Kan ik mijn zoon én schoondochter beschermen?
Een tijd geleden heb ik een testament gemaakt waarin ik de naakte eigen-dom van mijn huis aan mijn kleinzoon nalaat en het vruchtgebruik aan mijn zoon. Intussen is mijn zoon getrouwd. Kan ik een gelijkaardige bepaling toe-voegen voor zijn echtgenote?
...
Een tijd geleden heb ik een testament gemaakt waarin ik de naakte eigen-dom van mijn huis aan mijn kleinzoon nalaat en het vruchtgebruik aan mijn zoon. Intussen is mijn zoon getrouwd. Kan ik een gelijkaardige bepaling toe-voegen voor zijn echtgenote? Het vruchtgebruik van het huis, waarvan je de naakte eigendom aan je kleinzoon nalaat, kan niet overgaan naar je schoondochter. Dat vruchtgebruik dooft uit wanneer je zoon overlijdt. Maar we begrijpen je wens om je zoon, zolang hij leeft, in het huis te laten wonen dat je aan je kleinzoon nalaat. Wil je hetzelfde voor de echtgenote van je zoon, dan kan je in je testament een woonrecht aan hem nalaten. Hij mag dan in je huis blijven wonen en moet daarvoor geen vergoeding betalen, tenzij anders bepaald in een overeenkomst. Dat woonrecht is beperkter dan het vruchtgebruik. Zo mag je zoon het huis niet verhuren en de huur opstrijken. Maar hij kan dit woonrecht wel op zijn beurt nalaten aan zijn echtgenote. Dat kan omdat het woonrecht niet uitdooft bij zijn overlijden, zoals dat bij het vruchtgebruik het geval is. Als jij wil dat ook je schoondochter beschermd wordt als je zoon voor haar zou overlijden, dan kan je best je testament in die zin aanpassen. Wij willen een schenking doen aan onze zoon. De notaris raadt ons aan om een beding van terugkeer in de akte op te nemen, voor het geval hij voor ons overlijdt. Maar wat keert er dan juist terug? En wat als de schenking er niet meer is? In meer dan 90% van alle schenkingen wordt vandaag een beding van terugkeer voorzien. Als de begiftigde - hier jouw zoon - voor jou zou overlijden, dan keert het geschonken goed belastingvrij naar jou - de schenker - terug. Dit beding van terugkeer kan worden opgenomen in een notariële akte, maar ook in het bewijsdocument van een bank- of handgift. Bij een bank- of handgift komt dat beding dan in de twee klassieke aangetekende brieven te staan die de schenking moeten bewijzen. Als jouw zoon voor jou overlijdt, keert het geschonken goed dat nog aanwezig is in het vermogen van je zoon - bijvoorbeeld een studio, een beleggingsportefeuille, aandelen van het familiebedrijf - gewoon naar jou terug, zonder dat je er erfbelasting op betaalt. Is het goed niet meer aanwezig, dan is er doorgaans een zaakvervanging voorzien in de schenkingsakte of in het bewijsdocument, en keert het vervangende goed terug. Een voorbeeld: jouw zoon heeft de beleggingsportefeuille die je hebt geschonken verkocht en heeft er een studio aan zee mee gekocht, dan keert de studio naar jou terug. Kan het (vervangende) goed niet terugkeren, dan heb je als schenker een persoonlijke schuldvordering ten belope van de waarde van het geschonken goed. Dat is bijvoorbeeld het geval als het om een geldsom gaat en het niet duidelijk is waarin het geld werd geïnvesteerd. Mijn dochter en haar vriend willen samen een huis kopen. Ze kregen de raad een beding van aanwas in de koopakte op te nemen. Maar wat gebeurt daarmee als ze uiteengaan? Als samenwoners een onroerend goed kopen met een beding van aanwas, en een van hen overlijdt, dan komt zijn/haar deel bij dat van de andere partner. De andere erfgenamen - zelfs de reservataire - kunnen daar dan geen rechten meer op laten gelden. Een beding van aanwas kan in principe enkel worden beëindigd als beide partijen daarmee instemmen. Gaan jouw dochter en haar vriend uiteen en zijn zij het er allebei over eens om het beding te laten stoppen, dan is er geen probleem. Maar zijn ze het niet eens, dan kan er een probleem rijzen. Als jouw dochter het huis dan wil verkopen, kan ze zich daarbij op de recente rechtspraak beroepen die zegt dat, als de relatie tussen de partners eindigt, het beding geen zin meer heeft en wegvalt. Het is echter niet zeker dat elke rechter deze rechtspraak ook zal volgen. Het is daarom beter om bij het opstellen van het beding al rekening te houden met een eventuele stopzetting van de relatie. En bijvoorbeeld te bepalen dat het beding telkens voor een hernieuwbare periode van twee jaar wordt aangegaan. Maar er kan ook worden voorzien dat aan het beding van aanwas een einde komt als de samenwoning eindigt. De notaris kan zo'n clausule op maat maken. Ik ben ambtenaar en ga binnen een paar jaar met pensioen. Vroeger telden onze studiejaren automatisch mee, maar dat voordeel wordt geleidelijk afgebouwd. Klopt het dat ik nu 1.500 euro per afgekocht studiejaar moet betalen? Vroeger telden de studiejaren van ambtenaren inderdaad automatisch mee voor hun pensioen. Als de vroegst mogelijke ingangsdatum van je pensioen na 1 december 2018 valt en je ten laatste op 1 december 2017 benoemd was, wordt enkel het deel van de diplomabonificatie dat je op 1 december 2017 hebt verworven, nog meegeteld. De berekening van dat deel van de bonificatie gebeurt op basis van je loopbaan, zoals die bij de Federale Pensioendienst gekend is. Je kan het resultaat van deze berekening bekijken op mypension.be. Voor het deel dat niet meer automatisch meetelt, wordt een forfaitair bedrag van 1.560,60 euro gerekend per periode van 12 maanden, als je de aanvraag tot afkoop van je studiejaren indient binnen de tien jaar na het behalen van je laatste diploma. Maar vermits je dicht tegen je pensioen aanzit, is die periode van tien jaar wellicht verstreken. In dat geval wordt er een actuariële berekening gemaakt. En sowieso gold het bedrag van 1.560,60 euro slechts voor een overgangsperiode, die afliep op 30 november 2020. Sindsdien is het afkopen van studiejaren duurder geworden.