DE KRONIEK VAN GUY LEGRANDVoormalig hoofdredacteur van Cash! © FRANK BAHNMÜLLER

De wereld op z’n kop

Ons land heeft dit jaar een dikke vakantiepremie gekregen. Op 3 juli afficheerden de Belgische staatsobligaties op tien jaar voor het eerst een negatief rendement. Met name 0,03%. Of anders gezegd: investeerders waren bereid om 0,03% per jaar te betalen om geld te lenen aan ons land, in plaats van er een interest voor te krijgen. Vreemd, niet? In feite is dit enkel een primeur voor obligaties op 10 jaar, die symbool staan voor de lange termijn. België leent immers al sinds 2014 aan een negatieve rentevoet, maar dan op korte termijn. De dag voordien, op 2 juli, had ons land geld geleend voor zes maanden en een half aan -0,0632%. Terwijl Zwitserland al sinds 2015 aan een negatieve rentevoet op tien jaar leent. Moeilijk om dat niet als de wereld op zijn kop te beschouwen, toch?

OP 22 JULI HEEFT GELD LENEN DE BELGISCHE STAAT GELD OPGEBRACHT!

Maar vergis je niet. Sommigen mogen dan al op 3 juli hebben verkondigd dat ‘België aan een negatieve rentevoet leent’, dat klopt niet! Deze vreemde situatie betrof immers enkel de secundaire markt, waar beleggers onderhandelen over bestaande obligaties. De koper van de obligatie heeft die dag 0,03% betaald aan de verkoper, misschien een verzekeringsmaatschappij, maar daar heeft de Belgische Staat geen euro van gezien. Pas op 22 juli kwam de echte test, toen ons land nieuwe lineaire obligaties of OLO uitgaf. Aan een negatieve rentevoet van -0,038% per jaar, jawel. Die dag heeft België werkelijk geld gewonnen door te lenen op lange termijn.

Om dit te begrijpen is een korte technische uitleg op zijn plaats, waarmee je dan kan uitpakken bij je vrienden. Hoe wordt zo’n negatieve interest betaald? In de praktijk wordt die niet betaald. Het rendement van een obligatie wordt berekend op basis van zijn aankoopkoers, die wordt uitgedrukt in een percent van de nominale waarde. Om kort te zijn: voor een obligatie van 1.000 euro met een rendement van 2% betaal je dus 20 euro per jaar gedurende 10 jaar. Betaal je ze 100%, dan krijg je daadwerkelijk 2%. Betaal je ze maar 95%, dan krijg je meer. Betaal je ze 120%, dan krijg je niets. En betaal je ze 121%, dus 1.210 euro, dan heb je een negatieve opbrengst (of rentevoet), want je hebt 1% meer uitgegeven dan wat je in totaal hebt gekregen: 10 x 20 euro en de terugbetaling van 1.000 euro maakt 1.200 euro. In werkelijkheid is de uiteindelijke berekening iets complexer, maar het principe is eenvoudig. Een beetje zoals iemand die 50,25 euro zou betalen voor een biljet van 50 euro. Behalve dan dat je voor een obligatie ook rekening moet houden met de jaarlijkse coupon.

In de praktijk heeft de Belgische Staat op 22 juli dus obligaties op 10 jaar verkocht, die 0,9% per jaar opbrengen, maar de kopers hebben 109,313% als nominale waarde betaald. Een ietsje meer dus dan wat ze er in totaal voor gaan krijgen. Ze hebben dus ingestemd met een licht negatief rendement. Vind je dit nog altijd een vreemde situatie? Dan ben je niet de enige. De meest geleerde economisten denken dat dit niet houdbaar is, ja zelfs gevaarlijk. Maar in afwachting ‘moeten we het ermee doen’.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content