Draadloos onder dokterstoezicht

Krijgt uw arts binnenkort automatisch een signaal als uw ademhaling onregelmatig verloopt, uw hartritme gekke sprongen maakt of uw bloedsuikerspiegel al te zeer schommelt? De kans is reëel. Proefprojecten voor chronische patiënten tasten al volop de mogelijkheden en grenzen van de telegeneeskunde af.

Helemaal nieuw is de idee van telegeneeskunde niet. De voorbije jaren doken er regelmatig berichten in de media op over de ontwikkeling van toestellen en softwareapplicaties voor medische controle vanop afstand. Enkele opvallende incidenten in de sportwereld toonden ook in de praktijk hoe zoiets verloopt. Zo kreeg enkele seizoenen geleden profvoetballer David Van Loo onder het oog van de televisiecamera’s een hartstilstand op het veld. Hij zakte bewegingloos in elkaar om enkele seconden later weer te ontwaken, na een stroomstoot van zijn ingeplante defibrillator. De speler hoefde nadien niet naar zijn cardioloog professor Pedro Brugada te bellen. De gegevens over wat er zich op dat moment precies in de getroffen hartspier had afgespeeld, waren op zijn computer af te lezen.

Intussen zint de telegeneeskunde op nog veel ruimere toepassingen: van automatisch medicatie bijsturen tot en met rolstoeldetectie via gps. Richard Van den Broeck, directeur van Unamec, de Belgische federatie van de industrie van medische technologieën weet waarover hij praat: “Telegeneeskunde biedt al tal van mogelijkheden voor hartpatiënten, diabetici, mensen met nierfalen, enz. Deze patiënten moeten vaak geruime tijd in het ziekenhuis verblijven om hun toestand van dichtbij te evalueren. Met behulp van telemonitoring kan een groot deel van hen ook thuis worden opgevolgd. Zeker als het gaat om mensen van wie de behandeling op punt staat. Er bestaan al tal van toestellen, sensoren en computerapplicaties die parameters als de bloeddruk, bloedsuikerspiegel of insuline tijdens en na de behandeling meten.”

De arts behoudt de leiding

Al die medische gegevens worden via een beveiligd netwerk doorgestuurd naar specialisten – artsen of verpleegkundigen – die ze interpreteren en waar nodig actie ondernemen. Dat vergt een hele organisatie en tal van praktische afspraken.

Bij Unamec volgen ze de nieuwe technologische ontwikkelingen op de voet en zien ze het toepassingsgebied almaar uitbreiden. “Telegeneeskunde is vertrokken van toepassingen voor hartpatiënten en diabetici. Vandaag lopen er wereldwijd ook onderzoeken naar zelfmonitoring van mensen met kanker en neurologische aandoeningen. De toestellen nemen de rol van de arts niet over. De gegevens moeten steeds door een medisch specialist worden geanalyseerd en de beslissing over de behandeling blijft absoluut in handen van de arts. Alleen hoeft hij de patiënt niet meer constant persoonlijk te zien”, verduidelijkt Van den Broeck.

Dankzij deze technologie kan er ook beter preventief worden gewerkt. “Als bepaalde bloedwaarden afwijken, kan de arts sneller ingrijpen. En voor de patiënt is het een hele geruststelling dat hij thuis kan blijven en zich toch de klok rond bewaakt voelt. Ook de psychische impact valt niet te onderschatten. Wanneer patiënten hun sociale leven thuis kunnen verder zetten, werkt dat positief op het genezingsproces. De overgrote meerderheid van zij die de kans krijgen om de behandeling via telemonitoring thuis verder te zetten, gaat hier trouwens op in.”

Doelgerichter geneeskunde

Als telegeneeskunde doorbreekt, zal dit een totale ommekeer betekenen in onze manier van naar de dokter gaan. Vandaag bellen we zelf voor een afspraak. De beslissing ligt grotendeels in onze handen, in overleg natuurlijk met de arts. Bij telegeneeskunde is het de arts en zijn team die autonoom zullen bepalen wanneer een controle of consultatie nodig is.

“Bij mensen die vandaag via telemonitoring thuis worden gevolgd, verloopt dat proces nu al anders. De arts volgt dag na dag hun medische evolutie vanuit het ziekenhuis en kan patiënten met afwijkende waarden sneller op consult vragen. Mensen van wie de ziekte goed onder controle is, moeten dan weer niet nodeloos naar het ziekenhuis voor een check-up. In theorie moet dit op termijn leiden tot minder maar meer doelgerichte raadplegingen en dus minder medische overconsumptie”, aldus Van den Broeck.

Praktische bezwaren

Dat telegeneeskunde in ons land nog niet ingeburgerd is, heeft te maken met de vele addertjes onder het gras. Zo moet de kwestie van de juridische aansprakelijkheid nog worden uitgeklaard. “Stel, een stroompanne zorgt ervoor dat de informatiestroom onderbroken raakt. De patiënt, die zich veilig gemonitord waant, krijgt op dat moment een fatale hartritmestoornis en de arts ontvangt hierover geen gegevens. Volgt de heikele vraag wie hiervoor aansprakelijk moet worden gesteld. Momenteel is daar geen duidelijkheid over. Dat staat een toepassing op grotere schaal in de weg. Zal men trouwens kunnen garanderen dat deze technologie, hoe goed ook, altijd onfeilbaar werkt? Zelfs in ziekenhuizen valt niet 100 procent uit te sluiten dat er technische fouten optreden”, vreest Van den Broeck.

Ons land voorziet op dit moment ook geen vergoedingen voor artsen die patiënten vanop afstand monitoren. Wil een arts betaald worden voor zijn werk, dan moet hij volgens de ziekteverzekering de patiënt nog altijd in levende lijve zien. Patiënten die voor hun medische behandeling in teleprojecten stappen – ook al worden die proefprojecten apart gefinancierd – krijgen evenmin een terugbetaling door de ziekteverzekering. Ook hier zijn wettelijke aanpassingen nodig om de deur naar telewerken voor dokters en hun patiënten te openen.

Verder vraagt de stap naar telemonitoring ook bijkomende inspanningen van de chronisch zieke, zijn familie of de mantelzorgers. Zij moeten worden gecoacht om te leren werken met de nieuwe technologie waarmee ze thuis aan de slag moeten. Behalve de technische kneepjes moet de patiënt die zichzelf screent ook weten hoe en wanneer hij moet meten.

“Het meten van de bloeddruk bijvoorbeeld, moet zoveel mogelijk in dezelfde omstandigheden gebeuren. En zeker niet na een zware fysieke inspanning of een copieuze maaltijd. Dat beïnvloedt de resultaten en kan onnodig voor onrust zorgen. Voor deze patiëntenopleidingen zullen eveneens zorgverleners of deskundigen moeten worden ingeschakeld.”

Chemokuur thuis

Verwacht wordt dat het aantal mensen dat in aanmerking komt voor telegeneeskunde de komende jaren zal exploderen. Van den Broeck: “Kanker is in een aantal gevallen uitgegroeid tot een chronische aandoening. Patiënten kunnen via een infuuspomp op afstand zowel chemo als morfineproducten voor pijnbestrijding toegediend krijgen. Er bestaan infuuspom- pen die tegelijk een aantal parameters in het bloed van de patiënt meten. Die gegevens worden via internet of een bluetooth verbinding naar de computer van de arts in het ziekenhuis gestuurd, die kan ingrijpen of de doses aanpassen. Hij kan de huisarts of een thuisverpleegkundige ter plaatse sturen of in bepaalde gevallen de pomp vanop afstand anders instellen.

Vandaag zie je aan elke ziekenhuisingang patiënten rondhangen met infuuspomphouders. Een groot deel van die groep zal via telegeneeskunde zijn behandeling in de toekomst thuis kunnen voortzetten. “Moderne infuuspompen kan je tegenwoordig bij wijze van spreken gewoon in je broekzak meenemen. Je kan er de deur mee uit, zonder dat iemand het merkt. Patiënten die zich beter voelen, krijgen zo meer bewegingsvrijheid. Via mobiel internet kunnen ze ook buitenshuis worden gevolgd.”

Nierdialyse tijdens de slaap

Ook voor nierdialyse zijn de teletoepassingen de kinderschoenen al ontgroeid. Heel wat patiënten experimenteren vandaag al met nierdialyse thuis. “Dat gebeurt via een aangepast dialysetoestel dat wel vrij groot is maar het enorme voordeel heeft dat de patiënt geen hele dagen meer in het ziekenhuis moet slijten. Behalve het toestel, krijgt de patiënt nierdialysezakjes geleverd die hij – na een opleiding – zelfstandig thuis kan gebruiken. Het nierdialysetoestel meet tegelijk een heel aantal bloedwaarden die naar het ziekenhuis worden doorgestuurd. In bepaalde gevallen komt de arts aan huis bij de patiënt om de waarden te controleren.”

“Nierdialyse thuis heeft ook het grote voordeel dat ze ’s nachts kan gebeuren terwijl de patiënt gewoon doorslaapt. Daardoor raakt hij minder uitgeput en kan hij zijn dag aan andere dingen besteden. Heel wat thuisdialysepatiënten kunnen hierdoor zelfs deeltijds of voltijds blijven werken. Dat levert tal van sociale voordelen op en ook voor de ziekteverzekering is het winstgevend. Thuisdialyse is maar liefst 40 procent goedkoper dan ziekenhuisdialyse.”

Ethische discussie

Andere toepassingsgebieden die experimenteel worden afgetast zijn de behandeling van neurologische aandoeningen als de ziekte van Parkinson, waar patiënten met ingeplante neurostimulators op afstand worden gemonitord. Voor de telemonitoring van dementen via thuiszorgorganisaties gaat in Bouge bij Namen een project van start. En wat te denken van rolstoelen met telemonitoring? De nieuwe generatie wandelwagens wordt uitgerust met een gps die ook signalen kan terugzenden. Rolstoelgebruikers die de weg kwijt raken of onderweg in moeilijkheden komen, kunnen snel worden getraceerd door familie of verzorgers.

“Bij de nieuwe toepassingen die in snel tempo op ons af komen, moet de levenskwaliteit de leidraad blijven. Technologie mag niet dienen om kost wat kost te overleven. Naarmate de technologische mogelijkheden toenemen, belooft dat een moeilijke ethische discussie te worden. Want hoe spitsvondig de toepassingen ook, we zullen nooit alle menselijke organen en functies door slimme technologie kunnen vervangen. We mogen geenszins verkeerde verwachtingen wekken”, waarschuwt Van den Broeck.

Kari Van Hoorick

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content