Deeltijds werken

Vanaf 1 januari 2024 geldt een nieuwe regeling voor de toegang tot het minimumpensioen. Die is strenger, omdat je nu ook een aantal jaren effectieve arbeid moet aantonen. Dat de telling van die effectief gewerkte periode in dagen gebeurt (5.000 dagen) en niet in jaren, komt deeltijdse werknemers ten goede. Jaren waarin je veel hebt gewerkt, kunnen zo de jaren waarin je minder werkte compenseren. Zolang je maar aan 5.000 effectief gewerkte dagen komt.

ANDERS BEREKEND

En er is nog een andere wijziging die deeltijdse werknemers ten goede komt. Die heeft niets te maken met de voorwaarden die recht geven op een minimumpensioen, maar met de berekening van dat deeltijds minimumpensioen. Kort gezegd komt het er op neer dat als je voor 2001 deeltijds hebt gewerkt (halftijds tot 2/3) om gezin en werk beter te combineren, vijf jaar op een gunstiger manier zullen worden berekend, waardoor je minimumpensioen wat hoger zal liggen. 4/5 (250 dagen) wordt dan gelijkgesteld met een voltijds jaar (312 dagen). Maar waarom voor 2001? Omdat je vanaf die datum deeltijds kon werken met tijdskrediet, waarbij je niet gewerkte dagen voor je pensioen worden gelijkgesteld met gewerkte dagen.

ERG TECHNISCH

Toegegeven, wat volgt is nogal technisch. Maar als je 2/3 tot voltijds tewerkgesteld was, moet je voor elk van de 30 jaar 208 dagen aantonen om toegang te hebben tot het minimumpensioen. Voor de berekening van het minimumpensioen volstaan die 208 dagen voor 1/45ste van je minimumpensioen. Andere deeltijdsers (halftijds tot 2/3) moeten 156 dagen aantonen om toegang te hebben tot het minimumpensioen. Maar voor de berekening worden hun dagen samengedrukt tot voltijdse equivalenten en moeten ze aan 312 dagen komen voor 1/45ste van het minimumpensioen. Op die manier berekend, heb je als je halftijds werkte recht op 50% van een voltijds minimumpensioen. Door de nieuwe manier van berekenen, heb je als deeltijdser gedurende 5 jaar voor 2001 geen 312 dagen nodig om aan 1/45ste van je minimumpensioen te komen, maar slechts 250 dagen. Daardoor zal jouw minimumpensioen hoger liggen.

EEN VOORBEELD

Om het duidelijk te maken: Petra werkte voor 2001 gedurende 5 jaar halftijds. In totaal kan ze dus 156 x 5 = 780 dagen aantonen. Die dagen zullen worden opgetrokken, omdat gedurende 5 jaar een voltijdse tewerkstelling bestaat uit 250 dagen. In plaats van 780 dagen, zal ze voor de berekening van het pensioenbedrag dus 780 x (312/250) = 973 dagen kunnen aantonen.

Maar opgelet! Die herwaardering van deeltijdse arbeid geldt enkel voor de berekening van het minimumpensioen. Of er ook een herwaardering van de deeltijdse jaren gebeurt om je pensioen te berekenen, was op het moment dat we dit schrijven niet duidelijk. Als dat niet zo is, wordt jouw pensioen nog altijd op de oude manier berekend. Zit je boven het minimum, dan verandert er niets.

Dit denkt de Vrouwenraad

Eén van de doelstellingen van deze hervorming is dat vrouwen een betere toegang tot het minimumpensioen krijgen. De Vrouwenraad heeft echter bedenkingen.

“Het gevolg van 20 jaar effectieve arbeid om toegang te krijgen tot het minimumpensioen is dat twee derde van de begunstigden wordt uitgesloten, waarvan 70% vrouwen. De vraag is of de 4/5de maatregel in het huidige akkoord het aantal begunstigden alsnog kan doen toenemen.”

“Het beginsel van gelijkgestelde periodes die toegang geven tot het minimumpensioen wordt uitgehold door het concept van de effectief gewerkte dagen. We stellen vast dat er sinds 2008 meer vrouwen dan mannen invalide zijn en het verschil jaar na jaar groter wordt. Andere gelijkgestelde periodes zoals werkloosheid, thematisch verlof, tijdskrediet,...worden niet als daadwerkelijke arbeid beschouwd. Dit is een stap achteruit. Vooral de verlofstelsels (tijdskrediet en thematisch verlof) worden door vrouwen opgenomen.”

“De herinvoering van de pensioenbonus zal ervoor zorgen dat mensen die doorwerken na hun vervroegd pensioen, meer pensioen krijgen. Maar dat is voor velen moeilijk haalbaar omwille van zwaar werk (nachtwerk, repetitieve taken, verhoogde flexibiliteit, psychosociale druk) en de gezonde levensverwachting, die, zeker voor kortgeschoolde vrouwen, niet rooskleurig oogt. Ook de kwetsbaarheid van veel vrouwenberoepen (zorg, schoonmaak,...) baart zorgen. Blijkbaar ligt dit niet langer op de regeringstafel.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content