De gouden mythe leeft

Het Verre Oosten evolueert in ijltempo. De wolkenkrabbers van Bangkok of Shanghai hebben nog weinig met het eeuwenoude mysterie van de Oriënt te maken. Toch zijn er nog plekken waar de tijd langzaam voorbijglijdt. Zoals in Myanmar, vroeger Birma, een land met veel natuur, archeologische topsites en ontwapenend vriendelijke mensen.

Birma is één van de meest mysterieuze en minst toegankelijke landen op deze aardbol gebleven. De militaire junta die er aan de macht is, herdoopte het land in 1989 tot Myanmar om definitief afstand te kunnen nemen van het koloniale verleden. De naam Myanmar, wat zoveel betekent als ‘de eerste inwoners van de aarde’, werd ook in de 18e eeuw gebruikt, vooraleer de Britten arriveerden. Sinds enkele jaren worden inspanningen gedaan om het toerisme aan te zwengelen, maar toch blijft Myanmar één van de minst bezochte streken ter wereld. Bovendien zijn bepaalde gebieden verboden voor toeristen, meer bepaald in het noorden waar opium verbouwd wordt en de grensstreken. Hierdoor heeft het land een eigenheid behouden die op vele andere plaatsen in Azië al lang zoek is. Bovendien is de natuurpracht overweldigend, bezit het land verrassend rijke archeologische sites en is het bezaaid met duizenden monumenten ter ere van Boeddha. Maar de grootste charme gaat uit van zijn onvoorstelbaar vriendelijke bevolking, die een erg traditioneel boeddhisme belijdt en zeer bijgelovig is.

Tot 1948 was Birma een Britse kolonie. Eind 19e en begin 20e eeuw bezochten Britse schrijvers het gebied en de verhalen die zij mee naar huis brachten verleenden het land een mythische status.

Zo schreef Ruduyard Kipling, de auteur van Jungle book, over Birma:

And here, on the horizon, appears a mysterious, gold, splendid, glittering marvel that burns under the sun, with a form that is neither a Muslim dome nor a spire of a Hindu temple. “That is ancient Shwedagon” my travelling companion said. The golden dome replied:” This is Burma and it will be different from any other place that you have ever known.”

(Hier, aan de horizon, verschijnt een mysterieus, gouden, schitterend wonder dat blinkt in de zon, met een vorm die noch de koepel van een Moslimmoskee is, noch de spits van een Hindoetempel.“Dit is het oude Schwedagon”, zei mijn reisgezel. De gouden koepel antwoordde: “Dit is Birma en het zal anders zijn dan eender welke andere plaats die u ooit hebt gezien.”)

Uit ‘Letters from the East’ (1898)

In de 21e eeuw zijn gouden stupa’s, tempels en boeddhabeelden nog steeds overvloedig aanwezig, want al de creatieve energie van de Myanmarezen gaat in de constructie van pagodes, representaties en muurschilderingen van ‘de grote verlichte’. En volgens de alomverspreide filosofie is kwantiteit belangrijker dan kwaliteit zodat er nog driftig wordt voortgebouwd aan steeds meer, en steeds grotere afbeeldingen van Boeddha.

De gouden draak

Ooit was de hoofdstad Rangoon beroemd voor zijn ontelbare gouden pagodes. De industrialisatie heeft ook hier toegeslagen, maar toch behoudt de stad een koloniale charme die andere metropolen in de regio al lang verloren zijn.

Tot de 18e eeuw was Yangon, zoals de Myanmarezen hun hoofdstad noemen, voornamelijk een bedevaartoord. De belangrijkste attractie van de stad, de Schwedagonpagode, is net niet de grootste van het land – die eer valt de concurrent in Bago te beurt – maar misschien wel de mooiste van de wereld en zeker één van de belangrijkste plaatsen voor boeddhisten. Al in de 11e eeuw werd over dit heilige oord gesproken maar de huidige vorm dateert van 1768, toen de pagode na een aardbeving werd heropgebouwd.

De gouden stupa is niet minder dan 98 meter hoog en bezet met 700 kilogram goud. Terwijl u de trappen oploopt, voelt u zelf hoe de gouden draak hier heerst over de omgeving. Hij vormt het centrum van een gebied dat volgestouwd is met kleinere pagodes, tempeltjes en stupa’s in allerlei vormen. Een adembenemend spektakel.

Heilige bergen en grotten

Mount Popa is een oude vulkaan, een heilige berg en al sinds mensenheugnis een bedevaartoord. Hier komen de Myanmarezen de nats huldigen, want ze geloven dat deze machtige geesten hier wonen. Boven op de berg zijn kloosters gebouwd. Onderweg naar de top ontmoet u veel monniken en... wilde apen die heel wat minder toeristvriendelijk zijn. Een beetje avontuurlijker dan Scherpenheuvel is deze bedevaart dus wel.

Hoe onbereikbaarder hun gebedsplaatsen zijn, hoe leuker ze het hier lijken te vinden. Dat geldt zeker voor de Golden rock, de rots die alle wetten van de zwaartekracht tart. Het lijkt wel of zij elk moment naar beneden kan donderen. Volgens de legende zou het een haar van Boeddha zijn, dat dit precaire evenwicht in stand houdt. Beter toegankelijk is de grot van Pindaya die in een bergflank verscholen ligt en meer dan 8000 boeddhabeelden herbergt.

Archeologische pracht

Langs de oevers van de Irrawaddy, de rivier die Myanmar van noord naar zuid doorkruist, ligt Bagan, een van de mooiste en indrukwekkendste archeologische sites ter wereld. Talloze tempels in alle mogelijke vormen en dimensies liggen voor uw ogen verspreid. Het was koning Anawratha, de 42e koning en vereniger van het Birmaanse rijk, die in de elfde eeuw Bagan uitbouwde. Tegen het eind van de 12e eeuw stonden er al 10 000 monumenten. Later was het de kleinzoon van de Mongoolse heerser Ghengis Khan die de stad veroverde. Daarna raakte de site in verval, nadat aardbevingen één derde van alle tempels hadden verwoest. Via een Unesco-programma werden de belangrijkste monumenten ondertussen gerestaureerd. Het resultaat is uniek: op een oppervlakte van 30 vierkante kilometer staan niet minder dan 4000 pagodes. U kunt de site per wagen verkennen, met de fiets of zelfs... in een mongolfière.

Road to Mandalay

Mandalay is een naam met een mythische bijklank. Dit was de laatste hoofdstad van het Birmaanse koninkrijk. De stad telt 150 kloosters en er verblijven niet minder dan 70 000 monniken. De stad werd in 1857 op enkele kilometers van de oude hoofdstad Amarapura gebouwd, op bevel van de Birmaanse koning Mindon. Volgens de overlevering had Boeddha verklaard dat er 2400 jaar later een stad moest worden gebouwd, aan de voet van de heuvel Mandalay. Tijdens de bouw liet de koning 50 personen levend begraven zodat hun zielen het oord de nodige bescherming konden verlenen.

De zoon van koning Mindon, Thibaw – berucht omdat hij zijn 72 zusters en broers liet terechtstellen – regeerde over Mandalay tot de Britten het in 1885 annexeerden. In 1945 werd de stad zwaar gebombardeerd waardoor het prachtige koninklijk paleis verloren ging net als vele houten huizen.

De Britse bezetters zochten vaak verkoeling bij het ondiepe Inle-meer waar ze houten huisjes aan de oever bouwden. Ze worden nog steeds bewoond door een honderdduizendtal ‘Inthas’, die in hun drijvende tuinen o.a. aardappelen, bonen en tomaten kweken. Ook de manier waarop ze vis vangen is origineel: ze doorspiezen de gevangen vis, terwijl ze hun boot met de voeten besturen. n

A Tekst: Filip Godelaine, foto’s: Marco Paduzzo / Digitagent

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content