlijden voor een bepaalde datum of zijn overlijden ongeacht de overlijdensdatum (men spreekt dan van een ‘levenslange’ verzekering) centraal.

Zoals bij elke verzekering zijn er ook bij de levensverzekering traditioneel drie partijen. De verzekeringnemer (die de verzekering afsluit), de verzekerde (op wiens hoofd – lees: leven – het zich voordoen van de verzekerde gebeurtenis berust) en de begunstigde (aan wie de uitkering toekomt). Precies de – al of niet verkeerde – aanduiding van de begunstigde heeft al heel wat inkt doen vloeien. Geen wonder, want er hangt heel wat van af.

Baas over uw eigen contract

De verzekeringnemer kan één of meer begunstigden aanduiden en kan ze ook wijzigen of herroepen. Maar eenmaal de begunstigde aanvaard heeft (via een bijvoegsel bij de polis, met handtekening van de begunstigde, de verzekeringnemer en de verzekeraar), is herroepen niet meer mogelijk. De aangewezen manier om de begunstigde van uw levensverzekering te wijzigen is door het tekenen van een avenant bij uw bestaande polis. Het kan ook via testament. De begunstiging moet immers worden bewezen via een geschrift. Een testament is een geschrift en komt dus in aanmerking.

Bezint voor u bedingt

De overdracht van een vermogen via een levensverzekering gebeurt in essentie via de aanduiding van de begunstigde. Dat op de juiste manier doen is dan ook cruciaal.

Wist u dat er een wezenlijk verschil is naargelang u uw kinderen in het algemeen dan wel bij naam aanwijst? Vermeldt u ‘ de kinderen’, dan komt het verzekerde kapitaal toe aan al wie de hoedanigheid van kind heeft op uw sterfdag, dus ook kinderen die geboren zijn nadat u uw verzekeringspolis hebt afgesloten. En als een van uw kinderen voor u overlijdt, dan nemen zijn/haar kinderen via plaatsvervulling de plaats van hun overleden ouder in. Hebt u bijvoorbeeld twee kinderen en een verzekerd kapitaal van euro 100.000, dan zal euro 50.000 naar uw kind gaan dat nog in leven is en euro 50.000 naar de kinderen van uw vooroverleden kind. Vermeldt u ‘mijn twee kinderen, Dirk en Els’,dan is er geen plaatsvervulling. Wordt er na het afsluiten van de polis nog een kind geboren dan zal dit geen recht hebben op een deel van het kapitaal.

Als de echtgenoot en de kinderen (al dan niet bij naam) gezamenlijk als begunstigden worden aangewezen, komt het uitgekeerde kapitaal voor de helft aan de echtgenoot toe en voor de andere helft aan de kinderen (tenzij u anders bedongen heeft).

Nogal wat verzekeringspolissen voorzien in een cascade van begunstigden. Een klassieker is: eerst de echtgenoot, bij gebreke, de kinderen, en tenslotte bij gebreke de wettige erfgenamen. Soms vergeet de verzekeringsmakelaar te vragen of de verzekeringnemer een testament heeft gemaakt waarin hij specifieke legatarissen heeft aangeduid. Weet dat dergelijke polissen op vraag van de belanghebbenden, bijv. uw testamentaire erfgenamen, aangevochten kunnen worden voor de rechtbank en nietig kunnen worden verklaard.

Standaardclausules bron van twisten

De vaak gebruikte clausule ‘de wettige erfgenamen’ geeft aanleiding tot tal van juridische betwistingen. De impact van de clausule is inderdaad verschillend van de formule die ‘de nalatenschap’ als begunstigde aanstelt.

Stelt men in zijn verzekeringspolis zijn wettige erfgenamen als begunstigde aan, dan moet men goed beseffen dat het kapitaal dat zij ontvangen uit de levensverzekering niet in de nalatenschap van de verzekeringnemer terechtkomt en dat het erfrecht hier-op dus niet van toepassing is.

Gevolg: alle wettige erfgenamen (inclusief die via plaatsvervulling) zullen een gelijk deel van het uitgekeerde verzekeringskapitaal krijgen (zelfs als er een testament is dat iets anders zegt), tenzij u het uitdrukkelijk anders vastlegt in de verzekeringspolis.

Enkele voorbeelden:

U hebt twee kinderen, Dirk en Els. Met Els is uw relatie totaal verzuurd en u hebt dan ook beslist om haar erfdeel via testament te beperken tot haar reserve. Uw testament bepaalt dat al uw bezittingen bij uw overlijden moeten verdeeld worden als volgt: twee derden voor Dirk en een derde voor Els. U had voor de opmaak van uw testament al een levensverzekering met als begunstigde ‘mijn wettige erfgenamen’ en u hebt deze clausule sinds de opmaak van uw testament niet aangepast. U verwacht immers dat de ongelijke verdeling tussen uw kinderen zoals georganiseerd in uw testament ook geldt voor uw levensverzekering. Niets is minder waar (althans tot 5 maart 2012 of 4 maart 2014 – zie verder). Het uitgekeerde verzekeringskapitaal zal volgens het contract aan uw beide kinderen toekomen, in gelijke delen.

Uw wettige erfgenamen zijn uw echtgenote en twee kinderen. Op grond van de spelregels van het erfrecht maakt uw echtgenote aanspraak op het vruchtgebruik van uw bezittingen en uw kinderen op de blote eigendom. U hebt een levensverzekering met als begunstigde ‘mijn wettige erfgenamen’. Het verzekerde kapitaal zal – anders dan wat het erfrecht voorschrijft – in gelijke delen naar uw echtgenote en kinderen gaan, dus elk een derde in volle eigendom.

Anders is het wanneer u uitdrukkelijk ‘de nalatenschap’ als begunstigde aanwijst. Dit is trouwens wettelijk sowieso het geval als u geen begunstigde aanwijst. In dit geval maakt het uitgekeerde verzekeringskapitaal wel deel uit van de erfenis van de verzekeringnemer en zullen de erfgenamen het kapitaal ontvangen volgens de regels van het erfrecht of volgens het testament, als dat er is.

TIP Als u ‘de nalatenschap’ aanduidt als begunstigde, hoeft u niet telkens de begunstigingsclausule aan te passen. Een wijziging van uw testament volstaat.

Nieuwe wet

Gelukkig brengt de Wet van 13 januari 2012 (verschenen in het Staatsblad van 24 februari 2012) hierin verandering. De bedoeling is vooral dat de wil van de overledene voortaan gerespecteerd wordt. De wet last een nieuw artikel 110/1 in de Wet Landverzekeringsovereenkomst in. Dat luidt als volgt:

“Wanneer de wettige erfgenamen als begunstigden worden aangewezen zonder bij name te zijn vermeld, is – onder voorbehoud van tegenbewijs of andersluidend beding – de verzekeringsprestatie verschuldigd aan de nalatenschap van de verzekeringnemer“.

Dit artikel heeft dus tot gevolg dat de verzekeringsprestatie, wanneer de wettige erfgenamen als begunstigden zijn aangewezen zonder dat ze bij naam vermeld worden, in de nalatenschap valt. Tenzij natuurlijk de verzekeringnemer uitdrukkelijk heeft bedongen dat hij dit niet wenst. Concreet heeft de nieuwe wettekst tot gevolg dat:

als er geen testament is, de begunstigden van het verzekeringskapitaal de wettige erfgenamen zijn, die het kapitaal voortaan volgens de regels van het erfrecht ontvangen (dus rekening houdend met plaatsvervulling) en dus niet volgens gelijke delen. Dit houdt ook in dat de wettige erfgenamen de nalatenschap zullen moeten aanvaarden om aanspraak te kunnen maken op het voordeel van de levensverzekeringspolis. Bovendien zullen ook de schuldeisers van de overledene hun schulden kunnen verhalen op het kapitaal.

als er wel een testament is, het verzekeringskapitaal (aangezien het voortaan in de nalatenschap valt) verdeeld wordt volgens de testamentaire bepalingen, waarbij er eventueel nog iets overblijft voor de wettige erfgenamen.

Eric Spruyt, notaris-vennoot Berquin Notarissen, docent K.U. Leuven en HUB

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content