Diabetes type 2 : gooi uw leven om!

Overal ter wereld stijgt het aantal gevallen van diabetes type 2. “Een epidemie”, zo noemt de Wereldgezondheidsorganisatie die ontwikkeling. Nochtans kunnen de ziekte en haar nare gevolgen voorkomen of uitgesteld worden door simpele veranderingen in de levensstijl.

Diabetes, dat is te veel suiker in het bloed hebben”, verduidelijkt diabetoloog en endocrinoloog dr. André Bodson. “Suiker of glucose is de belangrijkste brandstof voor onze cellen, zoals benzine voor een motor. En om in die cellen te komen, heeft glucose insuline nodig.”

Insuline is een hormoon dat door onze pancreas of alvleesklier aangemaakt wordt. Het doet dus dienst als sleutel die de deur opent waardoor de suiker in ons bloed – voornamelijk afkomstig uit onze voeding – in de cellen kan doordringen. Daar wordt die suiker dan in energie omgezet. Maar als er te weinig of geen insuline voorradig is, of als die stof niet goed werkt, stapelt de glucose zich op in het bloed. Dan is er sprake van diabetes en dat is een chronische ziekte. De patiënt moet dan leren leven met zijn ziekte. Genezen zal hij niet.

Twee soorten diabetes

Er zijn twee vormen van diabetes. Als de pancreas helemaal geen insuline aanmaakt, is er sprake van diabetes type 1. Dat is het geval bij zo’n 2 op 10 diabetici. Type 1 slaat plots toe, vaak al in de kindertijd, en vereist een dagelijkse toediening van insuline. Het is een auto-immuunziekte waarvan de oorzaak niet duidelijk is.

De meeste mensen lijden echter aan diabetes type 2. In hun geval maakt de pancreas nog altijd insuline aan, maar ofwel slecht werkende, ofwel te weinig. In dat geval hoeft de patiënt geen insuline geïnjecteerd te krijgen, in ieder geval niet meteen (zie verder). Deze vorm van diabetes uit zich op volwassen leeftijd en is gelinkt aan overgewicht.

Type 2: almaar vaker en jonger

Volgens de Wereldgezondheidsorganisatie zouden vandaag wereldwijd zo’n 180 miljoen mensen aan diabetes lijden. Dat cijfer zal in 2030 verdubbeld zijn als niets ondernomen wordt om de plaag in te dijken. “In België zijn er ongeveer 400 000 diabetici, type 1 en type 2 samen, door een dokter vastgesteld of niet. Het is immers zo dat ongeveer de helft van de mensen met diabetes type 2 niet beseffen dat ze aan de ziekte lijden.”

De stijging van het aantal diabetici in de wereld is zo goed als volledig te wijten aan het almaar vaker voorkomen van diabetes type 2. En dat is een gevolg van een te calorierijke voeding, overgewicht en te weinig beweging. Vroeger werd diabetes type 2 vooral tussen 50 en 55 jaar vastgesteld. Maar door de stijgende welvaart en een veel rijkelijker voedingsaanbod doet diabetes almaar jonger zijn intrede, soms al rond de dertig jaar. “Dat is heel onrustwekkend”, zegt dr. Bodson. “Niet alleen omdat het aantal diabetici daardoor enorm toeneemt, maar ook omdat de kans op complicaties groter wordt naarmate iemand langer aan de ziekte lijdt.”

Waarom de diagnose zo laat komt

In tegenstelling tot diabetes type 1, doen de symptomen van type 2 er langer over om tevoorschijn te komen. Typische kenmerken zoals nauwelijks lesbare dorst, vermageren of herhaaldelijke infecties treden vaak pas jaren later op. “Het is een sluipende vorm”, onderstreept dr. Bodson. “De situatie verslechtert heel geleidelijk en in de beginfase zijn er nauwelijks symptomen. Pas later, als de ziekte al veel verder gevorderd is, komen de klachten. Dat kan pas tien jaar later zijn, en het gebrek aan behandeling gedurende die tijd maakt een patiënt bijzonder gevoelig voor complicaties.”

Toch kan diabetes type 2 soms toevallig ontdekt worden, nog voor de symptomen optreden. Zo kan bijvoorbeeld een verhoogd suikergehalte in bloed of urine vastgesteld worden bij een jaarlijks onderzoek door de huisarts, een toevallig onderzoek door een arbeidsgeneesheer of de voorbereiding op een operatie. Ook onrechtstreekse complicaties kunnen argwaan wekken: herhaaldelijke infecties van de urinewegen (en gynaecologische aandoeningen bij vrouwen), opstoten van bronchitis, keelontstekingen, vermoeidheid of een wonde die maar slecht geneest. Een ander, maar zeldzamer teken dat er iets fout loopt, is als er al snel een typische diabetesklacht zoals achteruitgang van het gezichtsvermogen optreedt.

Wie loopt er meer risico?

De risicofactoren voor type 2 zijn:

n erfelijkheid: een vader, moeder, broer of zus die aan diabetes type 2 lijdt.

n zwangerschapsdiabetes hebben gehad of een kind van meer dan 4 kilo ter wereld gebracht hebben.

n lijden aan metaboolsyndroom (combinatie van te veel buikvet, hoge bloeddruk en te veel triglyceriden in het bloed).

n bepaalde geneesmiddelen op basis van cortisonen (bijvoorbeeld tegen reumatoïde artritis) of oestrogeen (hormoonsubstitutie voor vrouwen in de menopauze) gebruiken of gebruikt hebben

“Dat betekent echter niet dat mensen die tot de risicogroep behoren, lijdzaam moeten wachten tot de ziekte uitbreekt”, zegt dr. Bodson. “Ze kunnen de ziekte vertragen door te vechten tegen overgewicht, een gezonde levensstijl aan te nemen en aanverwante aandoeningen – hoge bloeddruk, te veel cholesterol,... – te vermijden. Daarnaast is een jaarlijks medisch onderzoek wenselijk.”

Patiënten kennen nu de complicaties

“Te veel suiker in het bloed houdt in dat die glucose zich overal gaat vastzetten”, verduidelijkt dr. Bodson. “Op de wand van kleine bloedvaatjes in de ogen (wat tot slechter gezichtsvermogen en zelfs tot blindheid kan leiden), het hart (hartaanval), de nieren (nierfalen) en de zenuwbanen van de onderste ledematen. Dat noemen we in het jargon microangiopathie.”

Maar ook de grote bloedvaten lopen gevaar. “Dan hebben we het over macroangiopathische complicaties. Zoals aderverkalking, wat in extreme gevallen gangreen kan veroorzaken en amputaties noodzakelijk kan maken.”

Gelukkig komen drastische gevolgen van diabetes als blindheid en amputaties almaar minder voor in de westerse samenleving. Patiënten weten immers hoe langer hoe beter waarover het gaat en kunnen daardoor ook beter dat soort complicaties vermijden. “Daardoor mogen we hopen dat het aantal zware complicaties in de toekomst nog verder zal dalen.” Niettemin is diabetes in ons land nog altijd de belangrijkste oorzaak van blindheid.

Gezond leven + medicatie

Diabetes type 2-patiënten hebben er alle belang bij zich zo goed mogelijk te verzorgen. De grootste bekommernis is het stabiel houden van de bloedsuikerspiegel, in functie van voeding en fysieke inspanningen. “Het al dan niet opduiken van complicaties hangt daar volledig van af. De behandeling berust daarom in de eerste plaats op een aanpassing van de levensstijl: een gepersonaliseerd dieet (opgesteld door arts of diëtist), gewichtsverlies en minimaal anderhalf tot twee uur beweging per week. Tegelijk moet de patiënt andere cardiovasculaire risicofactoren uitschakelen, zoals hoge bloeddruk en roken.

“Als dan de bloedsuikerspiegel nog moeilijk te beheersen blijft, moet de patiënt medicatie nemen. Er zijn twee soorten: één soort stimuleert de pancreas om meer insuline te produceren, de andere zorgt ervoor dat de insuline beter werkt.”

Door een gezondere levensstijl en aangepaste medicatie kan de patiënt zijn diabetes jarenlang beheersen zonder dat er extra insuline moet worden toegediend. “Maar soms wordt dat uiteindelijk toch noodzakelijk, als de pancreas versneld aftakelt. Zodra de pancreas niet genoeg insuline meer aanmaakt, wordt de patiënt afhankelijk van insulinespuitjes, soms bovenop de medicatie die hij al neemt.”

Nauwlettende controle blijft noodzakelijk

Diabetespatiënten moeten nauwlettend opgevolgd worden, waarbij de behandelende arts een strikte procedure volgt. Om de drie maanden controleert hij het gewicht, de bloedsuikerspiegel (nuchter en/of niet nuchter) en het gehalte geglyceerde hemoglobine in het bloed. De waarden van die laatste meting geven aan hoe de diabetes zich de laatste drie maanden ontwikkeld heeft. Verder gaat de arts de aanwezigheid van suiker in de urine na (nuchter en niet nuchter) en de bloeddruk.

Om de zes maanden vindt dan een uitgebreid bloedonderzoek plaats en wordt ook de werking van de nieren nagegaan.

Ten slotte ondergaat de patiënt elk jaar een oogonderzoek, een elektrocardiogram en een gedetailleerd bloedonderzoek, een analyse van de nierfunctie en eventueel ook een elektromyografie, dat is een spierkrachtmeting van de onderste ledematen.

Patiënt, arts én partner

Van zijn kant moet ook de patiënt zelf zijn lot in handen nemen door dagelijks zijn urine te controleren aan de hand van teststrookjes en twee tot vier keer per week met een meettoestelletje bloed te prikken. Belangrijk is daarbij dat de patiënt leert zijn levenskwaliteit optimaal te houden. “Maar ook de kwaliteit van de relatie tussen arts en patiënt blijft erg belangrijk, vindt dr Bodson. Dat – én een partner die ook bij de ziekte betrokken wordt – vormen de beste garantie op een probleemloos leven met diabetes type 2. n

Meer info krijgt u bij de Vlaamse Diabetes Vereniging: www.diabetes-vdv.be, infolijn: 0800 96 333

Gwenaëlle Ansieau

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content