Dat Fernand inspiratie vond in Japan valt in zijn tuin niet te ontkennen. © G.F.

De Japanse droom van Fernand

De tuin van Fernand Hellputte is uitgegroeid tot een prachtige parel van 50 are. Een Japanse tuin wil hij het niet noemen, maar dat hij zich liet inspireren door het land van de rijzende zon, valt niet te ontkennen.

1979. Tijdens een tv-reportage over tuin-vijvers ontdekt Fernand Helleputte de schoonheid van een vijver temidden een En-gelse tuin. Hij woont op dat moment in Loncin, zijn tuin heeft niets British, maar zo’n vijver ziet hij wel zitten. Wanneer hij later zijn eigen-dom inruilt voor een woning in Marneffe, wordt hij kort daarna verliefd op een terrein van 5000 m2 in Bergilers, nabij Borgworm. Fernand ziet meteen dat er potentieel zit in deze oude zandgroeve in de vorm van een driehoek. Tien dagen vakantie in Spanje doen hem wegdromen en vanuit zijn strandstoel ontwerpt en tekent hij zijn tuin, nog voor hij zijn huis bedenkt.

Veel Japan, een vleugje Seychellen

Nu, 15 jaar en ontelbare uren werk en zweet later, is Fernand (intussen 65) maar wat fier om buren en voorbijgangers inkijk te geven in zijn schitterende Japans geïnspireerde tuin die zich over drie niveaus uitstrekt. “Ik noem het bewust geen Japanse tuin”, legt hij uit. “In Japanse tuinen zit weinig kleur. Alles is groen, met mossen, korstmossen en water.” Fer-nands tuin is zo ontworpen dat hij elk seizoen overloopt van de kleuren. “De Gleditsia (een boom uit Noord-Amerika en Azië) heeft gele bladeren in de lente, is groen in de zomer en kleurt opnieuw geel in de herfst. Terwijl de winterheide voor een roze en paars tapijt zorgt”, ligt Fernand zijn plantenkeuze toe.

Tijdens een reis naar Japan sprokkelt hij ideeën die hij daarna loslaat op zijn ontdek-kingstuin: lantaarns die een slim evenwicht in de ruimte brengen, stapstenen die een mooi pad vormen, ontelbare boeddha’s die hij rechtstreeks uit Bali laat overkomen. Aan een verblijf op de Seychellen houdt Fernand de herinnering aan een monumentale rotspartij over, die hij op schaal laat namaken om zo het lijnenspel van de verschillende tuinvolumes in de verf te zetten.

Achter de woning overspant een toori-poort het lievelingsterras van Fernand. In Japan bewaken deze poorten de ingang van heiligdommen en symboliseren ze de overgang naar de spirituele wereld. Onze tuinier heeft dit architectuurelement helemaal zelf ge-bouwd. Een vriend hielp hem de poort over-eind te krijgen. “Nooit heeft iemand een hand in mijn tuin mogen toesteken”, benadrukt de zestiger. “Dit doe ik alleen.”

Elke gelegenheid wordt aangegrepen om Fernand tuinboeken cadeau te doen, maar de man is een autodidact die zijn ervaring maar wat graag met kennissen en vrienden deelt. Het enige werk waar hij regelmatig naar te-ruggrijpt, is zijn grote tuinplanten & bloemen- encyclopedie, “om zeker te zijn dat een nieuwe plant de winter overleeft.”

Een tuin met een missie

In het Westen kennen we de term bonsai alleen van de ingesnoeide miniboompjes. In het land van de rijzende zon verwijst hij naar elke bijgewerkte boom, of die nu in een pot of in volle grond staat. Fernand heeft deze Ja-panse techniek toegepast op zowat alle planten waar een snoeischaar aan te pas komt. Zijn eerste probeersel was een kerstboom, die door zijn ronde vormen intussen onherkenbaar is geworden. Vandaag telt zijn tuin een twintig-tal bomen die hij naar eigen goeddunken in-snoeit, opnieuw laat uitgroeien, om ze dan weer in te snoeien.

Fernand heeft ook een vijftigtal esdoorns geplant tussen en rond de talloze buxussen, beelden van graniet en lavasteen, vaste plan-ten, lavendelsoorten en de twee vijvers met koikarpers. Ondanks de omvang en de techni-sche en esthetische perfectie, besteedt Fer-nand naar eigen zeggen maar enkele uren per week aan het onderhoud van zijn tuin. In sep-tember en oktober slaat hij volop aan het snoeien, van april tot eind september houdt hij met zijn kleine zitmaaier de 2.000 m2 gazon kort. Om te voorkomen dat onkruid de borders overwoekert, heeft hij op de zones met beplan- ting zwarte folie aangebracht die hij daarna met keien uit de Maas heeft bedekt.

Onze wondertuinier strooit graag met tips. Daarom stelt hij zijn tuin één weekend per jaar open voor het publiek. “Op een dag vroeg een koppel of ze hier mochten tai-chiën, terwijl de andere bezoekers toekeken. Ik heb zelfs mensen uit de Elzas over de vloer gehad. En een vrouw is ooit beginnen wenen bij het zien van zoveel schoonheid en rust”, vertrouwt Fernand ons toe. De opbrengst van zijn tuinkijkdagen gaat naar een vzw die zich inzet voor jongeren met een beperking. Of hoe deze serene tuin almaar meer harten verovert.

CATHERINE DECOCK

Partner Content