“Denk toch eens na!”

Zijn fameuze bles van weleer is Kurt Van Eeghem al jaren kwijt, maar de zwier en de passie zijn gebleven. Net als zijn unieke stijl en zijn inventieve woordenschat.

Plus Magazine: De naam Kurt van Eeghem staat voor een bepaalde stijl. Wat betekent dat voor u?

Kurt Van Eeghem: Dertig jaar geleden kreeg ik aan de Studio Herman Teirlinck les van Wannes Van de Velde. Hij leerde ons dat een muzikant of artiest een bepaalde stijl moet hebben, een zekere herkenbaarheid, duidelijkheid. Bij Wannes is dat zeker het geval, hij hoeft maar twee noten te spelen en je herkent hem meteen. Ofschoon ik mezelf niet als een artiest beschouw, eerder een entertainer, denk ik dat ik door de jaren heen ook mijn stijl heb gevonden: een bepaalde toon, een manier van praten en presenteren. Mensen of organisaties die mij contacteren, om een debat te modereren bijvoorbeeld, weten dat ze kiezen voor die stijl. Hij is het resultaat van dertig jaar ervaring en achtergrond. Want stijl is veel meer dan louter een stijlfiguur, meer dan uiterlijk vertoon.

Het grote publiek leerde u kennen als presentator van het popprogramma Hitring. Daar zette u een dandy-typetje neer dat veel stof deed opwaaien.

Voor ik Hitring maakte, had ik al zeven jaar theater gespeeld en stukken geschreven. Maar voor het grote publiek is dat niet belangrijk, je bent pas iemand als je op de televisie komt. Zo werd ik dus geboren in 1980, met Hitring en ben ik in 1999 gestorven, toen de laatste aflevering van De Drie Wijzen de ether inging.

Voor de presentatie van Hitring kroop ik in de huid van Raphaël Goossens, een decadente flodderaar die hield van champagne en limousines, en die voor zijn plezier een programma maakte. Ik had me voor het typetje op de choreograaf Sergei Diaghilev geïnspireerd, want in die tijd was ik in de ban van de surrealisten en de ‘Ballets Russes’ uit het begin van de 20ste eeuw. Dat figuurtje werd meteen opgepikt door het publiek en is een eigen leven gaan leiden.

De draak steken met allerhande personaliteiten, zoals wijlen koning Boudewijn, deed u dat om te provoceren?

Helemaal niet. Ik ben misschien een fou du roi, maar de nar was in het verleden ook vaak de enige die de koning spottend op de korrel nam. Ik ben niet tegendraads en ik kwets de mensen niet graag, maar sta wel kritisch in het leven. Dat is mijn taak. Elke maatschappij heeft mensen nodig die aan de zijlijn toekijken en geregeld commentaar geven. Ik heb er niet voor gekozen om het mezelf moeilijk te maken, maar de moeilijkste weg is vaak de interessantste. En een nar moet zelf ook tegen een stootje kunnen.

In uw opiniestukken, radiocommentaren en boeken spaart u de roede voor de Vlamingen niet.

Wat ik zie stemt me niet altijd vrolijk. Ik hekel de zelfgenoegzaamheid die in dit landje heerst. Ik vind het fantastisch dat het ons goed gaat, maar de mensen zijn zo gelukkig met hun materiële weelde dat de gesprekken over niets meer gaan. Voor velen draait alles rond uitstraling, aura, de maatschappelijke ladder. Terwijl wij eigenlijk parvenu’s zijn, wij komen allemaal uit een boerenbroek geschoten. Wie teruggaat in zijn geschiedenis komt steevast in een Vlaams agrarisch landschap terecht. Maar we doen alsof we cultuurmensen zijn met honderden jaren geschiedenis. Dat is onzin en dat wreekt zich, want we hebben die culturele achtergrond niet. Daarom is uiterlijk vertoon zonder diepgang de enige manier waarop we ons een aureool kunnen aanmeten. Daar wil ik tegen ten strijde trekken. Ik wil de mensen zeggen: denk toch eens na, wees kritisch. We raken ingedommeld omdat de meesten van ons te veel geld hebben. Ondertussen vergeten we dat het ooit anders is geweest. Nog niet zolang geleden trokken meer dan één miljoen Vlamingen naar Wallonië om in de putten te gaan werken, anderen waagden de oversteek naar de States of Canada. Toen waren wij de migranten. Nu wordt ons land verrijkt door al die nationaliteiten, reageer daar dan toch positief op! Ik krijg het op mijn heupen van de ons-soort-mensenmentaliteit. Iedereen sluit zich op in ‘zijn soort’. We moeten meer respect betonen voor elkaar.

Trouw is nog zo’n begrip dat u vaak in de mond neemt. Niet bepaald hip in deze tijd.

Ik geloof sterk in trouw: aan een stijl, aan een vriendschap, aan afspraken en principes. Ik ben ervan overtuigd dat die gezonde degelijkheid van trouw de toekomst is. Dat wil niet zeggen dat alle mensen voor de rest van hun leven onvoorwaardelijk en tegen hun zin bij mekaar moeten blijven. Maar trouw is het tegenovergestelde van wantrouw, het woord dat de westerse beschaving misschien het best tekent. Er heerst een enorm wantrouwen tegenover alles en iedereen.

Sinds u de televisie vaarwel hebt gezegd werkt u voor de radio. Is dat een medium dat u beter ligt?

Ik werk nu voor een kleinere groep mensen, maar heb het beter naar mijn zin. Mijn publiek bestaat uit luisteraars met een brede culturele interesse, maar ik heb de indruk dat de groep mensen die zich met het immateriële bezighouden, is teruggelopen. In de theaters, op concerten kom je altijd dezelfde mensen tegen. Dat heeft ook veel met ons onderwijs te maken, waarin we alles wat immaterieel is hebben afgeschaft. Naar mijn mening zijn de twee belangrijkste vakken op school geschiedenis en taal. Geschiedenis om te weten waar je vandaan komt, en taal om te communiceren met elkaar. Maar gaandeweg verliezen zij terrein ten voordele van vakken die een direct nut hebben voor de bedrijfswereld, terwijl ik ervan overtuigd ben dat iemand met een goede algemene basis op de werkvloer interessantere zaken kan bewerkstelligen.

Mijn moeder had de boeken van Stijn Streuvels gelezen, er was een gemeenschappelijke culturele bagage. Nu praten wij veel over Claus, maar wie kent zijn werk nog? Wie heeft zijn boeken gelezen of zijn stukken gezien? De jongeren zijn daar het slachtoffer van, zij snakken naar meer kennis. Dat merk ik duidelijk bij mijn leerlingen op het conservatorium.

Dragen de media daarvoor geen verantwoordelijkheid?

Natuurlijk, je kent maar wat je voorgeschoteld wordt. Ik beken dat ik, als onderdeel van de media, deze vervlakking mee in de hand heb gewerkt. Op televisie zie je het showgehalte toenemen. Waar gaan we naartoe als zelfs het nieuws satire wordt? Duidingsmagazines moeten in de eerste plaats kritisch zijn en degelijke informatie brengen. Het is een goede zaak dat de politiek de laatste decennia van zijn schavot is gedonderd, maar ook politici verdienen respect want het is een hondenjob. Nu leven we in een maatschappij die de politiek verkettert. Straks zijn er geen kandidaten meer die deze noodzakelijke verantwoordelijkheid op zich willen nemen. Geef die mensen ten minste respect, net zoals je vuilnismannen die hun werk doen respecteert.

U bent de kaap van de 50 al even gepasseerd maar u gaat keihard door?

Ik ben in de fleur van mijn leven. Ik ben klaar om de volgende 15 jaar nog zinvolle dingen te gaan doen want ik hou echt van mijn werk. Ik wil verder schrijven, verder werken voor de radio en voor televisie, hoofdzakelijk rond klassieke muziek. Ik heb het druk omdat ik het zelf zo wil, maar ondertussen slaag ik er steeds beter in om af en toe uit de mallemolen te stappen. Dan ben ik echt lui, maar steeds met een boek in de aanslag. Op een terrasje de werken op de Antwerpse Leien gadeslaan bijvoorbeeld. Ik woon er vlakbij en begrijp dat de mensen zich er dood aan ergeren, men heeft zich daar erg aan verga-loppeerd. Maar over enkele jaren lopen we rond in een nieuwe stad. We arriveren met de HST in de nieuwe tunnel onder het Centraal Station en als we over de heraangelegde Leien wandelen fonkelen in de verte de zilveren puntdaken van het nieuwe gerechtsgebouw in het zonlicht. Dat kan de verzuurde Antwerpenaar toch niet onberoerd laten! n

Filip Godelaine

“Ons land wordt verrijkt door al die nationali-teiten. Reageer daar dan toch positief op!”

“Politici verdienen ten minste respect, het is een hondenjob”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content