Diabetici beter omkaderd

Diabetes neemt wereldwijd epidemische vormen aan. In één jaar tijd is het aantal diabetici met 22% gestegen. Waaraan is dat te wijten en wat kunnen we ertegen doen?

De verontrustende stijging van het aantal diabetes-patiënten (lees ook ‘Diabetes in cijfers’) is toe te schrijven aan drie belangrijke factoren: toenemend overgewicht, sedentair leven en de vergrijzing van de bevolking.

Tweede vaststelling: de overgrote meerderheid van de diabetespatiënten (85 tot 95%) lijdt aan type 2 diabetes, vroeger ouderdomsdiabetes genoemd omdat de piekincidentie ervan tussen 60 en 70 jaar lag. Door gebrek aan lichaamsbeweging en toenemend ernstig overgewicht komt deze vorm van diabetes echter meer en meer voor bij patiënten jonger dan 40 jaar en zelfs bij adolescenten en kinderen.

Verschillende types diabetes

Diabetes of suikerziekte wordt gekenmerkt door een gestegen suikergehalte in het bloed, in vaktaal hyperglycemie genoemd (lees ook ‘Nieuwe criteria’). Bij deze aandoening is de glucose- of suikerstofwisseling van bloed en weefsels ontregeld. Daardoor loopt het fout bij de omzetting van suikers uit voeding in energie voor de verschillende lichaamscellen.

Bij diabetes wordt steeds een onderscheid gemaakt tussen type 1 en type 2.

Type 1 diabetes wordt gekenmerkt door een auto-immune vernietiging van de bètacellen in de pancreas, die verantwoordelijk zijn voor de insulineproductie met als gevolg: te weinig insuline. Patiënten met deze vorm van diabetes moeten insuline inspuiten om de glucose in hun bloed en weefsels op peil te houden. Diabetes type 1 ontwikkelt zich meestal over een korte periode, waarbij snel klachten optreden.

Type 2 diabetes wordt gekenmerkt door een insulineresistentie. De insuline is er wel, maar de patiënt lijkt er ongevoelig voor te zijn. Gevolg daarvan is dat de bètacellen overgestimuleerd worden om meer insuline te produceren en uiteindelijk uitgeput geraken. Pas wanneer de insulinesecretie onvoldoende is, zal de glycemie stijgen en ontstaat diabetes. De ontwikkeling van type 2 diabetes verloopt meestal langzaam. De behandeling van deze vorm van suikerziekte berust in de eerste plaats op het aanpassen van de leefgewoonten en het nemen van orale antidiabetesmedicatie. In een verder stadium moeten deze patiënten soms een of meermaals per dag insuline spuiten.

Het exacte mechanisme is nog niet gekend, maar algemeen wordt aanvaard dat een complexe wisselwerking tussen aanleg en omgevingsfactoren de insulineresistentie en -secretie beïnvloedt. Zwangerschapshormonen doen bijv. de insulineresistentie aanzienlijk toenemen, wat aanleiding kan geven tot zwangerschapsdiabetes. Andere belangrijke elementen die de insulineweerstand verhogen zijn overgewicht en sedentair leven. En daar wringt tegenwoordig het schoentje! Aan de erfelijke aanleg kan men niets veranderen. Wel kan men het ontstaan van de aandoening voorkomen of op zijn minst lang uitstellen door gezond te leven: gezonde en evenwichtige voeding, overgewicht voorkomen en voldoende bewegen.

Type 2 diabetes is vaak een onderdeel van ‘een metabool syndroom’, waarbij naast insulineresistentie en de daaruit voortvloeiende diabetes, ook een verhoogde bloeddruk, abdominale vetopstapeling en dyslipidemie (verhoging van een of meer bloedvetten: lipiden, cholesterol, triglyceriden) worden vastgesteld.

Welke tekens?

De kenmerken van hyperglycemie treden meestal geleidelijk aan en relatief traag op. Volgende symptomen kunnen op een verhoogde bloedsuikerspiegel wijzen en moeten een alarmbelletje doen rinkelen:

veel drinken

veel plassen

droge tong of plakkerige mond

onverklaarbare vermoeidheid

verlies van eetlust, misselijkheid en buikpijn

moeilijk genezende wonden

vermageren, zelfs bij een normale eetlust

krampen, tintelingen of pijn in voeten of benen

herhaalde schimmelinfecties van vagina of penis

herhaalde blaasontstekingen

Hyperglycemie niet zonder gevolgen

Indien onbehandeld of onvoldoende behandeld, leidt een verhoogde bloedsuiker tot de aantasting van zowel de grote als de kleine bloedvaten, die nauwer en minder soepel worden (net zoals gebeurt bij te veel cholesterol, roken en hoge bloeddruk). Dit heeft tot gevolg dat:

mensen met diabetes twee tot drie maal meer risico hebben op hart- en vaatziekten (met hartinfarct en hersentrombose als grootste risico’s)

diabetes de belangrijkste oorzaak is van blindheid bij volwassenen

diabetes verantwoordelijk is voor zo’n derde van de gevallen van ernstig nierfalen (met dialyse en eventueel niertransplantatie tot gevolg)

veel mannelijke diabetespatiënten met impotentie kampen

diabetes een van de meest voorkomende oorzaken van amputaties is.

Behandeling is maatwerk

De tijd dat een diabetesbehandeling zich enkel toespitste op de bloedsuikerwaarden is helemaal voorbij (lees ook ‘De aanpak van diabetes in België’). Een goede behandeling van zowel de hyperglycemie als de andere risicofactoren is immers essentieel voor de levenskwaliteit van elke diabetes-patiënt. Het gaat bij deze behandeling om een langetermijnplanning die specifiek op elke individuele patiënt moet worden afgestemd.

Een goede bloedsuikerregeling (door bloedsuikerverlagende medicatie of insuline) is een eerste vereiste. Maar daarnaast moeten ook de overige risicofactoren voor hart- en vaatlijden gecorrigeerd worden door gezonde voeding, lichaamsbeweging, behandeling van hoge bloedvetten en van hoge bloeddruk en rookstop. Dit vergt een globale aanpak waarbij realistische, maar niettemin doeltreffende streefdoelen moeten worden vastgelegd. De behandelende arts en de overige leden van het diabetesteam zullen, in overleg met de patiënt, bepalen welke doelen men met de behandeling nastreeft.

Minstens vier maal per jaar zal de arts al deze waarden laten bepalen en met de patiënt overlopen in hoeverre met de gekozen behandeling de streefdoelen worden bereikt. In bijzondere omstandigheden, bijvoorbeeld wanneer nog geen stabiele regeling van de glycemie werd bereikt, wanneer door ziekte of andere factoren de insulineresistentie toeneemt, kunnen frequentere controles door de arts noodzakelijk zijn.

De diabeteseducator

Tussen de bezoeken aan de arts of het diabetesteam, is een degelijke zelfcontrole erg belangrijk. Bij weinig aandoeningen is de inzet van de patiënt zo belangrijk als bij diabetes. Daarom is het fundamenteel dat hij inzicht heeft in de ziekte en betrokken is bij de behandeling. Vandaar dat diabeteseducatie een vak apart werd. Een diabeteseducator is een verpleegkundige, diëtist, podoloog,... die hiervoor een speciale opleiding heeft gevolgd. Hij of zij moet diabetici uitleg geven over alle aspecten van de ziekte, hen aansporen tot een gezondere voeding en meer lichaamsbeweging, en hen ook helpen bij het aanleren van technische zaken zoals zelf de glycemie bepalen of insuline spuiten.

Verwikkelingen

Zoals eerder al aangehaald, kan een bloedsuikerspiegel die onvoldoende onder controle is, door aantasting van de bloedvaten, tot tal van verwikkelingen leiden.

De ogen. Diabetes kan de oorzaak zijn van een ooglensvertroebeling, maar nog bedreigender zijn de netvliesletsels die tot blindheid kunnen leiden.

De nieren. De nieren bestaan uit duizenden kleine filtertjes die in feite een kluwen zijn van fijne bloedvaatjes. Wanneer de nieren aangetast worden gaan ze overmatig eiwitten afscheiden. Nieraantasting wordt meestal opgespoord door een zogenaamde microalbuminuriebepaling (opsporen van zeer kleine hoeveelheden van het eiwit albumine in de urine).

De zenuwen. Diabetes kan de prikkelgeleiding via de zenuwbanen verstoren. Lange zenuwbanen zijn kwetsbaarder dan kortere, vandaar dat de klachten vaak beginnen in de voeten. Ze variëren van een soort gevoelloosheid tot een jeukerig, branderig gevoel. Door het minder voelen van druk of pijn kunnen ernstige wonden ontstaan die door de slechtere bloedvoorziening bovendien erg moeilijk genezen.

Hart en bloedvaten. Vernauwing van de kransslagaders kan tot angor en later tot een hartinfarct leiden. Het dichtslibben van een bloedvat in de hersenen kan een hersentrombose veroorzaken. Slagadervernauwing in de benen geeft aanleiding tot claudicatio of pijn in de kuiten tijdens het stappen.

Huid. Studies hebben aangetoond dat ongeveer 30% van alle diabetes-patiënten ooit een huidaandoening ontwikkelt die verband houdt met hun diabetes. Diabetische dermopathie uit zich als ovale donkerrode vlekjes van 0,5 tot 1 cm diameter die achteraf een lichtbruin litteken nalaten en die hoofdzakelijk voorkomen op het scheenbeen. Daarnaast bestaan er nog een aantal huidaandoeningen die typisch verband houden met diabetes.

Mond. Een slechte regeling van de bloedsuiker zorgt voor een verminderde algemene weerstand en vergroot de kans op ontstekingen in de mond. Omgekeerd geldt dat ontstekingen, ook in de mond, een ongunstige invloed hebben op de diabetesregeling en bijgevolg een glycemie die netjes onder controle was, kunnen verstoren.

Voorts werden er ook nog verbanden gelegd tussen diabetes en slaapapneu, komt een Dupuytrencontractuur en een carpaaltunnel- syndroom ter hoogte van de handen vaker voor bij diabetes en hebben diabetici meer kans op het ontwikkelen van vasculaire dementie.

Leen Baekelandt

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content