De komst van Lampo’s Genootschap

Drieëntachtig is Hubert Lampo, maar de interesse voor zijn werk blijft onverminderd. Reden om zijn succesboek ‘De komst van Joachim Stiller’ nogmaals uit te brengen en het Vlaams-Nederlandse Hubert Lampo Genootschap op te richten.

Ook al zal hij het zelf niet gauw toegeven, Hubert Lampo is een fenomeen. Niet zozeer omdat hij op zijn drieëntachtigste één van de weinige overlevenden van zijn literaire lichting is, maar vooral omdat hij nog altijd wordt gelezen. Hoeveel Vlaamse schrijvers kunnen prat gaan op een publiek dat zoveel generaties overspant? Een publiek waarvan de echte fans zich verenigden in het Hubert Lampo Genootschap dat op 9 mei jongstleden werd opgericht?

Zoals wel vaker gebeurt, is Lampo’s blijvende populariteit in grote mate te danken aan één roman die, meer dan veertig jaar na zijn eerste publicatie, nog altijd even fris, verrassend en aangrijpend blijft: De komst van Joachim Stiller. Het meesterwerk is dit voorjaar voor de zoveelste keer in herdruk gegaan, als onderdeel van een mooie uitgave die Heimwee naar de sterren heet. Lampo: “Mijn uitgever heeft Joachim Stiller gebundeld met een paar novellen, een essay over de ontwikkeling van mijn werk, en nog een klein essay. Dat doet mij veel plezier.”

In het spoor van de Romeinen

Een gezellig villaatje in het groen van het landelijke Grobbendonk, niet ver van Antwerpen. Warme stenen muren vol prenten en schilderijen. Hier geniet Hubert Lampo sinds 1968 van de landelijke rust. De keuze was niet toevallig: “Een goede vriend van mij deed hier indertijd grote opgravingen. Weinig mensen weten het, maar er was hier ooit een belangrijke Romeinse nederzetting. Geen Pompeï, maar er is toch heel wat gevonden. De Romeinen woonden liever hier – we zitten hier wat hoger dan de rest van het dorp – dan in het dal van de Nete, omdat ze daar reuma kregen.” Hij geeft graag toe dat de archeologie hem altijd heeft gefascineerd en dat nog steeds doet.

Het boek dat hij nu aan het lezen is, heeft echter weinig met archeologie te maken, zo blijkt: het is de Encyclopedie van de Vlaamse Beweging. Voelt Lampo zich dan verwant met het flamingantisme? “Nee, ik heb dat op afstand gevolgd. Hoewel... toen ik acht, negen was, gingen we met vader en moeder elk jaar in de zomer naar De Panne. Ik herinner me dat na een IJzerbedevaart – en dat was toen nog geen politieke manifestatie maar een echte bedevaart naar onze gesneuvelde jongens – Brusselaars en franskiljons gearmd over de dijk liepen en riepen van A bas les boches en sales Flamands. Dat heeft me toch wel een Vlaams bewustzijn gegeven. En in Antwerpen was het Frans natuurlijk de taal van het chique volk, dat stond mij ook tegen.”

De oorlog liet sporen na

Hubert Lampo studeerde aan de Antwerpse normaalschool, werd onderwijzer en regent. Inmiddels was de oorlog begonnen, een periode die hem sterk beïnvloed heeft: “Daar heb ik mij pas onlangs rekenschap van gegeven. Bijna in al mijn romans speelt de oorlog een rol, vaak in de vorm van flashbacks. Zelfs De belofte aan Rachel, dat zich helemaal in Egypte afspeelt, gaat in feite over de Europese politiek, met het groeien naar het dictatoriale, naar het nazisme en het fascisme in Italië. De oorlog is dan ook een groot deel van mijn jeugd geweest, van mijn twintigste tot mijn vijfentwintigste jaar. Het was een traumatiserende tijd. Eerst de bezetting en later de V-bommen op Antwerpen, waarover zelden wordt gesproken.”

Tijdens de oorlog schreef hij ook zijn eerste romans, Don Juan en de laatste nymf en Hélène Defraye, en begon hij essays te publiceren. “Mijn belangrijkste essay was De Zwanen van Stonehenge, een persoonlijk overzicht van de magisch-realistische en fantastische literatuur. Daar ben ik nog altijd erg tevreden over.”

Toen kwam Joachim Stiller

Lampo werd een graag geziene figuur in het Vlaamse literaire landschap, maar zijn doorbraak bij het grote publiek bleef uit tot 1960, toen De komst van Joachim Stiller verscheen. De roman zou hem drie jaar later de Staatsprijs voor verhalend proza opleveren, maar was het ook zijn favoriete boek? “Ja en nee... Ik hou ervan, maar later heb ik dingen geschreven waarvan ik meer tevreden ben en waarin mijn engagement als schrijver sterker is. Ik vraag mij nog altijd af of Stiller zo sterk verschilt van mijn andere boeken. Het is iets wat je ook bij andere schrijvers ziet: Felix Timmermans met Pallieter, Ernest Claes met De Witte... Maar ik sta honderd procent achter Stiller, hoor. Ik heb het nu in de drukproeven opnieuw gelezen en ik dacht: verdorie, dat is toch zo slecht nog niet!” (lacht)

De roman werd een hoogtepunt van het magisch-realisme: “Mijn eerste kennismaking met het genre was De trap van steen en wolken van Johan Daisne. In 1942, in die trieste, grauwe bezettingstijd, was dat een enorme gebeurtenis. Maar het was nooit mijn bedoeling Daisne te volgen. Het magisch-realisme is min of meer vanzelf naar boven gekomen, zonder dat ik het besefte. Pas toen ik Joachim Stiller had beëindigd, vroeg ik mij af welk genre dit eigenlijk was. Ik ben mij dan gaan interesseren voor de vraag hoe ik nu eigenlijk aan dat verhaal gekomen was. Het eindigt met een soort verschijning en verdwijning van een messiasfiguur, maar ik ben nooit katholiek geweest. Ik ben dan gaan zoeken in de psychiatrie. Bij Freud vond ik geen antwoorden maar wel bij Jung, met zijn theorie over de archetypen. Mij leek die messiasfiguur een soort archetype te zijn dat ik had aangepast aan onze westerse visie. Maar ik heb nooit een goeroe willen zijn, dat zeker niet!”

Beroep: schrijver

Geen goeroe, wel een schrijver. Na de oorlog werkte Lampo een poos als journalist, tot hij inspecteur en later hoofdinspecteur van de bibliotheken werd, terwijl hij ook actief was in tal van tijdschriften en literaire verenigingen. “Als ambtenaar heb ik graag en hard gewerkt. Maar eigenlijk was schrijven het enige dat mij echt interesseerde. Als men mijn beroep had gevraagd, zou ik schrijver gezegd hebben, auteur.”

De tijd van schrijven is nu voorbij. Sinds De geheime academie, dat in 1994 verscheen, heeft Hubert Lampo niet meer gepubliceerd. Drie zware operaties hebben hun tol geëist – hij kan de inspanning niet meer opbrengen die het schrijven vraagt. “Ik moest wel stoppen, maar heb niet het idee: Vanaf nu schrijf ik niet meer. Ik vrees dat het misschien zo zal zijn, maar ik zou het dolgraag anders zien.”

Vandaar dat hij zo blij is met de nieuwe bundel Heimwee naar de sterren. “De continuïteit is nu toch weer hersteld. De mensen kunnen mij blijven lezen.” Heeft hij nog contact met lezers? “Heel veel zelfs. Ze sturen me brieven, of ze komen op bezoek, zomaar. We staan niet in de telefoongids, maar ze weten mij toch telkens opnieuw te vinden.” Veel lezers zijn inmiddels vrienden geworden, en die contacten houden Lampo jong. “Soms vertellen mensen me zelfs dat een boek van mij hun leven heeft veranderd. Dat lijkt mij sterk, maar toch... het doet mij goed.”

Gelijk heeft hij. Is dit niet het mooiste compliment dat een auteur kan krijgen? n

De auteur in een notendop

Hubert Lampo wordt op 1 september 1920 geboren in Antwerpen. Hij volgt een lerarenopleiding en staat van ’41 tot ’44 in het onderwijs. Na zijn militaire dienst gaat hij aan de slag als journalist. In 1948 wordt hij benoemd tot rijksinspecteur der Openbare Bibliotheken. Wanneer hij het in 1965 tot hoofdinspecteur schopt, stopt hij met de journalistiek.

Als auteur debuteert Lampo in 1942 met de novelle Don Juan en de laatste nimf. Twee jaar later volgt zijn eerste roman Hélène Defraye. In 1960 verschijnt zijn bekendste werk , De komst van Joachim Stiller, dat intussen bij Meulenhoff aan zijn 43ste druk toe is en reeds in twaalf talen vertaald en verfilmd werd. Drie jaar na zijn publicatie wordt dit meesterwerk bekroond met de Driejaarlijkse Staatsprijs. Andere bekende werken zijn onder andere Terugkaar naar Atlantis (1953), De heks en de archeoloog (1967), De Goden moeten hun getal hebben (1969), De geur van Sandelhout (1976) en De eerste sneeuw van het jaar (1985). Zijn (voorlopig) laatste boek De geheime academie verschijnt in 1994.

Lampo wordt vereenzelvigd met zijn magisch-realistische schrijfstijl, waarin de filosofie van Carl Jung een belangrijke rol speelt.

Heimwee naar de sterren, Uitg. Meulenhoff Literair, 462 p., euro 25.

Info Hubert Lampo Genootschap: Emmy Van Kerkhove, Willemsstraat 14 bus 2008, 1210 St-Joost-ten-Node, e-mail: emmy.vankerkhove@luc.ac.be

A

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content