De Aygo X is op alle vlakken verbeterd, maar vooral qua ergonomie en binnenaankleding.

De laatste der Mohikanen?

Toyota blijft geloven in een bijna verlaten segment: dat van de compacte stadsauto. Met welke argumenten?

Net als de dierenwereld, verandert en evolueert ook de autowereld voortdurend. Nieuwe soorten verschijnen, andere verdwijnen. In die tweede groep vind je niet enkel de monovolumes, maar ook de compacte autootjes uit het A-segment, die uitsluitend voor de stad bestemd zijn. Peugeot, Citroën en Renault, om het bij de Franse merken te houden, hebben dat segment opgegeven, waardoor een handvol doorzetters, voornamelijk uit Italië (Fiat) en Azië (Hyundai en Toyota) vrij spel krijgen. Toyota, dat sinds lang met PSA samenwerkt (Citroën C1, Peugeot 108), gaat nu op eigen houtje verder met de Aygo, maar vertaalt het concept min of meer naar dat van een kleine SUV. De onvermijdelijke evolutie van de soort, zou Charles Darwin zeggen.

De laatste der Mohikanen?

Het oog wil ook wat

Wat is in de stad belangrijker dan stijl? De nieuwe Aygo heeft daar zeker geen gebrek aan. Hij gaat voor een vrij stoere look, met dynamische en zelfs avontuurlijke lijnen, dankzij een iets hogere carrosserie (+ 11 mm), die hem wat op een kleine SUV doet lijken. Daarom heet hij nu trouwens Aygo X. Met 3,7 m lengte glipt hij door alle stadsverkeer. Het koetswerk heeft nog altijd vijf deuren en het aantal plaatsen blijft beperkt tot vier.

Het model is op alle vlakken verbeterd, maar vooral qua ergonomie en de aankleding van het interieur. In het midden van een mooi dashboard prijkt nu een 9 inch aanraakscherm, want je moet meegaan met je tijd. Achter het stuur lijk je wat hoger te zitten dan vroeger – wat in de smaak zal vallen bij de liefhebbers van kleine SUV’s. Gelukkig gaat dit niet ten koste van de rijhouding, want de stuurkolom is nu in de hoogte en de diepte regelbaar. Met 3,7 meter kan je natuurlijk geen wonderen doen, zodat de ruimte achterin beperkt is. Niet echt handig voor volwassenen. De koffer is er wel op vooruitgegaan en haalt nu 231 liter, goed binnen de norm.

Één motor, meer moet dat niet zijn

De Aygo X is ontworpen om compact en eenvoudig te zijn en heeft dus geen hybride aandrijving, die in de stad nochtans goed van pas komt. Hij houdt het bij één enkele driecilindermotor van 72 pk en 93 Nm (een hoog koppel, 4.400 t/m), handgeschakeld met vijf verhoudingen of met een continue variabele transmissie. Dat vertaalt zich in 108 g CO?/km voor de manuele versnellingsbak en 112 g voor de automaat. Geen alarmerende waarden, terwijl het gemiddelde verbruik meer dan fatsoenlijk is. Tijdens onze proefrit lag dat op 5,5 l/km. Heel redelijk, zeker in het stadsverkeer, met veel remmen en weer optrekken.

Op de weg blijkt de Aygo X een vrij stroeve vering te hebben en is hij bij hoge toerentallen aan de lawaaierige kant. Eenmaal buiten de stad, op de snelweg, is het geluid van de driecilinder echt wel een beetje storend. Dat is een minpunt, net als het gebrek aan polyvalentie en de niet zo democratische prijs (15.840 euro). Maar hij heeft een onnavolgbaar charmante look en is erg wendbaar. En dat zijn interessante troeven nu er steeds minder keuze is in dit segment.

De laatste der Mohikanen?

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content