© FRANK BAHNMÜLLER

Dora helpt het Rode Kruis

Je zou haar gerust een supervrijwilliger van het Rode Kruis kunnen noemen. Om de twee weken doneert Dora (59) plasma, tweemaandelijks ontvangt ze de bloedgevers in het donorcentrum van Gent en af en toe bemant ze een Rode Kruisstand op evenementen als Helper. Haar engagement begon toen haar zoon 22 jaar geleden uit het leven stapte. Vier dagen bloed, plasma en bloedplaatjes konden hem helaas niet redden, maar Dora besefte dat ze met háár bloed wel anderen kon helpen. “Ik wou aan de dood van mijn zoon iets positiefs overhouden. Dat heeft tijd gevergd. Op zo’n moment leef je in een roes. Maar met bloed en plasma geven, ben ik al snel na zijn dood begonnen. Die structuur – plasma kon je toen om de tien dagen geven – heeft me geholpen. Ik deed dat heel consequent, het hield me op de been.”

Twintig jaar later moest Dora ongewild op brugpensioen. “Ik wilde met de vrijgekomen tijd iets nuttigs doen. Ik heb me bij het Rode Kruis aangemeld als vrijwilliger.” Op zaterdagen dat het donorcentrum open is, houdt Dora de cafetaria op orde en staat ze bloedgevers te woord. “Vanuit mijn eigen ervaring kan ik mensen informeren. Ik probeer hen ook te overtuigen om plasma te geven, want de vraag wordt steeds groter, onder meer voor kankerbehandelingen en de productie van medicijnen.”

Dora heeft intussen ook een diploma Eerste hulp en Helper op zak. “Als Helper heb je wat meer verantwoordelijkheid. Ik sta op hulpposten op grote evenementen en moet snel kunnen inschatten welke hulp iemand nodig heeft. We zijn geen artsen of verpleegkundigen, maar je moet wel weten of iemand een beroerte heeft of een hartstilstand, of er mogelijk drugs in het spel zijn,... Hoe correcter de info die je doorgeeft aan de spoeddiensten, hoe beter een persoon geholpen kan worden. Ik heb veel voldoening van mijn vrijwilligerswerk. Ik kom graag onder de mensen, daarvoor doe ik het. Maar ik ben er ook van overtuigd dat mijn hulp en mijn plasma al mensenlevens hebben gered.”

Dora helpt het Rode Kruis
© WIM KEMPENAERS

Paul Swinnen deelt informatie

Een informatiekeling, zo noemt Paul Swinnen (54) zichzelf. Hij verzamelt fanatiek informatie over allerlei onderwerpen en deelt ze via de website voordeelsites.be. “Ik heb dat met de paplepel meegekregen. Mijn vader had een abonnement op het Staatsblad en bewaarde ringmappen vol artikels. Bij uitzonderlijke gebeurtenissen nam hij de nieuwsuitzendingen van televisie op. Ik weet zelfs niet of hij er achteraf nog naar keek.” Paul Swinnen doet nu precies hetzelfde, met dat verschil dat hij zijn informatie deelt. “Toen het internet nog niet zo alomtegenwoordig was, heb ik verschillende beurzen georganiseerd: over bijverdienen, over veiligheid en beveiliging, over originele ideeën voor Valentijn,... Ze hadden niet allemaal evenveel succes – soms denk je dat je het warm water hebt uitgevonden, en blijkt het uiteindelijk lauw – maar ik vond het fijn om mensen op die manier te informeren.”

Nu kan dat veel makkelijker via een website. “Uiteraard vind je veel informatie via google, maar vaak moet je al goed weten waar je precies naar op zoek bent. Bovendien staan sommige interessante websites pas op pagina vijf in de zoekresultaten. Zo ver scrollen de meeste mensen niet. Doordat ik dagelijks alle interessante weetjes, apps en websites bijhoud, kan ik informatie delen die je niet zo snel vindt via zoekrobots. Er zit ook iets zorgends in: ik geloof dat ik mensen een beetje kan helpen door hen goed in te lichten.”

“Een website is nooit af”, weet Paul. “Ik heb hem voornamelijk geordend volgens de verschillende levensfasen die iemand doormaakt. Maar af en toe maak ik een nieuwe pagina aan, over ecologie of eenzaamheid bijvoorbeeld, omdat ik daar net veel over gelezen heb in de media. Ook wanneer ik op vakantie ben, neem ik de tijd om het nieuws uit te pluizen. Ik heb toch een beetje FOMO – Fear of Missing Out. Je zou zo maar eens een interessante app moeten mislopen omdat je twee weken je computer niet hebt opgestart!”

Dora helpt het Rode Kruis
© FRÉDÉRIC RAEVENS

André Herry ondersteunt ex-daklozen

De organisatie Straatverplegers helpt daklozen in Brussel van straat af te raken. Eens ze een dak boven hun hoofd hebben, is er een belangrijke rol weggelegd voor buddy’s die hen geregeld bezoeken. “Ik volgde een opleiding aan het Instituut voor Tropische Geneeskunde om mensen in het buitenland te helpen, toen ik kennismaakte met de organisatie”, zegt André Herry (60). Ik besefte dat ook in eigen land mensen hulp nodig hebben. Omdat ik psychiatrisch verpleger ben, bood ik mijn diensten aan als vrijwilliger.” In 2012 kwam André in contact met een dakloze die was ondergebracht in een woon-zorgcentrum. “Tijdens de eerste ontmoetingen kwam er een verpleegkundige van Straatverplegers mee. Ze laten je niet aan je lot over. Het klikte meteen met de man die ik begeleid. In het begin was het niet altijd makkelijk. Ik moest na een wandeling door de stad geregeld met hem onderhandelen om terug naar het WZC te keren. Voor iemand die jaren buiten heeft geleefd, is de straat de vrijheid. Ze hebben dan wel een onderdak en eten, maar bij de minste tegenslag lonkt de straat. Want daar bevindt zich hun sociale netwerk. Het is onze taak om hen een nieuw netwerk te bieden en alarm te slaan als het fout loopt.”

De kameraad van André – want zo beschouwt hij de man die hij al zes jaar begeleidt – is altijd naar zijn nieuwe thuis teruggekeerd en stelt het goed. “Maar ik blijf hem bezoeken. We hebben een band opgebouwd. Het is niet omdat het goed gaat, dat je die persoon laat zitten. Dankzij hem heb ik zaken ontdekt die ik anders nooit had leren kennen. Een (ex-)dakloze kan moeilijk duidelijk maken wat hij wil, wat hem interesseert. Als hij eten en drinken heeft, is hij al lang content. Maar op elke hint die hij tijdens gesprekken gaf, ben ik ingegaan. Zo hebben we een daguitstap naar zee gemaakt, gaan we geregeld bowlen en naar het theater of circus. Dat deed ik voordien nooit – misschien was dat wel een gat in mijn cultuur.”

www.straatverplegers.org

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content