De interessante opties

In het begin gingen advocaten en juristen fel tekeer tegen de wet op de fiscale amnestie die ze amateuristisch in elkaar gestoken vonden. Later werd zelfs over een regelrechte mislukking gesproken. Moeten we de Eenmalige Bevrijdende Aangifte dan maar zo snel mogelijk vergeten? Integendeel, het is nu of nooit!

Bestaat er een verband tussen de aanslagen van 11 september en Belgische spaarders die hun geld in het buitenland hebben ‘verborgen’? Op het eerste gezicht niet. Toch is dat verband er wel degelijk en het valt niet te negeren: de aanslagen brachten de gerechtelijke en fiscale overheden in alle westerse landen ertoe de druk op de financiële instellingen te verhogen om een grotere transparantie van bankrekeningen en transacties te krijgen. De belangrijkste bedoeling is terroristen te ontmaskeren, maar iedereen wordt in mindere of meerdere mate door die evolutie getroffen, ook de kleine spaarder die liever niet heeft dat Vadertje Staat weet wat hij met zijn geld doet.

Dit lijkt misschien een sensatiegerichte introductie op de Eenmalige Bevrijdende Aangifte (EBA) van minister van Financiën Didier Reynders. Toch is het niet overdreven. Om de draagwijdte van de EBA te begrijpen, moet die in haar context worden gesitueerd, namelijk die van een grondige wijziging van het financiële decor, zowel op nationaal als op internationaal niveau.

Het is geen toeval dat de fiscale amnestie (zo wordt de EBA meestal genoemd) in België volgde op gelijkaardige maatregelen in Italië, Ierland en Duitsland. De repatriëring van in het buitenland verborgen kapitalen is duidelijk in. Bij ons tekende deze trend zich al enkele jaren geleden af, zo merken bankiers op. Maar meer nog dan het feit dat er wel degelijk gerepatrieerd wordt, valt het hen op dat Belgen hun spaargeld veel minder vaak naar het buitenland overbrengen dan vroeger. Waarom? Naast de internationale context zoals daarnet geschetst, dragen diverse elementen daartoe bij.

KB Lux, kinderen en erfgenamen

Een eerste verklaring is gewoon de angst voor de arm der wet, lees: (nog steeds) de nasleep van de zogenaamde KB Lux-affaire. Het feit dat de Belgische fiscus in het bezit kon komen van gegevens over enkele duizenden ‘stevige fraudeurs’ met een rekening bij een Luxemburgs filiaal van de Kredietbank (nu KBC), had het effect van een elektrische schok en die is nog altijd niet uitgewerkt. Wat totnogtoe werd beschouwd als een in alle stilte getolereerde nationale sport, wordt nu als een heus vergrijp vervolgd. Is dat geen tweemaal nadenken waard?

Ook op een totaal ander vlak begon het heel wat fiscaal ‘voortvluchtigen’ te dagen: die fameuze nationale sport blijkt hun kinderen nauwelijks te interesseren. Zij zien daarin een soort folklore. Dat mentaliteitsverschil tussen ouders en kinderen is, zo menen heel wat bankiers, de eerste reden voor de repatriëring van kapitalen. De jongere generaties zien aan de fiscus ontsnappen duidelijk niet meer als een absolute prioriteit. Ze zijn bereid hun steentje bij te dragen, in ruil voor een voorrecht waar ze al zo lang naar verlangden: eindelijk van het geld kunnen profiteren waarover ze zoveel hebben gehoord maar waarvan ze de kleur nooit hebben gezien! In de praktijk is het trouwens zo dat ouders aan repatriëring denken op het moment dat ze hun kinderen een goede start in het leven willen geven, bijvoorbeeld door hen te helpen bij het financieren van een eigen huis.

Bij de diverse andere redenen voor die ommekeer horen nog de wettelijke beschikkingen over de schenkingen, die in België heel voordelig zijn. Ze zijn niet nieuw, maar hun bekendheid is sterk toegenomen en dat bij een steeds ruimer publiek. Roerende waarden (aandelen, obligaties, enz.) kunnen in ons land immers van hand tot hand worden overgedragen, zonder be-taling van schenkingsrechten. Dat zoveel buitenlanders met een fortuintje kiezen voor een domiciliëring in ons land is geen toeval!

De Europese dreiging

Een meer technisch element én een belangrijke bron van bezorgdheid voor heel wat belastingplichtigen vormt de fameuze Europese richtlijn over de spaarfiscaliteit die op 1 juli 2005 van kracht wordt. Spaarders die beschikken over roerend vermogen in Luxemburg zullen dan niet meer kunnen ontsnappen aan de voorheffing, zoals dat nu het geval is, maar ze zullen nog wel een hele tijd van het bankgeheim kunnen genieten (zie kaderstuk: De Luxemburgse voorheffing: trucs en tips, p.81).

De fiscale omgeving zal echter totaal overhoop worden gegooid voor diegenen die hun spaarkous in andere landen van de Europese Unie hebben verborgen, bijvoorbeeld in Nederland. Net als elf andere landen, zal Nederland immers meewerken aan het uitwisselen van informatie: voor elke cliënt die in een ander land van de Europese Unie verblijft, zal een overzicht van de inkomsten ontvangen op een Nederlandse rekening aan de fiscus van dat land worden doorgespeeld.

Kortom, een Belg die houder is van een rekening in Sluis zal voor de Belgische belastingontvanger transparant zijn!

Ter herinnering: Oostenrijk, België en Luxemburg doen niet mee aan deze gegevensuitwisseling. Zij zullen wel een voorheffing aan de bron innen.

Besluit: heel wat Belgische spaarders zijn beginnen te beseffen dat ze in werkelijkheid veel minder redenen hadden om hun vermogen te expatriëren als ze wel dachten. Of dat ze daartoe in een nabije toekomst veel minder of zelfs helemaal geen reden meer zullen hebben...

Wat niet werd aangegeven

In deze context past de fameuze Eenmalige Bevrijdende Aaangifte (EBA). Tot 31 december 2004 kan een berouwvolle Belg te biechten gaan bij de fiscus, die hem dan de absolutie zal geven... via een akte van berouw, namelijk de be-taling van een boete uitgedrukt in een percentage van de bedragen in kwestie. Daarvoor richt men zich ofwel recht- streeks tot de Federale Overheidsdienst Financiën, ofwel tot een bank, een beursvennootschap of een verzekeraar. Die tweede weg is voor niet-specialisten duidelijk een aanrader, want de financiële tussenpersonen zijn uiteraard perfect op de hoogte van de te volgen procedures. Verschillende van hen leggen de belastingplichtige zelfs in de watten door hem enkele voordelen te bieden. De kosteloze transfert van effecten vanuit hun Luxemburgse filialen, bijvoorbeeld (in normale omstandigheden is de transfert van een bank naar een andere verre van gratis). Of door geen bewaarkosten aan te rekenen voor de effecten gedurende het eerste jaar waarin ze in België worden bewaard.

Zonder in de technische details te treden, hernemen we hier de belangrijkste basiselementen van de EBA.

Ze richt zich alleen tot particulieren, en dat sluit dus elk vermogenselement uit dat via een vennootschap wordt aangehouden.

Ze is van toepassing op activa die niet werden aangegeven, of die met niet-aangegeven inkomsten werden verworven. Het doelwit van de EBA wordt dus gevormd door, bijvoorbeeld, aandelen die men heeft geërfd maar die in alle stilte buiten de nalatenschapsaangifte werden gehouden. Of obligaties die met niet-aangegeven beroepsinkomsten werden gekocht.

Let op Effecten of geld uit een goed en wel aangegeven successie worden dus niet als zwart beschouwd omdat ze naar een kluis of rekening in Luxemburg of Nederland werden overgebracht: Belgische burgers zijn volledig vrij om hun geld in het buitenland te beleggen! Maar de interesten en andere dividenden die men daar zou hebben geïnd en die men in de belastingaangifte vergat te vermelden, verloren daardoor wél hun maagdelijke witheid. Zij zijn zwart en stappen zo wél het toepassingsgebied van de EBA binnen.

Ze heeft betrekking op sommen die op een bankrekening in het buitenland worden aangehouden én op roerende waarden (obligaties, aandelen, kasbons, fondsen, enz.), of die nu in een kluis of op een effectenrekening worden bewaard. Cash geld in een kluis is uitgesloten, net als bijvoorbeeld goudstaven.

Ook in België

Niet alleen het buitenland wordt geviseerd: ook effecten in België, in een kluis of onder een matras, kunnen geregulariseerd worden. Effecten op een effectenrekening ontsnappen er echter aan. Dat lijkt misschien abnormaal maar het is hoe dan ook niet erg: het volstaat immers die effecten van de rekening te halen, dat wil zeggen ze materieel te laten leveren, om aan de criteria voor de EBA te voldoen.

Als het ook om activa gaat die in België worden bewaard, dan is dat omdat de EBA eerder op regularisatie gericht is, en niet zozeer op repatriëring. Een Belgische spaarder kan perfect activa regulariseren die in het buitenland werden belegd én ze daar laten. Hij zal wel gediscrimineerd worden, want hij is dan verplicht zijn EBA rechtstreeks tot de ad hoc afdeling van het ministerie van Financiën te richten (EBA-cel, Wetstraat 71, 1000 Brussel), zodat hij zijn anonimiteit verliest. Had hij zich tot een financiële tussenpersoon kunnen richten, dan zou die de identiteit van de spaarder niet aan de fiscus doorspelen.

Vals spelen uitgesloten De EBA werd al in de zomer van 2003 aangekondigd en trad in werking in januari 2004. De wet bevat echter een regeling die bedoeld is om vals spelen tegen te gaan: sommen en effecten die het voorwerp zijn van een regularisatie moeten al van voor 1 juni 2003 in het bezit van de belastingplichtige zijn. Het bewijs daarvan kan worden geleverd via allerlei documenten met bewijskracht: rekeninguittreksels, aankoopborderellen of bewijzen van de inning van dividenden en coupons, enz. De minister van Financiën verduidelijkte al meerdere malen dat die documenten oud mogen zijn, dat ze mogen dateren uit de jaren 90, 80 of zelfs vroeger. Dat is dus interessant voor mensen die al heel lang geleden effecten kochten en die in een kluis bewaard hebben.

Uitdrukkelijk verboden is de EBA met geld uit zware fraude, geld dat bijvoorbeeld van de rekeningen van een vennootschap werd gehaald via valse facturen. Nog een uitsluiting is er voor een belastingplichtige die al op de hoogte werd gebracht van het feit dat tegen hem een fiscaal onderzoek werd gestart.

6, 9 of ... 15 %?

De boete voor gerepatrieerde activa bedraagt 6 of 9 %, zo staat het overal te lezen. Maar dat is theorie. In werkelijkheid gaat het meestal om 9 %, want dat tarief legt de wet op voor effecten aan toonder, en die liggen de Belg erg nauw aan het hart want daarvan kunnen ze de coupons knippen. Bovendien moeten effecten die in een kluis worden bewaard, na hun aangifte via de EBA, gedurende drie jaar worden geblokkeerd (vreemd genoeg ontsnappen de effecten op een buitenlandse effectenrekening daaraan). Wie die blokkering niet respecteert, wordt gestraft met een supplement van 6 %. Het is dus duidelijk dat een belastingplichtige die dadelijk over zijn activa wil beschikken, bereid moet zijn 15 % te betalen!

Twee opmerkingen moeten we daarbij maken.

1. De blokkering in kwestie is erg soepel: u kunt de geblokkeerde activa verkopen en er andere kopen, op voorwaarde dat het voor een (ongeveer) gelijkwaardig bedrag is. U mag die som ook opnieuw investeren, onder andere in een gebouw, in België of elders in Europa.

2. Wanneer hij een EBA heeft ingediend, ontvangt de berouwvolle belastingplichtige een attest van zijn financiële tussenpersoon. Een soort anti-fiscusverzekering. Wat wil dat zeggen? Hij heeft zijn situatie geregulariseerd en is dus veilig voor de fiscus, maar dat weet zijn belastingontvanger natuurlijk niet. Die kan zich dus terecht vragen stellen over de herkomst van de kapitalen waarmee de belastingplichtige plots een gebouw kan kopen, een abnormaal hoge uitgave op basis van de aangegeven inkomsten. Op dat ogenblik kan het attest van de financiële tussenpersoon worden bovengehaald, waarmee elke ondervraging wordt gedwarsboomd, al blijft dit punt een zekere argwaan wekken bij kritische geesten.

Volledig, gedeeltelijk, of niet

Samenvattend kunnen we stellen dat de EBA vooral interessant is voor wie tegelijkertijd veel geld verborgen heeft gehouden – in België of in het buitenland – én het op korte termijn wil gebruiken. Een belastingplichtige met een bescheiden spaarkous daarentegen, die er op korte termijn geen opvallend gebruik wil van maken, kan waarschijnlijk volstaan met wat we een discrete repatriëring (van de buitenlandse naar een Belgische rekening) zouden noemen. Een repatriëring buiten de EBA dus, een optie die door bepaalde specialisten wordt aangeraden.

Uiteraard bestaat er ook een tussenweg: men kan ervoor kiezen een deel van zijn verborgen schat d.m.v. een EBA te repatriëren, bijvoorbeeld net voldoende om een kind te helpen bij de aankoop van een huis, en de rest in het buitenland laten.

Uiteindelijk moet iedereen zelf oordelen of het voor hem of haar opportuun is om gebruik te maken van de EBA, op basis van de persoonlijke situatie. Vergeet echter niet, we kunnen het niet vaak genoeg herhalen, dat de tijden veranderd zijn en nog zullen veranderen!

Twee concrete waarschuwingen: enerzijds werd het begrip ‘witwassen van geld’ (een zwaar vergrijp) sterk verruimd, net als de verantwoordelijkheid van de financiële tussenpersoon. De bankier die u vandaag voor u hebt, is dus niet dezelfde als diegene die u misschien geholpen heeft bij uw fiscale exodus! Hij riskeert nu veel meer en dat weet hij zeer goed! Bij ‘verdachte’ geldstortingen of overschrijvingen waarvoor geen aangifte wordt ingediend, zal uw bankier misschien vervelende vragen stellen. Gaat het om frauduleus geld, dan kan hij immers medeverantwoordelijk worden gesteld. Als hij twijfelt, zal hij dan ook altijd vragen waar de centen vandaan komen en ze eventueel weigeren. Neemt de bankier geld aan waarvan hij vermoedt dat het afkomstig kan zijn van een witwasmisdrijf, dan is hij bovendien verplicht de antiwitwascel daarvan in te lichten.

We mogen ook niet uit het oog verliezen dat fiscale fraude in de toekomst steeds zwaarder zal worden bestraft. De minister van Financiën heeft dat al meermaals verklaard: de sancties zullen vanaf volgend jaar verdubbeld worden. Bij ons en in het buitenland zal het ook steeds moeilijker worden voor wie de fiscus een stapje voor wil blijven: niet om zwart geld te bezitten, maar wel om het uit te geven. Beter voorkomen dus dan genezen... n

A Guy Legrand

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content