De vrouw achter de president

Eerder frêle, maar erg kordaat en verrassend spontaan. Zoals we haar leren kennen, is Europa’s First Lady Geertrui Windels allesbehalve een braaf, glimlachend accessoire aan de arm van Europees president Herman Van Rompuy.

De gps voert ons naar een rustige, maar niet echt chique woonwijk in Sint-Genesius-Rode. Een beetje ongelovig checken we het huisnummer, maar het klopt: geen metershoge hekken, geen eindeloze oprijlaan, gewoon een smaakvol huis op een paar meter van de straat. Toch woont hier de enige echte eerste president van Europa en het is wel degelijk zijn echtgenote in eigen persoon die de deur opent als we aanbellen. En dus vallen we maar meteen met de deur in huis...

Plus Magazine: Is uw leven erg veranderd nu uw man president is?

Geertrui Windels: Mijn frank is nog altijd niet gevallen. Aan mijn eigen leven is ook niet zoveel veranderd, op die paar keer na dat ik met Herman mee gereisd ben. Dan dacht ik wel eens: “Oei, wat sta ik hier te doen?” De grootste verandering was dat ik plots gestalkt werd door journalisten. Tot dan hadden alleen de kinderen mijn gsm-nummer. En plots stond mijn gsm roodgloeiend. Geen idee hoe al die mensen aan dat nummer kwamen. En er stonden buitenlandse perswagens voor de deur... Lang hield ik de boot af, maar uiteindelijk zag ik in dat ik evengoed die kans kon aangrijpen om duidelijk het positieve in de samenleving te belichten, als tegengewicht voor de sensatie en al het negatieve nieuws waarmee we overspoeld worden. Dagelijks ontmoet ik fantastische mensen, zowel professionelen als vrijwilligers, die schitterend werk verrichten in de medische sector, het onderwijs, initiatieven voor het goede doel... maar die het nieuws niet halen. Dat geldt ook voor de politiek: het negatieve haalt het nieuws. Maar waar de politiek echt mee bezig is, een goede samenleving uitbouwen, wordt te weinig uitgelegd.

Politiek heeft altijd al deel uitgemaakt van uw leven.

Ik heb eerst les gegeven, maar toen er kinderen kwamen, wilde ik huismoeder zijn. Het heeft echter niet lang geduurd voor ik weer wilde gaan werken. Zo ben ik op een kabinet beland. Dat was vrij goed te combineren met de kinderen omdat ik verder kon werken als ze in bed lagen. Cultuur, onderwijs, Brussel: het was erg interessant werk, maar zwaar. Vaak wordt smalend gedaan over werken op een kabinet, maar eigenlijk zou iedereen dat eens een jaar moeten doen. Dan zou men beseffen hoe hard daar gewerkt wordt en hoe complex het werk is. Mensen hebben daar vaak een verkeerd beeld van. Ze staren zich blind op de macht. Ze zien niet dat een minister rekening moet houden met vakbonden, werkgevers, allerlei adviesorganen,... en tot de beste oplossing moet komen.

U bent verkozen als OCMW-raadslid in Sint-Genesius-Rode. Dat politieke niveau staat dicht bij de gewone mens, in tegenstelling tot dat waar uw man actief in is. Verzinkt uw politieke werk niet in het niet?

Zo bekijkt Herman dat niet. Hij heeft me ook altijd aangemoedigd. Wat hij doet is belangrijk, maar het werk dat hier bij het OCMW gebeurt, is dat ook. Sint-Genesius-Rode staat bekend als een rijke gemeente, maar er is hier echt wel armoede. Toen ik vier kleine kinderen had, deed ik vrijwilligerswerk in Brussel en dat was een goede leerschool. We probeerden jonge moeders op te vangen, te begeleiden en te steunen, hen te zeggen dat ze het kónden. Dat proberen we ook hier te doen: ouders steunen om het goed te doen. We komen bijvoorbeeld tussen in het lidgeld van jongeren bij sportclubs. Als mensen inspanningen doen om uit de armoede te geraken, dan moet je dat ondersteunen. Zo leer je jongeren dat ze hun leven in eigen handen moeten nemen.

Dat is bij uw eigen kinderen aardig gelukt.

Herman en ik hebben al vaak tegen elkaar gezegd: waaraan hebben we dat verdiend? Het is allemaal heel vlot en snel gegaan en plots werden we ook grootouders... We hebben een heel goede band met onze kinderen, elk jaar brengen we samen een korte vakantie door en daar kijken we allemaal naar uit.

Ook uw zoon Peter is in de politiek gestapt.

Toen Peter senator werd, heb ik daar eigenlijk meer mee meegeleefd dan toen Herman in het Parlement belandde. Peter heeft eerst andere dingen gedaan, maar uiteindelijk schoof hij alsmaar meer naar de politiek op. Als dat zijn roeping is, dan moet hij die volgen. Het geeft wel moed: er zijn nog jongeren die ervoor gaan.

Politiek is niet makkelijk te combineren met een gezinsleven, een huwelijk.

Ik was niet zo politiek minded, maar door op een kabinet te werken heb ik meer begrip en waardering gekregen, en dan kan je meer verdragen. Ik had het daar ooit over met een vrouw die niet veel ophad met de politieke carrière van haar man. Hij was van veearts burgemeester geworden en dat zorgde voor een aardverschuiving in hun gezin. Tien jaar later bedankte ze me voor mijn raad om niet langs de zijlijn te blijven staan, om overal mee naartoe te gaan, te participeren. Niet dat je geen eigen leven moet opbouwen, ook dat is nodig. Ik heb het geluk gehad dat ik altijd ben blijven werken. En het helpt ook dat Herman altijd aandacht blijft hebben voor het dagdagelijkse. Die rustige vastheid is cruciaal.

Hij maakt ook geen ijdele indruk. Zowat iedereen die in dit land goed geld verdient, legt een lange oprijlaan aan en zet een hoog hek rond zijn huis. Bij de Europese president wandel ik de tuin door en bel gewoon aan de voordeur aan...

Het hek is wel besteld, maar nog niet geleverd. Weet je, er bestaan internationale normen over hoe dit huis beveiligd moet zijn, maar past die maar eens toe op een huis dat daar niet voor gemaakt is. Na twee jaar is nog altijd niets echt af. Toen ze aan de panic room (een versterkte kamer om bewoners te beschermen tegen indringers, nvdr) begonnen, kwamen ze algauw tot de conclusie dat de stabiliteit van het huis in gevaar kwam. Dat is even slikken. Er is in die veiligheidsmaatregelen al zoveel tijd en energie gestoken en toch is het resultaat niet navenant. Zo worden bijvoorbeeld alle brieven vooraf gescreend, maar wat heeft dat voor zin als ik bij de voordeur gewoon een pakje in ontvangst neem? Er is wel de druk om strengere veiligheidsmaatregelen te nemen, hoor, maar we willen de buren hier ook niet te veel belasten. Tja, een gewoon huis is niet geschikt voor een Europees president. Eigenlijk heeft iemand met een functie als die van Herman een ambtswoning nodig.

Zou u uw nest niet missen? Uw huis is persoonlijk en knus ingericht, terwijl een ambtswoning toch vaak anoniem en ongezellig groot is.

Ik zou daar wel kunnen aan wennen. Toen ze twee jaar geleden ons huis begonnen te verbouwen, was het ondoenbaar om hier te blijven en zijn we een tijdje in Lambermont ingetrokken. Toen ik het sanitair en de keuken daar zag... tja, toen wist ik het wel. Uiteindelijk was het wel fantastisch. In het midden van de stad, met een prachtig uitzicht op de herfstkleuren van een park en ik kon te voet naar de vergaderingen van het Paleis voor Schone Kunsten, of inkopen doen in het winkeltje wat verderop. Oké, de woning zelf was wat ouderwets, maar ik heb er een boek over gelezen en het heeft best wel een interessante geschiedenis. Het is ook maar tijdelijk, he. Je moet niet je hele leven in een ambtswoning doorbrengen.

U houdt wel van verandering.

Ik ben van nature heel nieuwsgierig, ik reis ook doodgraag. Als ik met Herman meereis, geniet ik bijvoorbeeld van de gesprekken in de auto van en naar de luchthaven, met de mensen van de ambassade. Die vertellen hoe de mensen daar leven, de problemen die ze hebben, de ontwikkelingen. Dat is vaak interessanter dan de ontmoetingen met al die grote namen.

Ariane De Borger – Foto’s: Jerry De Brie

“Er wordt te weinig uitgelegd waar de politiek echt mee bezig is”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content