De Oostkantons, met of zonder sneeuw

Ook zonder een wit tapijt heeft het dak van België in januari veel te bieden. Er hoeft echt geen laag sneeuw te liggen om ’s winters met volle teugen van een uitstap naar de Oostkantons en de Hoge Venen te genieten.

Sinds een aantal jaren zijn de Belgische winters geen synoniem meer van vorst. De temperatuur speelt nogal vaak jojo en koudeprikken wisselen af met zachte dagen. Jammer natuurlijk voor de liefhebbers van langlauf en wandelingen op sneeuwschoenen, maar de Oostkantons liggen niet altijd meer onder een sneeuwdeken. Geen nood: de Duitstalige regio beschikt over voldoende troeven om een uitstap te rechtvaardigen, met of zonder sneeuw.

Wel sneeuw? We zijn er klaar voor!

Wintersportfanaten worden in de Oostkantons ruim in de watten gelegd: de streek telt niet minder dan 20 skistations waar je langlaufski’s, sneeuwschoenen en zelfs sneeuwscooters kan huren. Waarna je je kan uitleven op de vele bewegwijzerde routes, die zich over 2 tot 13 kilometer uitstrekken, in volle natuur en in de gedempte stilte van een sneeuwlandschap.

Wie toch liever bergafwaarts glijdt, kan terecht op de drie alpiene skipistes en op de sledepistes van Ovifat. Laten we eerlijk blijven: het gaat hier om groene pistes die ervaren skiërs slechts matig zullen plezieren, maar ze zijn wel geschikt om eens goed te trainen alvorens het echte werk in de Alpen of de Pyreneeën aan te vatten. Meer sensatie nodig? Ovifat telt nu ook een snowpark met springschansen en avontuurlijke bulten.

Omdat de sneeuwval tijdelijk en verspreid kan zijn, neem je beter voorzorgen eer je richting Oostkantons vertrekt. Niet alle skistations zijn op hetzelfde moment open en krijgen niet dezelfde hoeveelheid sneeuw. Om de dikte van de witte laag, de lokale weersomstandigheden en de uitrusting van de stations te checken, surf je eerst naar www.winter-oostkantons.be (of naar m.winter-oostkantons.be voor smart-phonegebruikers). Wil je geen enkele sneeuwvlok missen, dan kan je je op deze site registreren voor een nieuwsbrief die je informeert zodra de omstandigheden voor wintersport gunstig zijn.

Geen sneeuw? Keuze genoeg!

Blijven de pistes genadeloos groen? Of ligt er te weinig sneeuw en maakt de weinig aantrekkelijke smeltsneeuw glijden gevaarlijk? Is wintersport gewoon niet je ding? Probeer dan misschien volgende alternatieven uit.

Ruil je sneeuwschoenen in voor wandelschoenen en ga voor een deugddoende winterwandeling langs de oevers van het meer van Bütgenbach. Het parcours van 10km kent – wees gerust – weinig hoogteverschillen en loopt door landschappen met bergbeplanting, knappe zichten op het meer en de bevroren oevers van de Warche. Op een goed uur rijden van Brussel zou een mens zich hier in het noorden van Canada wanen! De moedigen kiezen graag voor de prachtige Petergensfeld-wandeling (12 km, 150 m hoogteverschil). Eerst wandel je door coniferenbossen en vervolgens over de wilde en verlaten heidevlakten van de Hoge Venen. Hier heeft de wind vrij spel en die kan in de winter behoorlijk bijten! (www.eastbelgium.com)

Snuif cultuur op in Malmédy. In de Oostkantons wordt niet alleen Duits gesproken. Het stadje Malmédy is overwegend Franstalig en kende een bijzonder rijk en bewogen verleden. Het behoorde eerst toe aan het abdijprinsdom van Stavelot-Malmédy, kwam dan in Franse en daarna in Pruisische handen en werd pas in 1919 een deel van België. In de Tweede Wereldoorlog werd het dan weer tijdelijk ingelijfd bij het Reich. Maar ondanks al die overheersers heeft Malmédy zijn Waalse karakter trots behouden. De vroegere abdij herbergt nu het Malmundarium, een cultureel centrum met tijdelijke en permanente tentoonstellingen over de geschiedenis van de streek (www.malmundarium.be).

Ga flaneren in Eupen. De hoofdstad van de Duitstalige gemeenschap is verdeeld in twee duidelijk onderscheiden zones. In de benedenstad, aan de oevers van de Vesder en de Hill, waren in de 18de en 19de eeuw nogal wat nijverheden actief. Tal van arbeidershuisjes, industriële gebouwen, molens en sluizen getuigen daar nog van. In de bovenstad vallen dan weer de imposante burgerwoningen en herenhuizen uit de 18de eeuw op. Vandaag zijn ze meestal ingenomen door winkels en dat maakt van de bovenstad een mooie plek om te flaneren en te windowshoppen, onder de pastelkleuren van de winter en de koperen daken van de klokkentorens. Eupen oogt rustig en heeft tegelijk iets exotisch want het doet sterk denken aan typisch Duitse stadjes. Een aanrader is de Moorenhöhe die een prachtig uitzicht op de benedenstad en het platteland eromheen biedt.

Ontdek de vele streekproducten. Of beter nog: ga ze proeven op de plaats waar ze gemaakt worden. Bijvoorbeeld de lekkernijen van chocoladefabriek Jacques in Eupen (www.chocojacques.be). Of de heerlijke Ardense ham van Montenau (www.montenauer.com). En waarom niet de vier bieren van brouwerij Bellevaux, die gebrouwen worden met lokaal bronwater (www.brasseriedebellevaux.be)?

Keer terug in de tijd, in de burcht van Raeren. Het aardewerk en de keramiek van Raeren waren al beroemd in de middeleeuwen en werden in de 16de en 17de eeuw naar de hele wereld uitgevoerd. Omdat ze gebruikt werden om etenswaren te bewaren op lange zeereizen, vind je ze vandaag terug in Noord-Amerika, Zuidoost-Azië en zelfs in Australië. De burcht van Raeren is een mooi voorbeeld van middeleeuwse architectuur en herbergt vandaag een museum over het lokale aardewerk dat ooit de wereld veroverde (www.toepfereimuseum.org).

NICOLAS EVRARD