Delen, ruilen, lenen, weggeven en upcyclen

Waarom iets kopen als je het net zo goed kan lenen of ruilen? En waarom niet delen of weggeven wat je amper gebruikt of teveel hebt? Anders gaan consumeren belooft de trend van 2016 te worden. Tijd voor een trip langs de deeleconomie.

Heb je een tuin waarvan het onderhoud je meer geploeter dan plezier verschaft, een auto die vaker stilstaat dan hij rijdt en toestellen die meer stof vergaren dan klussen klaren, dan kan je misschien overwegen om te delen of te ruilen? “Steeds meer mensen ontdekken de voordelen en het gemak van anders consumeren”, bevestigt trendwatcher Herman Konings. “Voorwerpen die af en toe nuttig zijn, maar die je hooguit een paar keer per jaar gebruikt – zoals de boormachine, de hogedrukreiniger, het tuingereedschap of de schuurmachine – worden almaar vaker gratis gedeeld door groepjes buren of via internetplatforms zoals www.peerby.be. Of lokale initiatieven, waar je meteen kan zien wie wat in de aanbieding heeft in je buurt. Door dit rechtstreekse uitwisselen tussen mensen bespaar je tijd en geld én je haalt vaak de banden met andere buurtbewoners aan.”

Deze beweging werd in gang gezet door twintigers en dertigers die een heel andere visie op consumeren hebben ontwikkeld. Zij wonen kleiner en in de stad, waardoor het ook om praktische redenen niet mogelijk is om alle toestellen zelf te stockeren. “Je hoeft niet alles zelf te kopen en te hebben. Want de meeste mensen hebben geen boormachine nodig, wel een gat in hun muur. Niet het bezit van maar de toegang tot iets, is wat telt”, legt ervaringsdeskundige Barbara Janssens van het Netwerk Bewust Verbruiken uit.

Generaties

Herman Konings: “Dit past ook in de tijdsgeest van deze jongere generatie die minder gehecht is aan materiële zaken en meer geeft om authentieke ervaringen. Zij wisselen bijvoorbeeld liever van deelauto dan jarenlang met dezelfde eigen wagen te rijden.”

Maar ook andere generaties gaan stilaan overstag. “Uit onderzoek blijkt dat ze ook hun ouders, de vijftigplussers, laten kennismaken met de voordelen van deze deelsystemen. De drempel verlaagt, zeker als het om gebruiksvoorwerpen of om diensten gaat, zoals het aanbieden van zelfbereide maaltijden. Op websites zoals www.thuisafgehaald.be, waar hobbykoks de resultaten van hun kookkunst aanbieden, zijn al heel wat babyboomers actief. Zo leveren overtollige maaltijden een extra centje op, heb je minder afval, oogst je er direct waardering mee en leidt dit vaak tot nieuwe sociale contacten.”

Privacy

Maaltijden, tuin- of klusmateriaal delen is nog niet hetzelfde als je eigen wagen, je tuin of je huis openstellen voor anderen. Herman Konings: “Klopt. Niet iedereen wil daarin even ver gaan. Je privacy delen door bijvoorbeeld je logeerkamer open te stellen, ligt voor velen al een stuk lastiger. Net als het delen van je wagen. De grenzen verschillen, maar deze trend is geen tijdelijk fenomeen. We verwachten dat de deeleconomie de volgende 10 tot 15 jaar nog verder zal uitbreiden. Het leven wordt duurder, grondstoffen worden schaarser waardoor we sowieso duurzamer moeten consumeren. Dit wordt natuurlijk niet de nieuwe hoofdeconomie, wel een handig aanvullend circuit.”

Barbara Janssens van Netwerk Bewust Verbruiken verwacht dat naast particulieren ook bedrijven de voordelen van anders consumeren gaan ontdekken. “Zeker op het vlak van dienstverlening. Vandaag kopen we een wasmachine en wanneer die stukgaat, gooien we ze weg omdat een reparatie duurder kost. Dat kan duurzamer. Sommige bedrijven denken eraan om grote huishoudtoestellen te leasen, waarbij je als gebruiker een jaarlijks huurgeld betaalt, waarin ook het onderhoud zit vervat. Fabrikanten hebben er in zo’n systeem alle baat bij om machines te ontwerpen die zo lang mogelijk meegaan.”

Start to... delen, ruilen!

Hoe begin je eraan? Televisiejournaliste Annemie Struyf (54) had geen ervaring, tot ze de vraag kreeg om meter te worden van de campagne Dertig dagen dingen delen‘. “Tot je 50ste ben je veel bezig met het vergaren van allerlei spullen. Ik liep al een poos rond met het gevoel dat veel van die bezittingen ergens ook ballast zijn, waar ik mij wilde van ontdoen. Daarom zag ik het meteen zitten om een maand te experimenteren met weggeven, delen en ruilen”, legt Annemie Struyf uit.

“Ik heb vijf kinderen en nu de oudsten het nest verlaten, mogen er ook dingen weg. Ik ruimde niet alleen mijn huis op, maar ook mijn geest. Er kwam letterlijk meer ruimte en zuurstof. Maar met respect voor mijn spullen. Ik kon vroeger moeilijk afscheid nemen van sommige bezittingen omdat daar een verhaal of een emotie aan vasthing, die ik dan zou kwijt raken. Nu bekijk ik dat anders: net omdat ik van dat kleedje, die kast of dat boek hou, wil ik dat die dingen een tweede leven kunnen leiden en anderen evenveel plezier schenken. Intussen heb ik al heel wat deelinitiatieven leren kennen en ik vind het hoe langer hoe zinvoller.”

Toch waren niet alle ervaringen een schot in de roos. “Je moet uitzoeken wat echt bij jou past. Zo had ik het voornemen om 30 dagen zonder portemonnee te leven en wat ik nodig had te betalen met ruilmiddelen. Ik had een zakje samengesteld met onder meer juwelen en handwerk uit Afrika. Dat bleek erg tijdrovend en bovendien had ik het gevoel dat dit teveel op bedelen leek. Ik heb thuis ook een upcycling workshop georganiseerd, waarbij je oude of kapotte toestellen leert ombouwen tot iets nieuw. Fantastisch voor handige mensen, maar ik ben geen knutselaar.”

“Wat mij wel heel gelukkig heeft gemaakt, is het bibliotheekkastje dat ik buiten aan mijn huis heb geposteerd. Ik stopte er bewust goede boeken in, die ik niet meer zou herlezen. Ik geloof oprecht dat als je waardevolle dingen geeft, je ook kwaliteit terugkrijgt. Voorbijgangers mogen een exemplaar uitkiezen en laten in ruil een boek van zichzelf achter. De eerste dag zat ik vanachter mijn raam gespannen te kijken of iemand zou halthouden. Intussen loopt het prima en word ik elke avond verrast op een verse voorraad leesvoer. Mijn Little Free Library leidt ook tot leuke ontmoetingen met buren, kinderen en wandelaars. Dat kost geen geld en het brengt een positieve interactie op gang.”

Naast ruilen ontdekte Annemie ook wat weggeven doet. “Bij het opruimen heb ik heel wat spullen bewust weggeschonken aan mensen van wie ik wist dat ze er blij mee zouden zijn. Dat geeft je zelf ook een heel goed gevoel. Dit experiment heeft in elk geval mijn ogen geopend. Toen mijn man onlangs een hogedrukreiniger wilde kopen om het terras te reinigen, was mijn reflex: laat ons eerst checken of we dat niet makkelijker kunnen lenen of ruilen. Het is niet alleen praktisch. Hebben is ook veel minder leuk dan ruilen, schenken of delen.”

Goede afspraken

Wie zijn spullen of talenten wil delen, ruilen of uitlenen aan anderen, heeft nood aan gelijkgezinde ruilers en aan goede afspraken. Een laagdrempelig initiatief waarbij dat allemaal voorzien is, zijn de LETS-groepen (Local Exchange Trading System). Deze lokaal verankerde ruilgroepen bestaan wereldwijd al sinds de jaren ’70 en kennen de jongste jaren een gestage groei in heel wat steden en wijken in ons land. Zij wisselen onderling allerlei goederen, diensten maar ook talenten, inspiratie en kennis uit.

“We spelen in op elkaars talenten. Ik help bij het verhuizen en leen mijn stelling, gezelschapsspelletjes en verkleedkleren uit, mijn vriend repareert computers, anderen helpen bij huis- of tuinwerk, koken... Maar ook het uitdelen van tuinoverschotten, het voederen van de kat of het ophalen van de post tijdens iemands vakantie zijn mogelijke diensten. Iedereen kan wel iets aanbieden. Zo hebben we vijftigplussers die na school kinderen opvangen, als een soort vervangopa en oma. Of een Tibetaanse arts die massages geeft. In onze groep zijn er zo’n 250 mensen van alle leeftijden tussen 10 en pakweg 80 jaar”, vertelt Griet Van Hulle van de LETS-groep in Mechelen. “In ruil voor een dienst verdien je blussers, een lokale munt. Daarmee kan je zelf diensten kopen bij andere leden. Heb je iets nodig, dan kan je via de LETS-groep een grote clan raadplegen. Vraag en aanbod verlopen via onze website, maar iedereen is vrij om te kiezen hoe actief hij of zij is. De munten waarmee we betalen zijn een soort sociale waardebonnen. Je haalt niet alleen goedkope hulp in huis, het leidt ook tot betere burenzorg. Dat maakt het extra interessant voor alleenstaanden. Het verlaagt de drempel om spontaan iets aan anderen te vragen, je biedt immers altijd wat in de plaats.”

Kennis delen

Een wat aparte variant daarop zijn de netwerken waarbij mensen uit dezelfde gemeente rechtstreeks leren van elkaar. Van Spaanse dans, Nederlands tot koken of fotografie. In Brussel en Wallonië zorgen de Réseaux d’échanges de savoir hiervoor. Samen weten we meer is ook het motto van de Repair cafés waar mensen samen defecte toestellen herstellen en technische tips en tricks van elkaar opsteken.

Wat nog?

Een van de meest succesvolle trends uit de deeleconomie is het autodelen. Van het bekende Cambio tot de laatste nieuwkomer CarAmigo. Bij dit laatste systeem verhuur je via een beveiligd netwerk je eigen wagen aan anderen. “Op die manier ben je milieubewust bezig en kan je een centje bijverdienen aan een wagen die anders toch stilstaat. De prijs bepaal je zelf”, legt Laurent Baeke van CarAmigo uit. “We controleren wel of mensen veilige wagens verhuren en zorgen voor een omnium- en een bijstandsverzekering. Chauffeurs moeten minimum drie jaar rijervaring hebben. Om misbruiken tegen te gaan, worden bestuurders en verhuurders die geen zorg dragen voor de wagen snel gerapporteerd op de interne fora. Maar in de praktijk merken we dat dit systeem net mensen aantrekt die zorgzaam omspringen met andermans wagen.”

“Je wagen delen vergt uiteraard een andere visie op de auto. Hij is niet langer een statussymbool maar een vorm van mobiliteit. In Nederland is het systeem al zo’n succes dat het aantal auto’s op de wegen erdoor gedaald is. Ook voor het fiscale luik hebben we intussen een regeling getroffen met de FOD Financiën. Als je inkomsten beperkt blijven tot €2.400 per jaar en de verhuur van één wagen, geldt dit als een roerend inkomen. Naar de toekomst toe is er wel behoefte aan een duidelijk algemeen kader voor de deelinitiatieven waar je ook iets aan verdient”, meent Laurent Baeke.

Recent hebben Taxistop en andere organisaties het autodeelinitiatief Avira opgestart, speciaal voor rolstoelvriendelijke wagens. Zowel particulieren als woonzorgcentra kunnen er beroep op doen. Wie zijn toegankelijke auto wil delen of er een wil gebruiken, kan terecht op www.autodelen.net/avira.

Hergebruiken: revival van tweedehandskleding

In de slipstream van de deeleconomie, zijn de betere tweedehandswinkels vandaag weer helemaal hip. Vooral de zaken die zich richten op kwaliteitsstukken en vintage-items trekken shoppers aan die tuk zijn op authentieke kleding. Marc Vrydaghs is al sinds 1973 betrokken bij de familiezaak Pardaf, vandaag de grootste tweedehandskledingzaak van de Benelux. Die specialiseert zich nadrukkelijk in merkkleding en selecteert streng.

“We hebben een poos een moeilijke periode gekend, toen de goedkope modeketens overal in het straatbeeld opdoken. Intussen is de slinger weer wat de andere kant uitgegaan en merken we dat heel wat mensen toch liever iets duurzaam van degelijke kwaliteit willen. Ook het aanbod verbetert. Doordat de economie aantrekt, verkopen de luxeboetieks meer en belandt die kleding nadien hier. We aanvaarden alleen kleding, schoenen of handtassen die niet meer dan twee jaar oud zijn, liefst van Belgische of internationale luxelabels en van prima kwaliteit. Wij zijn daardoor niet altijd goedkoper dan de ketens, maar je kan wel originele en klassieke stukken scoren voor een vriendelijker prijs dan eerstehands.”

Lieve Talboom startte enkele jaren terug met haar stijlvol ingerichte tweedehandsboetiek dAli’s, waar heel wat Belgische ontwerpers hangen. “Ik draag bewust mijn hele leven al tweedehands of zelfgemaakte stukken. Maar ik vernieuw mijn garderobe ook graag. Dierbare stukken die ik niet meer draag gewoon wegdoen, heb ik altijd lastig gevonden. Door ze verder te verkopen, behouden ze meer hun waarde. Ik merk dat heel wat mensen er zo over denken. Bij het samenstellen van mijn tweedehandscollectie ga ik vooral op mijn smaak af. Dat betekent dat je naast klassiekers à la Burberry hier ook heel wat vintage en meer extravagante designerstukken vindt. Moeders en dochters komen hier samen snuisteren.”

En hoe zit het met het taboe waar tweedehandskledingzaken al zoveel jaren mee worstelen? “Die vooroordelen beginnen te verdampen. Draagtassen met een tweedehandslogo willen veel mensen nog niet. Maar binnen hun vriendenkring komen steeds meer klanten wel al uit de kast met hun tweedehands Hermès”, besluit Marc Vrydaghs.

Praktische informatie over de fiscale aspecten van de deeleconomie lees je op plusmagazine.be/deeleconomie

KARI VAN HOORICK

Annemie Struyf: “Wie waardevolle dingen deelt, krijgt kwaliteit terug”.

In de boetiek van Lieve Talboom komen moeders en dochters Samen snuisteren.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content