De perfecte combinatie

De kogel is door de kerk, u gaat een deel van uw tuin reserveren om zelf groenten en fruit te telen. Maar daarom hoeft uw groene oase niet minder mooi te worden. In de omgeving van Ninove vond Plus Magazine een staaltje van hoe een siertuin en een moestuin knap in elkaar kunnen overvloeien.

De volle smaak van plukverse groenten en vruchten uit de eigen tuin: het blijft een zalig en gezond genoegen voor iedereen die bereid is (veel) tijd en moeite in een moestuin te stoppen. De stijging van de voedingsprijzen zet trouwens meer en meer mensen aan om een deel van hun siertuin om te spitten tot een nutstuin (het nieuwe succes van volkstuintjes zegt genoeg!).

Helaas is een moestuin visueel zelden aantrekkelijk. Niets belet u om uw designtuinmeubelen tussen de preiplantjes te zetten, maar toch kunt u beter zoeken naar een mooie harmonie tussen het siertuin- en het nutsgedeelte. Die vonden we in de tuin van André Van Assche (56) uit Meerbeke, een deelgemeente van Ninove. Hij koos voor een tweevoudige oplossing: een aantrekkelijke overgang tussen siertuin en moestuin, én een originele plantenmix in de moestuin zelf.

Bloemen en een bananenboom als overgang

Andrés tuin is 12,51 are groot en vormt een bijna zuivere rechthoek (22 meter breed bij 50 meter lang). Meer dan de helft van de ruimte (het voorste gedeelte gezien vanaf de straat) bestaat uit de siertuin, de woning en de veranda. Ruim één derde (het achterste gedeelte) is bedoeld voor de teelt van groenten en fruit. De ruimte tussen beide stukken vormt het overgangsgedeelte: ze omvat niet alleen een Japanse tuin met een vijver en een houten pergola, maar ook een vlonderterras van bangkiraihout en een subtropische hoek.

Deze subtropische hoek vormt voor André het levende bewijs dat de opwarming van het klimaat geen fabeltje is. Elke dag kan hij zich verwonderen over zijn forse bananenboom, zijn yucca’s en zijn palmstruiken die hier nu blijkbaar zonder winterbescherming kunnen gedijen. “Vijf jaar geleden heb ik het bananenboompje cadeau gekregen en buiten uitgeplant”, vertelt hij. “Op drie jaar tijd is het tot een forse boom uitgegroeid en vorig jaar heb ik mijn eerste tros geoogst!”

De vijver is door André zelf aangelegd en ook de grote randkeien is hij zelf aan de oevers van de Maas in Limburg gaan zoeken. Over het wateroppervlak zijn enkele vrijwel onzichtbare draden gespannen om de reigers af te schrikken. Tegelijk blijft het zicht op het water, de vissen en de mooie oeverbeplanting onbelemmerd. Die beplanting vormt bijna een catalogus van water- en moerasplanten. Opvallend is het contrast tussen de blauwe, hyacintachtige bloemen van het reuzensnoekkruid (Pontederia lanceolata) en van de Jussiaea grandiflora enerzijds en de rode toetsen van twee bodembedekkers, de rode muurpeper en de Houttuynia cordata Chameleon, anderzijds.

Tussen de vijver en de nutstuin draagt een houten pergola zeven verschillende soorten clematis, zowel vroegbloeiende als zomerbloeiende, klein- als grootbloemige. Van april tot augustus zorgen ze voor een weelde aan bloemen met kleuren die uiteenlopen van wit over roze tot donkerblauw. “Deze bloemenmuur en de subtropische hoek hebben een dubbele functie”, verklaart André zijn keuze. “Ze moeten de groente- en fruittuin aan het oog onttrekken en ze vormen tegelijk een toegangspoort. De bananen verwijzen trouwens al naar de fruitstruiken verderop. De vijver is dan weer mijn lievelingsplek om te relaxen. Van hieruit kan ik zowel de siertuin als de nutstuin in de gaten houden.”

“Bloemen maken het werk aangenamer”

In zijn nutstuin teelt André vijftig soorten groenten, keukenkruiden en vruchten, witte en groene asperges incluis. De opbrengst, zo luidt het objectief, moet drie kwart van de jaarlijkse behoefte aan groenten en fruit van het gezin (be-staande uit André en echtgenote Marie-Therèse) dekken en nu en dan ook dienen om de kinderen een plezier te doen. De perken met groenten en kruiden liggen gedeeltelijk in de schaduw van een appelboom en een authentieke Schaarbeekse kriekenboom. Tegen de afrastering groeien aalbessen, bramen en kruisbessen. Een serre dient als kweekkamer voor tafeldruiven, tomaten, paprika’s, komkommers en zoete minitomaatjes.

Toch is dit alles behalve een klassieke moestuin, maar eerder een mozaïek van groenten en bloemen. De groenteperken worden door stapstenen gescheiden van opvallende bloemenborders. Vaste planten (akelei, riddersporen, Veronica gentianoides, koekoeksbloem en zeepkruid) wisselen af met zaaibloemen (lupinen, zomerviolieren, vingerhoedskruid, zonnebloemen, nicotiana), rozen, lage azalea’s, lavendel en speciale sierstruikjes zoals de kardinaalshoed (Euonymus fortunei) die in de herfst een massa niet-eetbare bessen tooit. Of het kleine wilgenstruikje Salix integra Hakuro Nishiki met overhangende takken en bonte blaadjes.

“In een moestuin is er altijd werk, tussen maart en begin oktober eist hij mij twee dagen per week op”, geeft André toe. Als ondervoorzitter van de lokale afdeling van het Provinciaal Verbond van Volkstuinen weet hij dat een nutstuin vaak eerder een last dan een lust is. “Maar het helpt als je nutstuin en siertuin combineert want werken tussen bloemen is aangenamer. Je hoeft je moestuin ook niet meer weg te stoppen. Je gaat kijken naar de mooie kleuren van de bloemenborder en tegelijk zie je dat je spinazie plukklaar is!”

André gaat nog een stap verder. Ook bepaalde groentesoorten kiest hij omdat ze decoratief zijn. Een deel van zijn artisjokken laat hij opschieten tot bloemen en elders zorgen rabarber en koolsoorten voor felle kleurtoetsen (zie het kaderstuk Decoratieve groenten, p. 149 ).

Elk seizoen een kleurschok

In het siergedeelte van de tuin wachten nog meer verrassingen. Een prachtige treurwilg is extra aantrekkelijk geworden omdat de stam overwoekerd is door drie klimopsoorten (groen, bont en met een goudkleurig hartje). Andere klimplanten (wilde wingerd, klimhortensia) hebben de muren van de garage en het tuinhuis veroverd.

Hier en daar heeft André gekozen voor bewuste seizoenschokken. In de afhellende voortuin langs de oprit heeft hij een dik massief van winterheide (Erica carnea) aangeplant tussen bollen en kegels van buxus en thuya. Het zorgt voor een paars-rode explosie van januari tot april. De kleurschok in de lente komt van een partij hoge rododendrons en in de zomer van een border met hortensia’s, kattenstaarten en floxen. Het najaar wordt vertegenwoordigd door een perk met alleen herfst- asters. “Voor mijn werk heb ik jarenlang in een donkere kamer gewerkt”, lacht de heer des huizes. “Ik kan u verzekeren dat je dan grote kleurvlakken als tegengewicht goed kunt gebruiken!”

André heeft ook aan den lijve ervaren hoe tuinwerk een rustbrengende afleiding kan zijn. “In 1999 is één van onze zoons met zijn zwangere vrouw om het leven gekomen toen ze werden aangereden door een dronken spookrijder op de E17. Ik ben toen hard in de tuin gaan werken om me af te reageren en dat heeft geholpen. Vandaag kan ik het nog lastig krijgen over dit zinloze verlies. En dan moet ik naar buiten. Hij had me nog geholpen, samen met mijn andere zoons, om de vijver aan te leggen...”

Ludo Hugaerts – Foto’s: Bastin & Evrard

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content