De weg naar Kathmandu

In de schaduw van de hoogste bergen ter wereld ligt de vallei van Kathmandu. In de jaren ’60 en ’70, toen alles of bijna alles kon en mocht, was dit een mythische bestemming voor hippies.

De vallei van Kathmandu nestelt zich tussen de Terai-vlakte, het domein van de sjamanen, en de Himalaya. De lieflijke vallei herbergt koningssteden van een onovertroffen rijkdom. De Newah-gemeenschap, de bevolking van dit paradijselijke oord, sneed buitengewone paleizen uit hout, trok pagodes op die reiken naar de goden en leefde op het ritme van de tradities.

In de jaren ’60-’70 was Kathmandu het eindstation van de Hippie Trail. Duizenden westerse jongeren trokken erheen, rookten hasj en leefden zich uit op de muziek van The Beatles, Jimi Hendrix, The Who, Janis Joplin,... Istanbul, Kaboel, de Chitralvallei (Pakistan), Kasjmier en de stranden van Goa, waren mythische pleisterplaatsen op de route er naartoe, ver weg van het oude Europa.

Wie in Kathmandu arriveerde, belandde sowieso in Freak Street met zijn bars en eethuisjes, waar bebaarde hippies thuis waren en de marihuana goedkoop was. Begin van de jaren ’70 bekoelde het enthousiasme. Door de revolutie in Iran (1979) en de oorlog in Afghanistan ging de route helemaal dicht. Vandaag zijn de hippies nog slechts een verre herinnering. Al blijven de fraaie pagodes op Durbar Square een vredige oase in een jachtige stad waar het autoverkeer heer en meester is. U trekt beter naar de wijk Bodnath, die gedomineerd wordt door een 700 jaar oude, reusachtige boeddhistische stoepa waar de Tibetanen die na de Chinese invasie hierheen zijn gevlucht in wijzerzin omheen lopen. Op de stoepa staan de ogen van Boeddha: zij overschouwen de 50 Tibetaanse kloosters die hier sinds de vlucht van de Dalai Lama zijn opgetrokken. Wie de plek bezoekt, wordt diep geraakt door de devote sfeer, een afspiegeling van Tibet aan de andere kant van de Himalaya.

Onwezenlijk mooi

Dé parel van de Kathmandu-vallei is zonder twijfel Bhadgaon (of Bhaktapur, de Stad der getrouwen in het Sanskriet). De gouden poort, het koninklijk paleis en de ontelbare tempels bevatten duizenden details. De Newah waren meesters in houtsnijkunst zodat de zuilen, deuren en vensters hier van een onwezenlijke schoonheid zijn.

De inwoners van deze stad zijn erg gastvrij. Hier geen bedelaars maar glimlachende mensen. Niemand maakt bezwaar tegen foto’s, soms sturen ze zelf zonder bijbedoelingen op een ontmoeting aan. In deze stad lijkt de tijd stil te staan. Het pottenbakkerspleintje is een fraai voorbeeld van deze levenskunst: de pottenbakkers werken in openlucht, families van ambachtslieden kneden de klei met gebaren die van generatie op generatie worden doorgegeven. In de donkere winkeltjes iets verderop beschilderen Nepalese en Tibetaanse kunstenaars thangka’s (banieren) met goden en demonen, een verwijzing naar het magische en religieuze universum van het boeddhisme op het dak van de wereld.

Duizenden verrassingen

Wie dit land uitsluitend ziet als een bestemming voor hippies of trekkers valt van de ene verbazing in de andere. De koningsstad Patan is rijk aan schatten, aan bahal (kloosters) en aan Visjnoe- en Boeddhatempels, pareltjes uit de 16de-17de eeuw. In totaal 1.200 monumenten, ruim de helft van alle architecturale schatten die de vallei rijk is.

Het meest intrigerende monument is de Ratnakar Mahavihar, de verblijfplaats van de Kumari, de levende godin. Zij wordt op vierjarige leeftijd gekozen uit duizenden kandidates en zal hier teruggetrokken leven tot haar puberteit. Het meisje – in het rood gekleed, de ogen met kohl omlijnd – verlaat haar heiligdom enkel voor het festival van Indra Jatra.

Behalve schitterende koningssteden die gebukt gaan onder eeuwen geschiedenis, herbergt de vallei duizenden verrassingen voor wie de platgetreden paden durft te verlaten. De dorpjes Panauti en Bungamati lijken wel ansichtkaarten. Hier dragen de Newah fraaie witte gewaden en spinnen vrouwen wol in de door oude huizen belommerde steegjes. Her en der pronken pagodes met tere sculpturen als gedichten van hout en liefde.

Een tip: wandel door het platteland naar Namobuddha, een lamaklooster dat niet zo lang geleden werd gebouwd, maar de moeite waard is omwille van de sfeer die er heerst en de landschappen die u tijdens de wandeling ontdekt. Als beloning verwelkomen de dames van het dorp en de kinderen u met een onweerstaanbare glimlach en Tibetaanse monniken openen voor u met genoegen de deuren van hun mystieke universum, afgelijnd door hoge bergtoppen en de goden en demonen die er wonen.

Trektocht in de Himalaya

Om echt kennis te maken met de Himalaya gaat er uiteraard niets boven een trektocht. Als u tochten op grote hoogte vermijdt, hoeft u daar niet eens heel sportief voor te zijn. Er zijn prachtige wandelingen van twee tot vier dagen die perfect haalbaar zijn voor wie in goede gezondheid verkeert en gewapend is met een wandelstok en prima schoeisel. De dragers, de legendarische sherpa’s, doen de rest en er zijn tal van kleine herbergen die echt wel comfortabel zijn, althans als u genoegen neemt met een heerlijk warme douche, een warme maaltijd en... het grandioze landschap.

De Machapuchare, Nepalees voor vissenstaart, is zonder enige twijfel de mooiste van alle Himalayatoppen. Hier start de tocht. Van november tot maart is het uitzicht subliem, het contrast tussen de blauwe hemel en de witte gletsjers overweldigend!

De klim naar het dorpje Ghandruk is van een adembenemende schoonheid. We komen muilezelkaravanen tegen, de enige link met de buitenwereld. De kinderen glimlachen ons toe. Ook al stijgt het pad nooit boven de 2.000 m, het uitzicht op de Machapuchare (6.993 m) en de zuidkant van het Annapurnamassief (6.697 m) is onvergetelijk.

Ghandruk klampt zich aan de bergflank vast en blijkt een heel mooi dorpje met intacte architectuur. Hier wonen de Gurung, een volk dat eeuwen terug naar hier verhuisde vanuit Tibet, op zoek naar een gastvrije plek. Ze houden vast aan hun rijke tradities en bij dageraad, wanneer de zon de gletsjers van de Annapurna in een rozig licht zet, krijgt zelfs de meest geharde reiziger kippenvel van de gewijde gezangen.

De tocht naar beneden, tot de bazaar van Nayapul, duurt maar een paar uur. Vandaar moet u absoluut naar de oevers van het Phewa-meer in Pokhara. Of, om het met gewezen hippie Grégory te zeggen: “De vallei van Pokhara zou wel eens de mooiste van de hele wereld kunnen zijn”. De eeuwige sneeuw op de hoogste Himalayatoppen weerspiegelt in het water, de vegetatie is weelderig en de bevolking vereert zijn goden op een eilandje dat enkel per prauw te bereiken is.

Hier kunt u nog even proeven van de spiritualiteit alvorens languit op een paar kussens aan de oever van het meer te nippen van geparfumeerde thee: dichter bij het paradijs valt nauwelijks te komen.

Tekst en foto’s Paul Lorsignol

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content