De terugkeer van de sedan

Het is nog niet te merken aan de statistieken van de ingeschreven voertuigen, zelfs nog niet in de orderboekjes maar het staat in de sterren geschreven: we mogen een sterke comeback van de sedan verwachten, als ultieme antwoord op de crisis.

De dure brandstof, de milieuproblematiek en de financiële crisis zetten niet echt aan tot optimisme. Het aangekondigde failliet van het wilde kapitalisme en van het dwangmatige individualisme, zijn natuurlijke tegenhanger in ons gedrag, voorspelt een terugkeer van de familiale waarden. Is het dan verbazend dat onze smaak in auto’s naar de traditionele modellen evolueert, aangevoerd door de sedan? Uiteindelijk is de smaak een sociologisch symptoom en de comeback van die sedan lijkt wel een terugkeer naar de essentie, gekleurd met wat nostalgie. Herinneringen aan de vakanties van vroeger – ergens op de autoweg naar het Zuiden, met z’n vieren op de achterbank -, naar de grote Amerikanen van de Sixties, de vrijheid van voor de oliecrisis en het verslindende schuldgevoel.

Een vaste waarde

De sedan is ook de auto van toen hij nog wist waar hij voor diende. Van voor de verspilling en de buitensporigheid van de SUV’s en andere terreinwagens voor in de stad, voor de overdrijving van de auto’s met zeven, acht of negen stoelen, voor de tijd dat de marketing en de eerste geboorte elk gezin deed denken dat het kroost-rijk was en dus een monovolume of toch op z’n minst een break nodig had. De sedan is de auto van voor het decennium van de vrijetijdsauto’s en de polyvalentie op vier wielen die, zo zei men, onze beste vriend zou zijn.

Is de sedan dan de keuze van de rationele automobilist? Sommige mensen beweren dat, nu er zoveel gemopperd wordt over de gulzigheid van de mastodonten van de weg en het absurde karakter van al die auto’s die almaar hoger worden, vaak omdat het mode is (maar, laten we eerlijk zijn, soms ook om niet te veel plaats in te nemen).

Een verstandskeuze

De trend van de auto op hoge poten en het soms onredelijke verlangen om zo hoog mogelijk achter het stuur te zitten, hebben onvermijdelijk gevolgen voor de aerodynamische balans van onze auto’s. Met ontnuchterende resultaten aan de pomp... Een van de redenen waarom de sedan een rationele keuze is, is dan ook het feit dat zijn vorm een luchtpenetratie mogelijk maakt die de energiezuinig-heid ten goede komt. Ook in de context van de geobsedeerde jacht op de CO2 heeft de sedan dus een voetje voor – zeker in zijn meest traditionele configuratie, die met drie volumes. Minder omstreden dan een terreinwagen, handiger bij het instappen dan een coupé, netter dan een monovolume: de sedan met drie volumes verzoent vorm en stijl met een utilitair karakter.

Politiek correct

De auto die we kiezen zegt iets over ons. De keuze wordt geleid door de onverbiddelijke wet van de politieke correctheid. We kruipen niet zomaar achter het eerste het beste stuur! Wie vandaag nog een sportieve coupé koopt, verraadt zichzelf als een zielige opschepper. Met een SUV rondrijden is pure provocatie. De sedan kan men in dat opzicht niets verwijten, hij kent zijn wereld. Hij is discreet, conventioneel en redelijk. Hebben Porsche, Aston Martin en Lamborghini onlangs niet elk om de beurt – en voor het eerst in hun geschiedenis – hun visie op de exclusieve sedan gepresenteerd? Als de kampioenen van de sportwagens knappe gezinsauto’s beginnen te maken, moet daar wel héél veel toekomst in zitten.

Aantrekkelijker

Het is een feit dat de evolutie van de stilistische technieken een meer harmonieuze integratie mogelijk maakt van dat ondankbare attribuut, de koffer. Dat maakt de sedan met drie volumes meteen een stuk eleganter. We merken dat ook in het aanbod van fabrikanten die op het grootst mogelijk publiek mikken en altijd veel belang hechten aan het laadvermogen. De sedan met drie volumes is voortaan het referentiemodel. Is Citroën met zijn nieuwe C5 niet afgestapt van de laadklep van de XM, de CX enzovoort? En lijkt de vijfde deur van de nieuwe Opel Insignia, onlangs bekroond met de prestigieuze titel Car of The Year 2009, niet als twee druppels op een achterkoffer? De laadklep is niet verdwenen, maar gaat vloeiend op in het slankere silhouet van een sedan met drie volumes. De in dit opzicht meest overtuigende realisatie komt uit de Tsjechische Republiek, het land van Skoda. De grote, nieuwe Skoda Superb verbergt onder een klassiek koetswerk een slim systeem dat in twee stappen opengaat en plots een laadklep te voorschijn tovert.

Vandaag concentreren de ontwerpers zich op de achterkant van onze auto’s, terwijl ze het vroeger te druk hadden met de voorkant, die de visuele identiteit van het gamma moest bepalen. Nu is een vloeiende lijn achteraan even belangrijk als het karakter van het radiatorrooster. De koffer wordt voortaan gezien als het subtiele, vanzelfsprekende en noodzakelijke verlengde van de lijn van het voertuig. Een beetje zijn beleefd-heidsformule, aan het einde van een zin. Dat geldt dubbel wanneer de sedan zich voordoet als een vierdeurs coupé, zoals de beeldmooie Mercedes CLS en de Volkswagen Passat Coupé.

Leve de democratisering van de technologie

Als nieuwe lieveling van de ontwerpbureaus wordt de sedan verwend met uitrusting die vroeger voorbehouden was voor auto’s van de topklasse of op zijn minst voor meer exclusieve (en dure) modellen.

De meest geavanceerde technologie is niet langer het monopolie van de prestigieuze limousines maar doet haar intrede in de sedan van de gewone man. Zo krijgt de Laguna GT naar het voorbeeld van de BMW Serie 7 vier gestuurde wielen. De C-klasse is het eerste gamma van Mercedes dat uitgerust wordt met de buitengewoon rendabele nieuwe viercilinderdiesel van het merk. De Opel Insignia heeft een elektronische sensor die verkeersborden kan lezen. De fabrikanten lijken te weten dat de toekomst van de auto in zijn meest conventionele vorm ligt. Ze aarzelen dus niet om hem een technologische inhoud te geven die bij zijn ambities past. En aan ambitie heeft de sedan in 2009 geen gebrek!

Arnaud Dellicour

Partner Content