© ISTOCK

De nieuwe maatregelen die 50-plussers aanbelangen

Het akkoord dat de federale regering deze zomer sloot, omvat een aantal maatregelen die van belang zijn voor 50-plussers. Dit is waar je je aan kan verwachten, ook al moet alles nog in wetgeving worden gegoten en dus waar nodig worden bijgestuurd.

Gedaan met het brugpensioen 2.0

Om in aanmerking te komen voor het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag – het vroegere brugpensioen – schuiven de leeftijdsen loopbaanvoorwaarden almaar op. Zo moet je dit jaar in het algemene stelsel (op basis van de nationale cao 17) minstens 62 jaar zijn om van deze regeling te kunnen genieten. Ben je een man, dan moet je bovendien een beroepsverleden van 40 jaar aantonen, als vrouw moet je 33 jaar in loondienst hebben gewerkt. Maar omdat de voorwaarden voor het brugpensioen steeds strenger worden en er in de praktijk dus amper nog iemand met brugpensioen kan (tenzij in ondernemingen in moeilijkheden), laten bedrijven 55-plussers wel eens thuis blijven met behoud van (een deel van) hun loon (50 tot 80%). Deze praktijk wordt het brugpensioen 2.0 genoemd en druist in tegen wat de regering wil bereiken: mensen langer aan het werk houden. Vandaar het voorstel om bedrijven die deze praktijk hanteren, te beboeten. De boete zal maandelijks moeten worden betaald tot de werknemer met pensioen gaat en de hoogte ervan zal afhangen van de leeftijd waarop de werknemer thuis blijft: 20% als hij/zij jonger is dan 55 jaar, 18% als de werknemer tussen 55 en 58 jaar is, 16% voor wie ouder dan 58 en jonger dan 62 jaar is en 10% vanaf 63 jaar. Bedrijven die toch nog mensen betaald thuis zetten, zullen ook in een opleiding moeten voorzien, zodat deze werknemers zich kunnen omscholen.

De kostenvergoeding

Vandaag kan je als vrijwilliger een kostenvergoeding krijgen: je kan je reële kosten terugbetaald krijgen of een forfaitaire kostenvergoeding opstrijken van maximaal ? 33,36 per dag en ? 1.334,55 per jaar. De organisatie mag daarvoor geen fiscale fiche opmaken. Doet ze dat wel, dan beschouwt de fiscus deze bedragen als een inkomen en word je als vrijwilliger ook zo belast. Het is dus erg belangrijk dat deze vergoeding duidelijk als kostenvergoeding wordt aangeduid en niet zomaar als vergoeding. Die formulering blijkt één van de pijnpunten te zijn die duidelijk zijn geworden bij de evaluatie van 10 jaar Vrijwilligerswet (de wet dateert van 2005). In het vernieuwde vrijwilligersstatuut moet voortaan duidelijk staan dat het om een kostenvergoeding gaat, die kosten dekt die verband houden met je activiteit. En dus niet om een compensatie voor de tijd die je als vrijwilliger hebt geïnvesteerd.

Naast de algemene forfaitaire kostenvergoeding kan je als vrijwilliger ook een vergoeding voor je verplaatsingskosten krijgen. Kom je met de auto, moto of bromfiets, dan geldt sinds 1 juli 2017 de geïndexeerde kilometervergoeding: maximum ? 0,3460 per kilometer. Dit bedrag blijft van toepassing tot 30 juni 2018 en is fiscaal vrijgesteld. Je kon als vrijwilliger ook al een fietsvergoeding krijgen, maar die regeling wordt nu afgestemd op die voor werknemers. Daar geldt een vrijstelling tot maximum ? 0,22 per kilometer (en niet ? 0,20). Verplaats je je als vrijwilliger met het openbaar vervoer, dan kan je aan de hand van het vervoersbewijs het hele bedrag terugbetaald krijgen.

Occasionele geschenken

Als vrijwilliger af en toe een cadeautje toegestopt krijgen? Ook hier komt fiscale duidelijkheid in: een geschenk zal niet als loon worden beschouwd, voor zover het occasioneel wordt gegeven, en dus niet worden verrekend in het maximumbedrag voor vergoedingen. De huidige vrijstelling voor occasionele geschenken die op werknemers van toepassing is, wordt hiermee uitgebreid naar het vrijwilligersstelsel.

Beroepsgeheim

Ook het begrip beroepsgeheim wordt verduidelijkt voor vrijwilligers. Tot nu toe moest je als vrijwilliger vaak zelf proberen te achterhalen of je al dan niet aan het beroepsgeheim onderworpen was. Bedeel je als vrijwilliger bijvoorbeeld maaltijden aan rusthuisbewoners, dan kan je tijdens die job bepaalde gegevens uit een medisch dossier opvangen en rijst meteen ook de vraag van het beroepsgeheim. Vanaf nu zal de organisatie die een beroep op je doet duidelijk moeten maken of het beroepsgeheim al dan niet op jou van toepassing is.

ANNEMIE GODDEFROY

Een duidelijkere regeling voor vrijwilligers

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content