De volksberline

De Dacia Logan was eigenlijk voor de opkomende landen bedoeld, maar arriveert in december ook in België. Hoewel hij slechts e 7500 kost, is de ‘goedkope berline van Renault’ alles behalve een afgeprijsde auto.

Nog nooit heeft een auto zoveel ophef veroorzaakt. Sinds Renault berichten over de Dacia Logan de wereld instuurt, richten alle media de schijnwerpers op Roemenië, alsof de auto de hoofdrol speelt in een reality show. Esthetisch gezien is hij geen prijswinnaar, en toch heeft het wonderkind uit het oosten geen gebrek aan troeven. Zodra je ingestapt bent, is gauw vergeten dat het ontwerp mooier had gekund. Zijn allergrootste pluspunt zit immers aan de binnenkant: ruimte. De binnenafmetingen zouden in een segment hoger niet misstaan.

Een voorbeeld? De breedte achterin is gelijk aan die van een Mercedes klasse E. De ruimte tussen de knieën van een passagier op de achterbank en de rug van de voorstoel moet niet onderdoen voor die van een Peugeot 407. De afstand tussen de stoel en het dak komt overeen met die van een Mazda 3. En de koffer? Met een volume van 510 l is er plaats in overvloed. De inhoud is dezelfde als die van de 607, de limousine van Peugeot. De Logan biedt dus ontegensprekelijk een uitzonderlijk comfort voor een auto die maar 4,25 m meet. De materialen van het interieur zijn niet verschrikkelijk flatterend maar wel stevig, zoals het dashboard uit één stuk, een naadloze oplossing die storende geluiden voorkomt, zelfs op een erbarmelijk slecht wegdek.

Made in Renault

Is de Logan een afgeprijsde auto? Zeer zeker niet. Om hem tegen de scherpe prijs van euro 7500 op de markt te kunnen brengen, heeft Renault elementen van andere – soms de nieuwste – modellen uit zijn gamma gebruikt. Een voordeel! Het chassis is dat van de Modus, waar de Logan ook zijn achtertrein geleend heeft. De voortrein komt dan weer van de Clio II, maar het koetswerk is helemaal Dacia.

Onder de motorkap zijn twee benzinemotoren van Renault verkrijgbaar: een 1.4 l van 75 pk en een 1.6 l van 90 pk. In maart komt er een diesel 1.5 l DCI van 65 pk, gevolgd door een loodvrije 1.6 l 16V van 107 pk. De twee huidige motoren blijken krachtig genoeg, ook al omdat de Dacia slechts 980 kg weegt. De 1400 cm3 is wat beperkter dan zijn grote broer en heeft op laag toerental minder reserve, maar doet het prima op de hogere toerentallen. De 1600 cm3 is rijvriendelijker, met een lineaire vermogenscurve en meer vinnigheid op laag toerental. Beide motoren worden gecombineerd met een manuele 5-versnellingsbak, dezelfde als die van de Megane II en van de Laguna II. De drie eerste versnellingen zijn kort, om het gezin vlotjes door het verkeer te helpen, de twee laatste vrij lang, wat goed is voor het verbruik.

Franse nostalgie

Op de weg verrast de Logan. De stabilisator tegen slingeren, die de bewegingen van de carrosserie beperkt, en de ophanging met grote veerhoogte (+18 mm tegenover het Europese gemiddelde) leveren een rijgedrag op dat aan dat van de Renault 4, 5 of 11 doet denken. Dat betekent een verbazend comfort op de weg, ook als die slecht is, maar ook een slingering die in snelgenomen bochten kan verrassen, zonder daarom gevaarlijk te zijn. De Logan is dus een nuchtere auto voor een groot publiek, maar geen kampioen van de geluidsisolatie. Dat probleem is vooral op de snelweg te merken, boven de 120 kilometer per uur, wanneer de toerenteller de 3500 t/m overschrijdt en de viercilinder behoorlijk lawaaierig wordt.

Met een basisversie voor euro 7500, met 1.4 l-motor, zonder servobesturing of elektrische spiegels maar wel met een efficiënte ABS en twee airbags voorin, is de Dacia Logan een hoogstandje. Wie meer comfort wil, hoeft nog altijd maar euro 9150 neer te tellen voor de Lauréate met1.6 l-motor, mooie uitrusting en een luxe-afwerking. Lang niet duur! n

A Arnaud Dellicour