© GETTY IMAGES

DE VRAGEN DIE IEDEREEN ZICH WEL EENS STELT

Bert en Karin vormen een nieuw samengesteld gezin

Bert:“Karin is mijn tweede echtgenote. Zij heeft één dochter, ik heb twee kinderen uit mijn eerste huwelijk. Stel dat ik als eerste overlijd, dan erft Karin het vruchtgebruik over mijn hele nalatenschap, dus ook over zaken die ik vroeger al heb geschonken. Kunnen mijn kinderen eisen dat Karin haar vruchtgebruik laat omzetten?”

Nathalie Labeeuw: “Vandaag kunnen kinderen de omzetting van het vruchtgebruik vragen aan hun stiefouder, maar die hoeft daar niet mee in te stemmen. Komen ze niet tot een akkoord, dan kunnen ze naar de rechter stappen, die dan beslist. Vandaag kan je zo’n omzetting dus niet echt eisen.

IN HET NIEUWE ERFRECHT zullen de kinderen de omzetting van het vruchtgebruik wél kunnen eisen, het akkoord van de stiefouder is dan niet meer nodig. Dit geldt voor alle goederen, behalve voor de gezinswoning en de huisraad. Karin zal dus nog wel kunnen weigeren om de gezinswoning te verlaten.”

Johan en Betty willen hun kleinkinderen mee laten erven

Johan en Betty: “Wij hebben twee dochters en vier kleinkinderen. We zijn nu allebei 82 en vinden eigenlijk dat onze kleinkinderen het grootste deel van de erfenis die wij nalaten het best kunnen gebruiken. Zij moeten nog zoveel opbouwen en hebben heel wat kosten! Van onze notaris hoorden we dat we vandaag twee mogelijkheden hebben. Ofwel laten we in een testament het beschikbare deel naar onze kleinkinderen gaan. Maar omdat we twee kinderen hebben, kunnen we vandaag maar een derde van onze nalatenschap naar onze vier kleinkinderen laten gaan. Een derde gedeeld door vier, dat stelt niet veel voor... Of we kunnen hopen op een generatiesprong, wat enkel kan als onze kinderen hun erfenis weigeren waardoor alles naar hun eigen kinderen, onze kleinkinderen, gaat. Maar zeker zijn dat onze kinderen effectief hun erfenis zullen weigeren, dat zijn we nooit. En gedeeltelijk weigeren is niet mogelijk.”

IN HET NIEUWE ERFRECHT komt er een mogelijkheid bij waar Johan en Betty gebruik van kunnen maken, legt Nathalie Labeeuw uit. “Dat zal dan zo gaan: Johan en Betty schenken nu een bedrag aan hun kleinzoon, de zoon van hun dochter. Ze komen met hun dochter overeen dat deze schenking op haar erfdeel wordt aangerekend, dus als het ware aan haar werd gedaan. Wanneer Johan en Betty overlijden, moet hun dochter deze schenking dan inbrengen en zal zij een stukje minder krijgen dan haar zus. Zij hoeft haar erfenis dus niet te verwerpen, maar geeft op die manier al een stukje door aan de volgende generatie.

Peter wil schenken aan een neefje

Peter: “Ik heb twee kinderen, Eva en Stijn, die uiteraard van mij zullen erven. Maar ik zou ook een schenking willen doen van ? 30.000 aan mijn petekind Simon, de zoon van mijn broer. Moet mijn petekind, als ik overlijd, een stuk teruggeven?

Nathalie Labeeuw: “Vandaag moeten alle erfgenamen die een schenking als voorschot op hun erfdeel hebben gekregen, die inbrengen in de erfenis, dus ook neefjes of tantes die in een testament opgenomen zijn (en ook werkelijk erven). De schenking van ? 30.000 aan Simon wordt dus beschouwd als een schenking op voorschot van de erfenis en moet worden ingebracht. Dat gaat dan zo: stel dat er ? 180.000 in de nalatenschap van Peter zit. De ? 30.000 die Simon kreeg wordt daar fictief aan toegevoegd, samen ? 210.000. Stel dat Peter in zijn testament een derde aan Simon heeft toegekend, dan moeten de drie erfgenamen (Eva, Stijn en Simon) elk ? 70.000 krijgen. Simon moet de ? 30.000 van de schenking inbrengen en zal nog ? 40.000 krijgen.”

IN HET NIEUWE ERFRECHT zullen enkel afstammelingen die erven moeten inbrengen, dus de kinderen, sowieso, en de kleinkinderen die in het testament staan. “Voor andere erfgenamen die een schenking kregen (broer, zus, neef, ...), zal de schenking in de toekomst als buiten deel worden beschouwd. Zij zullen het bedrag niet moeten inbrengen, maar ze zullen wel moeten inkorten als hierdoor de reserve van de kinderen wordt aangetast.”

Wat betekent dit concreet voor Eva, Stijn en Simon? “Vermits Simon de schenking niet langer zal moeten inbrengen, bedraagt de nalatenschap ? 180.000 en zullen Eva en Stijn elk ? 90.000 erven. Dat is meer dan hun reservataire deel: in het nieuwe erfrecht 25% per kind, als er twee kinderen zijn, dus ? 52.500. Vermits de reserve van Eva en Stijn niet is aangetast, zal er ook niet moeten worden ingekort en zal Simon niets moeten teruggeven.”

Annie schonk een stuk grond en geld

Annie: “Ik schonk 20 jaar geleden een grond aan mijn zoon van ? 30.000 en hetzelfde bedrag in geld aan mijn dochter. Maar nu hoor ik dat ze bij mijn overlijden niet op dezelfde manier zullen worden behandeld.”

“Dat klopt”, beaamt Nathalie Labeeuw. “De waardering van ingebrachte schenkingen is al lang voer voor discussie, want ze verschilt naargelang het soort goederen. Onroerende goederen worden gewaardeerd op de dag van het overlijden, roerende goederen op de dag van de schenking. Een principe dat dateert van 1804, toen enkel onroerende goederen waardevol waren. Vandaag leidt dat tot onevenwichtige situaties. Stel, je schenkt je zoon aandelen van een patrimoniumvennootschap en je dochter een grond van dezelfde waarde. Ook al zit er een gebouw in de vennootschap, toch telt de waarde van de aandelen op de dag van de schenking. Terwijl voor de grond van jouw dochter de waarde op de dag van overlijden telt. Als je ervan uitgaat dat onroerend goed in waarde stijgt, dan heeft jouw dochter juridisch gezien veel meer gekregen en zal zij bij jouw overlijden dus minder krijgen. En dit was waarschijnlijk niet jouw bedoeling.”

IN HET NIEUWE ERFRECHT zullen alle schenkingen worden ingebracht aan de waarde op de dag van de schenking, verhoogd met een index.

Voortaan zullen zowel roerende als onroerende goederen worden gewaardeerd op de dag van het overlijden.

“Mensen willen meer ruimte om zelf hun nalatenschap te regelen, zonder de familiale solidariteit volledig over boord te gooien.” Minister Koen Geens over de hervorming

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content