De man van 12 stielen en 11 ongelukken

Blankenberge maakt zich klaar voor de zomer, maar in het mooie jachthaventje moet de grote drukte nog beginnen. Schrijver Pieter Aspe – pseudoniem van Pierre Aspeslag – kan het reilen en zeilen van het badstadje van in zijn woonkamer volgen. Zijn appartement geniet een prachtig uitzicht: de haven beneden, de polder in de verte en, als het weer wat meezit, de torens van Brugge aan de horizon. Waarom heeft Aspe – die net als zijn geesteskind commissaris Van In in Brugge is geboren en getogen – zijn stad vaarwel gezegd? Hij houdt van de zee, legt hij uit, en eerlijk gezegd was hij wat uitgekeken op het Venetië van het Noorden. Hij begon er zich gevangen te voelen en: “Hier in Blankenberge heb je toch altijd een beetje een vakantiegevoel.” Zo hoort dat, voor een onvervalste workaholic.

Toch moeten we terug naar Brugge, als we het verhaal bij het begin willen beginnen. Aspe groeide er op, liep er school en werd er een verwoed lezer. “Ik was gek op Biggles, Arendsoog, de Rode Ridder”, bekent hij een beetje verontschuldigend. De jongensboeken werden gevolgd door ernstige Franse auteurs (hij blijkt een grote fan van Mauriac te zijn), maar niet door detectives. “Heb ik nooit gelezen. Het interesseerde me niet. Later, toen ik zelf misdaadverhalen schreef, heb ik wat in het genre gegrasduind, om te zien hoe anderen het deden. Maar ik lees geen detectives voor mijn plezier.”

Onverwachte gezinsuitbreiding

Nog steeds in Brugge leerde Aspe zijn toekomstige echtgenote kennen. Een ontmoeting met ingrijpende gevolgen, want de liefde was een beetje té groot. Net toen Pieter aan de universiteit begon (“Ik ging naar Gent, Politieke en Sociale Wetenschappen studeren”) diende zich een kleine Aspe aan. Tijd om nieuwe plannen te maken. De toekomstige vader stopte met studeren en ging op zoek naar een baantje, wat in de crisistijd van de jaren 70 niet meeviel.

Als levenservaring het kapitaal van een schrijver is, moet Aspe multimiljonair zijn. Hij heeft immers heel wat watertjes doorzwommen (vaak met het water tot aan de lippen). “Ik heb vanalles gedaan om aan de kost te komen. Vertegenwoordiger geweest in plastic buizen – daar was ik heel slecht in. Bediende bij een makelaarskantoor in granen. Nog erger. Ik heb een poosje bij een ziekenfonds gewerkt en ben zelfs in de Brugse gemeentepolitiek gestapt – dat was min of meer per ongeluk. Wat heb ik nog allemaal gedaan? Een poosje studiemeester gespeeld. Bij de zeevaartpolitie geweest en paspoorten gecontroleerd in de haven van Oostende.” Hij denkt nog eens diep na en... “Oh ja, ik heb ook nog bij een textielfirma gewerkt. Laten we maar zeggen dat ik nergens mijn draai kon vinden.”

Tussen de bedrijven door zette hij zijn eerste schrijversstappen. “Ik zag het wel zitten om auteur te worden, en dus schreef ik een paar korte verhalen en stuurde ze naar een uitgever. Dat ging beter dan ik had gehoopt – ze vonden mijn werk goed en zouden een verhaal publiceren in een bundel. Ik blij, tot ik een poosje later een brief kreeg dat die bundel niet zou doorgaan. De uitgeverij stond op het randje van het faillissement. En dat was het einde van mijn schrijversplannen.” Niet echt, zou later blijken, maar laten we niet vooruitlopen op ons verhaal...

Handelaar in wijn en oude meubels

Na die eerste, ontgoochelende kennismaking met de wispelturigheid van het boekbedrijf, zette Aspe zijn odyssee door het beroepsleven dapper verder. Samen met zijn vrouw begon hij oude meubels te restaureren en te verkopen. “Geen antiek, zo ver hebben we het nooit geschopt.

Brocante, zo noemen ze dat. We woonden toen buiten Brugge en we combineerden de restauratie met een wijnhandel. De mensen kwamen naar de meubels kijken en kregen dan een glas wijn, en nog een. Het was geen slecht systeem: ze kwamen om een meubeltje te kopen en gingen weg met een paar dozen wijn...”

Pieter Aspe was echter niet in de wieg gelegd om zakenman te worden. Hij was meer een Laarmans dan een Boormans, zeg maar. Toen de pastoor van de Heilige Bloedkapel hem voorstelde de meubels van de kapel onder handen te nemen, liet hij de wijnhandel, die ondanks de verkooptruc niet zo best draaide, varen en verhuisde hij opnieuw naar Brugge. Jarenlang speelden hij en zijn vrouw conciërge in de Bloedkapel. Maar ook dat was niet echt een baan met toekomst. De schrijflust stak de kop weer op ... en commissaris Van In, adjunct-commissaris Versavel en substituut Hannelore Martens werden geboren.

Een schot in de roos

Aspes misdaaddebuut, Het vierkant van de wraak, vond meteen een uitgever. En nog mooier, het was ook een razend succes. Het schrijven werd Aspes twaalfde stiel... en eindelijk eens géén ongeluk. Het vierkant van de wraak verscheen in 1995. Zeven jaar later ligt zijn twaalfde roman in de winkels en zijn de Duveldrinkende commissaris, zijn rechterhand Versavel en de charmante Hannelore gemeengoed geworden. Heel Vlaanderen kent het Brugse trio. Aspes boeken verkopen als warme broodjes – elke nieuwe roman haalt onvermijdelijk de ’top-10′ – en kapen de ene prijs na de andere weg. Bovendien blijft hij schrijven tegen een tempo dat weinig auteurs hem kunnen nadoen.

Wat is het geheim van een bestseller? Pieter Aspe haalt de schouders op. “Het heeft misschien te maken met de herkenbaarheid van een figuur als Van In, die een doodgewone Vlaming is. En Brugge als decor, dat helpt natuurlijk. Ik ken die stad als mijn broekzak en ik hou ervan. De lezers voelen dat.” Hij denkt even na. “Toen ik begon, was mijn baan in de Bloedkapel ook wel een voordeel. Het gaf de journalisten iets om over te schrijven, en dat heb je nodig als je debuteert. Daarna is het allemaal zo’n beetje vanzelf gekomen.”

Intussen is Aspe vijftig geworden. Voelt de man die sneller schrijft dan de meeste mensen kunnen lezen, het verschil? Hij wordt er niet jonger op, geeft hij toe. Maar eerlijk gezegd is hij niet zo erg bezig met dingen als de leeftijd. “Mijn uitgever heeft van de gelegenheid gebruik gemaakt om mij bij de voorstelling van het nieuwe boek extra in de bloemetjes te zetten. Ik heb een groot feest gekregen.”

En heeft hij zelf nog iets bijzonders gedaan? Euh, nee ... of toch: “Ik heb een nieuwe tekstverwerker gekocht. Dat mocht wel, want ik werkte nog altijd op een Commodore van eeuwen geleden. Dat merk bestaat allang niet meer.” Maar natuurlijk heeft hij zijn oude computer niet met het vuilnis meegegeven: “Dat zou ik niet over mijn hart kunnen krijgen. Alles wat ik heb geschreven, staat op die harde schijf. Heel mijn verzameld werk...” Het oude beestje heeft een ereplaats gekregen in zijn werkkamer. Pieter Aspe heeft er immers heel veel aan te danken – en wij mét hem.

Van In gaat wereldwijd

Twaalf boeken in nog geen zeven jaar – en er is alweer een dertiende in de maak. Begint hij niet genoeg te krijgen van zijn commissaris? Krijgt hij geen zin om eens iets anders te proberen? “Van In zal mij niet zo gauw vervelen. Ik ken die man als geen ander, hij is een tweede natuur geworden.” Is hij nooit bang dat de inspiratie zal opdrogen? “Daar denk ik liever niet aan. Ik hoop dat het me nooit overkomt, want ik zal nog veel moeten schrijven, zeker nu mijn boeken op de televisie komen. Ze hebben een pak verhalen besteld.”

Juist: ook al dreigt de verhoopte subsidie hen te ontsnappen, de mensen van VTM blijven druk bezig met de verfilming van Aspes romans. Met Herbert Flack in de hoofdrol, wordt de reeks ongetwijfeld een voltreffer. “Het leuke is dat de verfilming de buitenlandse belangstelling voor mijn boeken heeft gestimuleerd. Ik word in het Engels, het Frans, het Duits, het Italiaans en het Spaans vertaald. Van In zal binnenkort zelfs in de Verenigde Staten verschijnen.”

En, als we zo onbescheiden mogen zijn, zal Aspe binnenkort de haven van Blankenberge ruilen voor die van Monaco? Als de boeken in het buitenland aanslaan, zal hij zijn schaapjes toch wel op het droge hebben? Hij lacht. “Daar moet je je geen illusies over maken. Het blijft hard werken. Trouwens, hebben ze daar Duvel, in Monaco?” n

A Bart Holsters – Foto’s: Kristien Buyse

” Laten we maar zeggen dat ik nergens mijn draai kon vinden”

” Verhuizen naar Monaco? Maak u geen illusies. Trouwens, hebben ze daar Duvel?”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content