WAT ALS IK NA 15 JAAR LIJFRENTE NOG LEEF?
Om mijn klein pensioen aan te vullen, wil ik mijn woning op lijfrente verkopen. Mijn makelaar stelt voor de duur tot 15 jaar te beperken. Maar wat als ik dan nog leef?
...
Om mijn klein pensioen aan te vullen, wil ik mijn woning op lijfrente verkopen. Mijn makelaar stelt voor de duur tot 15 jaar te beperken. Maar wat als ik dan nog leef? Bij een klassieke lijfrente blijf je zolang je leeft in je huis wonen. Je verkoopt immers de blote eigendom en behoudt het vruchtgebruik tot je overlijdt. Grote kosten en herstellingen zijn voor de koper. Waar vroeger die lijfrente levenslang liep, is dat nu nog zelden het geval. Vandaag bedraagt de maximumduur 15 of 20 jaar. Weinig kopers willen immers een huis op lijfrente kopen waarvoor ze moeten betalen tot iemand 110 wordt. Vandaar de beperking om 15 tot 20 jaar lijfrente te betalen. Wat jouw makelaar voorstelt, is dus de gewone gang van zaken, want je vindt sneller een koper voor een termijn van 15 jaar. Dat betekent dat de koper na 15 jaar stopt met zijn maandelijkse betalingen, maar jouw vruchtgebruik blijft ongewijzigd. Na 15 jaar heb je dan wel geen extra inkomen meer bovenop je pensioen, maar je mag de rest van je leven in het huis wonen. Als vuistregel geven we nog mee dat de optimale leeftijd om je huis op lijfrente te verkopen tussen 70 en 80 ligt. Je krijgt dan een mooie lijfrente en je vindt gemakkelijker een koper. Mijn partner heeft helaas zijn opzeg gekregen. Hij had 25 jaar dienst bij hetzelfde bedrijf en heeft een ruime opzegvergoeding gekregen. Wordt deze bij zijn inkomen van 2020 bijgeteld? Want dan zou hij heel zwaar belast worden. Inkomsten uit een opzegvergoeding worden afzonderlijk belast om de progressiviteit van de belastingen af te remmen. Het zou niet correct zijn om bij iemand die bijvoorbeeld in december 2020 een opzegvergoeding uitbetaald krijgt - die dan de komende zes maanden dekt -, deze vergoeding toe te voegen aan het loon van 2020, terwijl ze eigenlijk bedoeld is als buffer voor 2021. Door de progressiviteit van de belastingen zou deze persoon dan in een hoge belastingschijf vallen. De opzegvergoeding van je partner zal dus apart worden belast tegen de gemiddelde aanslagvoet van het laatste jaar waarin hij een normale beroepswerkzaamheid heeft gehad. In 2019 werd bij wet gespecifieerd dat het gaat om 'het laatste vorige jaar waarin de belastingplichtige twaalf maanden belastbare beroepsinkomsten heeft gehad'. Sindsdien is er dus geen discussie meer of een periode van vervangingsinkomsten - bijvoorbeeld een werkloosheidsuitkering - ook meetelt. Dat is sinds deze wet wel degelijk zo. Je hoeft die twaalf maanden dus niet effectief gewerkt te hebben. Net zoals op het loon, wordt in eerste instantie ook op een opzegvergoeding sociale zekerheid en bedrijfsvoorheffing afgehouden. De aanslagvoet voor de voorheffing wordt bepaald op basis van het loon dat als grondslag heeft gediend voor de berekening van de vergoeding. Het laatste maandloon zal dus de referentie zijn. Enkele weken geleden stuurde ik een aangetekende brief naar mijn huurder om de huur op te zeggen. Maar mijn huurder haalde de brief niet af. Telt deze aangetekende brief of moet ik een nieuwe sturen? Als je een aangetekende brief verstuurt, die ook correct aan je huurder werd geadresseerd, dan is die brief geldig. Het feit dat de bestemmeling de brief niet afhaalt, doet dus niets af aan de geldigheid. Bekijk wel of je het juiste adres van je huurder op de enveloppe vermeldde. Is dat niet het geval, dan is het aangewezen de brief nogmaals aangetekend op te sturen, ditmaal naar het juiste adres. Krijg je een brief die correct werd geadresseerd terug met de vermelding 'niet afgehaald', bewaar dan de teruggestuurde enveloppe ongeopend. Bij een latere discussie (bijvoorbeeld voor de rechtbank) kan je die dan als bewijsstuk gebruiken om aan te tonen dat je de aangetekende brief wel degelijk hebt verzonden. Hoewel de brief geldig is en je in principe geen nieuwe brief dient te versturen, moet je er wel rekening mee houden dat de bestemmeling geen kennis kon nemen van de inhoud. Je bezorgt je huurder dan ook best een kopie van de oorspronkelijke brief via de gewone post. Geef daarin aan dat je de brief die je eerder aangetekend hebt verzonden nogmaals via gewone post opstuurt omdat hij door je huurder niet werd afgehaald. Mijn buurman beweert dat de rij bomen die hij plantte een gemeenschappelijke haag vormt, die ook wij moeten onderhouden. Maar de bomenrij bevindt zich naast de afsluiting. Een van de bomen helt over naar onze kant en heeft de afsluiting beschadigd. Mijn buur wil de herstellingskosten delen, maar moet dat? Kan de vrederechter een dwangsom opleggen? Er is maar sprake van een gemeenschappelijke haag als die met het akkoord van beide buren exact op de scheidingslijn is geplaatst. In dat geval klopt het dat beide buren de haag moeten onderhouden. Maar in jullie geval bevindt de bomenrij, die jouw buurman als een haag beschouwt, zich op zijn erf en had hij zich bij de aanplanting inderdaad aan de wettelijke afstand moeten houden. Vermits het om hoogstammige bomen gaat, had hij die bomen op minstens twee meter van de perceelgrens moeten planten. Is dat niet zo, dan mag je vragen dat je buur de bomen verwijdert. Ook als de bomen op de juiste afstand werden aangeplant, moet je buur de takken die doorgroeien op jouw erf snoeien. Hij moet wel toestemming vragen om op jouw erf te komen. Verder is het duidelijk dat, wanneer de afsluiting beschadigd is omdat een boom van je buur overhelt, hij de kosten van de herstelling volledig moet betalen. Komen jullie niet tot een akkoord, dan kan je naar de vrederechter stappen, die inderdaad een dwangsom kan opleggen als je buur het vonnis niet uitvoert.