“De meeste ziekten genezen vanzelf “

Professor en dokter Wim Betz, hoogleraar Huisartsengeneeskunde aan de VUB, verschijnt steeds vaker in de media om de waarheid te vertellen over allerlei vormen van kwakzalverij. In naam van de wetenschap... en van onze gezondheid.

Voor hij voltijds docent werd aan de Vrije Universiteit Brussel heeft hij een goede twintig jaar als huisarts gewerkt. Wim Betz haalt zijn wijsheid dus niet alleen uit de boeken. “Mijn praktijk was in Kalmthout, waar ik nog altijd woon. Maar ik werk nu al veertien jaar bij de universiteit.”

Waarom hij dokter is geworden? “Dat is bijna toevallig gekomen. Eigenlijk dacht ik aan een ingenieursstudie, maar in de retorica kregen we een geleid bezoek aan de VUB. Er was een rondleiding in de geneeskunde en dat leek me opeens zo aantrekkelijk dat mijn besluit vaststond. Ik ben van de ene dag op de andere van idee veranderd. En ik heb er nooit spijt van gehad.”

Merkt hij een verschil tussen zijn eigen generatie en de jonge mensen die hij nu mee opleidt? “Ja, een groot verschil. We krijgen steeds meer meisjes en dat is een goede zaak. Het maakt de geneeskunde minder macho. Het zal ook een weerslag hebben op het beroep zelf – de jonge vrouwen die nu gemotiveerd huisarts worden, willen niet meer zoals de oude dorpsdokters zeven dagen per week werken. Ze willen voor hun kinderen zorgen en een normaal leven leiden. Heel de mentaliteit van de huisartsgeneeskunde is trouwens aan het veranderen. De patiënten worden mondiger, de figuur van de dokter als god de vader is aan het verdwijnen. Allemaal positieve evoluties. Ook de opleiding verandert. Vroeger was die vooral op het ziekenhuis gericht, met alle nadelen van dien. Toen wij als jonge artsen afstudeerden, zagen we in de praktijk niets van wat we geleerd hadden en hadden we niets geleerd van wat we zagen...”

Niet pretentieus zijn

Iets heel anders: hoe goed is onze gezondheidszorg? “Tot enkele jaren geleden waren onze cijfers niet zo goed. Nu is de kwaliteit van onze geneeskunde te vergelijken met die van bijvoorbeeld Nederland. Waarom? Dat is heel moeilijk te verklaren, iedereen legt de cijfers op zijn manier uit. maar niemand weet het zeker. Onze levensverwachting is verbeterd en blijft dat doen, maar dat heeft niet alleen met de geneeskunde te maken. We mogen niet pretentieus zijn. Hygiëne, een goede voeding, dat speelt allemaal mee. Anderzijds schept het feit dat we langer leven ook weer nieuwe problemen. Er duiken ziekten op die vroeger nauwelijks bestonden omdat de mensen niet oud genoeg werden om ze te krijgen. En natuurlijk is er het probleem van de demente bejaarden, dat grote proporties begint aan te nemen... Het is heel belangrijk – en dat is wetenschappelijk bewezen – dat je lichamelijk en geestelijk actief blijft. Dat maakt echt een verschil.”

Betz relativeert de macht van de geneeskunde: “Veel ziekten genezen vanzelf. Heel wat medicijnen geven alleen maar verlichting, zonder te genezen. Anderzijds koesteren mensen vaak te hoge verwachtingen en denken ze dat we alles kunnen oplossen. Dat verklaart ook waarom ze gemakkelijk naar de alternatieve geneeskunde stappen.”

Dokters die kwakzalvers worden

Zo zijn we bij een stokpaardje van de professor beland: zijn kruistocht tegen de alternatieven. “Toen ik als huisarts werkte, heb ik verschillende alternatieve geneeswijzen bestudeerd. Ik merkte al snel dat die methoden niet werkten, maar dat sommige mensen er toch tevreden over waren. Daar zocht ik een verklaring voor, zodat ik mij voor de psychosomatische ziekten ben gaan interesseren, dus voor de invloed van de geest op het lichaam. In die periode heb ik ook begrepen waarom veel dokters worden verleid door bijvoorbeeld homeopathie en acupunctuur.”

Is het niet vreemd dat precies dokters, die toch een wetenschappelijke opleiding hebben gekregen, voor die verleiding zwichten? “Ik ken tientallen, zelfs honderden dokters die na hun studie eigenlijk kwakzalvers zijn geworden. Je hebt er die een zaakje opzetten met chelatietherapie, waarbij ze zogezegd de aders schoonwassen om arteriosclerose en verkalking weg te spoelen. Oplichterij is dat, en gevaarlijk. Het is eigenlijk heel menselijk hoe je in zo’n methode gaat geloven. We zijn er allemaal gevoelig voor. Ik ben het ook geweest. Je begint met overtuiging aan een bepaalde methode – die overtuiging moet er zijn, dat is erg belangrijk. En dan merk je dat veel mensen vinden dat ze geholpen zijn. Geen wonder, want tachtig procent van de ziekten geneest spontaan. Als je die andere twintig procent negeert, vind je dat je prachtig werk verricht. Maar met die manier van redeneren zouden we nog in de tijd van de aderlatingen zitten. Toen waren de mensen ook tevreden. En toen ze zalfjes maakten van paddentongen en vleermuispoten waren ze dat eveneens...”

De suggestie speelt een grote rol

“Pas de jongste vijftig, zestig jaar is de geneeskunde zichzelf kritisch aan het bekijken: nu willen we eerst weten wat er gebeurt als we niets doen. Onze eerste vraag: is deze behandeling beter dan niets doen? Dat kun je alleen maar weten door studies te organiseren waarbij de helft van de patiënten de behandeling krijgt en de andere helft een placebo. Dit uiteraard zonder dat ze weten wat ze krijgen, want de suggestie speelt een heel grote rol. Alleen met dergelijke studies, die je dan ook nog moet herhalen, kun je ontdekken of een behandeling zinvol is.”

Met andere woorden, individuele ervaringen bewijzen niets: “Als mensen komen getuigen dat een behandeling hen heeft geholpen, zegt de wetenschapper: interessant, maar er is geen bewijs. De homeopathie kan helemaal niets bewijzen, en toch blijven mensen erin geloven. Maar met wat voor problemen gaan ze het vaakst naar een homeopaat? Hoofdpijn, die dikwijls door stress veroorzaakt wordt. Slecht slapen, idem dito. Pijn in de gewrichten... tja, als we ouder worden krijgen we allemaal artrose, daar is niets tegen te doen. En we kunnen niet alle gewrichten door plastic vervangen... De dokter zegt dan dat je er maar mee moet leren leven en schrijft je iets voor dat helpt tegen de pijn maar je artrose niet geneest. Veel mensen vinden dat niet genoeg en zoeken hun heil ergens anders. Maar artrose heeft de typische eigenschap dat er goede en slechte perioden zijn. Als je naar de homeopaat gaat en er komt net een goede periode, dan zegt die dokter dat hij je genezen heeft. En als het slechter wordt, dan heeft hij daar ook een verklaring voor: het is normaal dat je ziekte in het begin van de behandeling erger wordt, dat is zelfs een goed teken! Zo heeft hij natuurlijk altijd gelijk...”

“Ik geloof in de totale vrijheid van de mens. Je mag niets opleggen, niets verbieden. Maar je kunt pas een geïnformeerde keuze maken als je eerlijke informatie krijgt. Dat stoort mij bij veel alternatieven: ze liegen. Als bijvoorbeeld een homeopaat zegt dat hij kanker kan genezen, dan laat ik het er niet bij. En als hij echt aan oplichterij doet wordt het voor mij een kruistocht.”

Communicatie, coördinatie

Om met een positieve noot te eindigen: hoe ziet de professor de ideale arts? “Verschillende mensen hebben verschillende voorkeuren. Voor sommigen is de ideale arts een vlotte, joviale dokter met wie ze alles kunnen bespreken en samen beslissen. Andere mensen geven de voorkeur aan een wat strengere figuur die regels voorschrijft en de beslissingen in hun plaats neemt. Dat zijn twee respectabele houdingen, het komt erop aan dat je als patiënt duidelijk maakt wat je wilt. Er moet communicatie zijn. Veronderstel dat een huisarts niet precies weet waar zijn patiënt aan lijdt en daar eerlijk voor uitkomt. De ene mens zal dat waarderen, de andere zal vinden dat de dokter zijn vak niet kent. Maar een ander aspect is even belangrijk: de coördinatie. In België stapt iedereen zomaar naar de dokter, ook naar de specialist, en dat kan gevaarlijk zijn. Soms schrijven verschillende dokters behandelingen voor die met elkaar botsen, zonder het van elkaar te weten. Hier heeft de huisarts een grote rol te spelen. De ideale huisarts volgt je van de wieg tot in het graf. Hij behandelt je niet alleen als je ziek bent maar doet ook aan preventie, en geeft raad. Kortom, hij tracht je gezond en veilig door het leven te loodsen.” n

Bart Holsters – Foto’s: Eddy Vangroenderbeeck

De rol van de ideale huisarts is, je gezond door het leven te loodsen. Van de geboorte tot de dood.

Toen ze zalfjes maakten van paddentongen en vleermuispoten waren de mensen ook tevreden...

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content