De fiscus helpt gescheiden ouders

Binnenkort mag u (moet u) uw fiscale aangifte voor 2008 invullen. Naast de jaarlijkse aanpassing van de grensbedragen, is er één grote nieuwigheid: een aanpassing van de regeling voor gescheiden ouders die hun kroost beurtelings opvoeden. Wat moet u weten? En wat als zoon of dochter een centje bijverdient?

Voor gescheiden ouders met kinderen is sinds 2006 de gelijkmatige verdeling van de huisvesting (het co-ouderschap) de norm. Het fiscale voordeel voor kinderen ten laste verdelen, kan ook al langer dan vandaag maar vanaf de aangifte voor 2008 (inkomstenjaar 2007) wordt dit systeem van fiscaal co-ouderschap aangepast.

Eén gezamenlijke of twee aparte aangiften

De eerste vraag die zich stelt, is of de gescheiden partners één gezamenlijke belastingaangifte, dan wel twee aparte aangiften moeten indienen.

n Was u in 2007 uit de echt gescheiden (of gescheiden van tafel en bed) of werd de scheidingsprocedure in dat jaar afgerond, dan worden u en uw ex als alleenstaanden belast. Dit betekent dat u elk een aparte belastingaangifte moet indienen. Let wel, het is slechts vanaf het ogenblik dat het vonnis van de rechter (de echtscheidingsakte) is overgeschreven in de bevolkingsregisters dat u voor de fiscus uit de echt ge-scheiden bent. Zolang dit niet is gebeurd, moet u een gezamenlijke aangifte indienen.

WEETJE Wettelijk samenwonenden worden sinds aanslagjaar 2005 (inkomsten 2004) fiscaal op dezelfde manier behandeld als echtgenoten. Is de wettelijke samenwoning beëindigd voor of in 2007 (door een gezamenlijke of eenzijdige verklaring voor de gemeentelijke ambtenaar van de burgerlijke stand), dan moeten er dus twee afzonderlijke aangiften worden ingediend.

n Voor partners die feitelijk gescheiden leven (die dus officieel gehuwd blijven maar niet meer samenwonen) is er een aparte regeling. Indien de feitelijke scheiding zich in 2007 voordeed, dan moet er in principe voor het inkomstenjaar 2007 nog een gezamenlijke aangifte worden ingediend. Het is pas vanaf inkomstenjaar 2008 (het jaar volgend op het jaar van de feitelijke scheiding) dat er twee afzonderlijke aangiftes mogen worden ingediend. Maar... in de praktijk kan het invullen van deze gezamenlijke aangifte wel eens problemen opleveren. Als de partners niet goed meer overeenkomen (en het niet zien zitten om samen de belastingbrief in te vullen en te ondertekenen) laat de fiscus toe dat beide partners elk een afzonderlijke aangifte invullen, ook voor het jaar van de feitelijke scheiding.

LET OP! Het gaat hier enkel om de aangifte. De fiscus zal voor het jaar van de feitelijke scheiding altijd één gezamenlijke aanslag vestigen. De belasting-schuld (of de eventuele teruggave) zal achteraf sowieso moeten verdeeld worden tussen de (ex-)partners.

Nieuw: het fiscale voordeel voor kinderen ten laste verdelen

Kinderen kunnen fiscaal nooit ten laste zijn van meer dan één persoon, zelfs in het geval dat de ouders niet meer samenleven. Vroeger stelde dat niet veel problemen. Meestal verbleven de kinderen het merendeel van de tijd bij een van de ouders en die ouder genoot dan de fiscale voordelen waarop kinderen recht geven. Met het systeem van co-ouderschap, in 2000, kregen de ouders de keuze of ze het fiscale voordeel wilden delen, of niet. En bij de aangifte 2008 wordt deze keuze nog makkelijker en interessanter gemaakt.

De ouders kiezen ervoor het fiscale voordeel te delen.

Gescheiden ouders bij wie de kinderen om beurten verblijven, kunnen het fiscale voordeel voor kinderen ten laste dus verdelen. Dit is echter niet mogelijk als de ouder die een onderhouds-uitkering voor de kinderen betaalt, deze uitkering fiscaal aftrekt (lees verder, p. 92).

n Gemakkelijker. Tot nog toe moesten de ouders gezamenlijk een schriftelijke aanvraag opstellen die zij bij hun respectievelijke aangiften in de personenbelasting moesten voegen. De aanvraag moest elk jaar worden hernieuwd (wat niet makkelijk was als de ouders niet in de beste verstandhouding leefden). Vanaf inkomstenjaar 2007 zal het fiscale co-ouderschap worden toegepast als er op 1 januari van het aanslagjaar een schriftelijk bewijs bestaat en dit hoeft maar één keer te worden opgesteld. Dit bewijs bestaat uit ofwel een geregistreerde overeenkomst tussen de ouders, ofwel een gehomologeerde rechterlijke beslissing. Daarin moet staan dat de huisvesting gelijkmatig is verdeeld over beide ouders en dat zij bereid zijn de verhoging van de belastingvrije sommen voor de kinderen te verdelen. De ouders vermelden in de aangifte dat voor één of meer kinderen een gelijkmatig verdeelde huisvesting wordt aangevraagd (code 1034 en/of 1036 invullen). Op vraag van de fiscus moeten de nodige bewijsstukken (onderlinge overeenkomst of rechterlijke beslissing) worden voorgelegd.

Is er geen overeenkomst en ook geen rechterlijke beslissing, dan is er geen fiscaal co-ouderschap en zijn de kinderen in principe ten laste van de ouder bij wie ze gedomicilieerd zijn op 1 januari van het aanslagjaar.

n Interessanter. Vanaf aangifte 2008 is de fiscus toegeeflijker voor gescheiden ouders die om beurten voor hun kroost zorgen. Als ze niet hertrouwd zijn, hebben ze recht op een hogere belastingvrije som omdat de fiscus hen allebei beschouwt als alleenstaanden met kinderen ten laste. De extra belastingvrije som bedraagt euro 1280 (inkomsten 2007). Vroeger gold dit enkel voor de ouder die de kinderen fiscaal ten laste had.

Beide ouders kunnen de kosten voor opvang van kinderen van minder dan 3 jaar aftrekken. Doen ze dat niet, dan kunnen ze genieten van de helft van het forfaitaire voordeel (euro 480).

(Eén van) de ouders wensen het fiscale voordeel niét te delen.

Zelfs al zorgen ze om beurten voor hun kinderen, toch kunnen de ouders ervoor kiezen het fiscale voordeel voor kinderen ten laste niét te verdelen. Het is dan voorbehouden voor de ouder die de kinderen fiscaal ten laste heeft. Ook is het onmogelijk om het voordeel te delen als de ouder die een onderhouds-uitkering voor de kinderen betaalt, deze fiscaal aftrekt.

LET OP! De ouder die een onderhouds-uitkering voor de kinderen ontvangt, moet deze uitkering niet opnemen in zijn of haar fiscale aangifte. Ze moet opgenomen worden in de aangifte van de kinderen. 80% van deze uitkering wordt belast, maar de eerste schijf van euro 2660 is vrijgesteld.

Vrij kiezen voor de meest interessante formule.

De ouders kiezen de formule die fiscaal het voordeligst is maar om die te ontdekken, zijn een aantal ingewikkelde berekeningen nodig op basis van de inkomsten van beide ouders en het aantal kinderen ten laste. Als er een onderhoudsuitkering wordt betaald, is de situatie nochtans eenvoudig. Dan mag de verhoging van de belastingvrije som niet gedeeld worden, maar is het zeker fiscaal voordelig dat de ouder die de uitkeringen betaalt ze fiscaal aftrekt en dat de andere ouder de kinderen fiscaal ten laste neemt.

VOORBEELD Jan en Els zijn gescheiden en hebben twee kinderen. Jan betaalt een maandelijkse onderhouds-uitkering van euro 500 (euro 250 per kind). Op jaarbasis is dit een bedrag van euro 6000. Jan kan 80% van dit bedrag (euro 4800) fiscaal aftrekken op zijn belastingaangifte. Dit geeft hem een effectief voordeel van ongeveer 50% of euro 2400 op jaarbasis.

Els kan de twee kinderen fiscaal ten laste nemen en hierdoor op haar beurt minder belastingen betalen. Haar belastingvrije som wordt immers verhoogd met euro 3310 zodat ze in totaal geen belastingen moet betalen op de eerste schijf van euro 9350 aan inkomsten. Zowel Jan als Els doet dus een goede zaak!

Kinderen die een centje bijverdienen: de grenzen

Door in de schoolvakanties of tijdens de weekends te werken, verdienen kinderen vaak een centje bij. Dit kan echter belangrijke gevolgen hebben voor de fiscale situatie van de (gescheiden) ouders. Fiscaal ten laste zijn, heeft immers tot gevolg dat de belastingvrije som van de ouders wordt verhoogd met een bijkomend bedrag. Is een kind fiscaal niet meer ten laste, dan zal de ouder meer belastingen moeten betalen. Hoeveel het verschil precies is, leest u in onderstaande tabel. De berekeningen zijn gebeurd aan de hand van de cijfers die gelden voor het inkomstenjaar 2007 en rekening houdend met 7% gemeentebelasting.

n Om fiscaal ten laste te zijn (en te blijven), moet uw kind aan de volgende drie voorwaarden voldoen:

1. Het moet op 1 januari van het aanslagjaar deel uitmaken van uw gezin. Voor het inkomstenjaar 2007 betekent dit dat uw kind op 1 januari 2008 bij u moet wonen.

2. Het mag niet door u bezoldigd worden. Dit is belangrijk voor zelf-standigen die hun kinderen laten helpen in de zaak. Als zij hun kinderen hiervoor betalen (1 euro is voldoende) en dit bedrag aftrekken als een werkelijke beroepskost, dan zijn deze kinderen niet meer fiscaal ten laste.

3. De zogenaamde nettobestaansmiddelen van uw studerende zoon of dochter mogen een bepaald bedrag niet overschrijden (zie de tabel Barema’s en grensbedragen, op p. 93).

n N ettobestaansmiddelen zijn niet alleen de inkomsten uit een studentenjob, maar ook onderhoudsuitkeringen (bijvoorbeeld betaald door een uit de echt gescheiden vader aan zijn studerende zoon) en inkomsten van onroerende en roerende goederen waarvan de ouders het wettelijke genot niet hebben. Denk in dit verband bijvoorbeeld aan kasbons en aandelen die een kind geërfd heeft van een suikertante. De inkomsten uit deze beleggingen tellen mee om de grens van de nettobe-staansmiddelen te berekenen vanaf het jaar waarin het kind 18 wordt.

Er zijn echter ook inkomsten die niet als bestaansmiddelen moeten worden beschouwd. Dit is onder andere het geval voor:

– wettelijke kinderbijslagen, studiebeurzen

– de eerste schijf van euro 2660 van in 2007 toegekende onderhoudsuitkeringen

-de eerste schijf van euro 2210 van de bezoldigingen die een kind heeft gekregen voor een studentenjob. Van het saldo mag 20% forfaitaire kosten worden afgetrokken.

Concreet: een voorbeeld. Jan is 18 jaar, studeert nog en woont bij zijn uit de echt gescheiden moeder. In juli 2007 heeft Jan als jobstudent euro 3000 verdiend. De vader van Jan betaalt hem eveneens een onderhoudsuitkering van euro 5000 op jaarbasis. Is Jan nog fiscaal ten laste van zijn moeder?

Om deze vraag te beantwoorden, moeten we berekenen hoe groot zijn netto bestaansmiddelen zijn.

n Zijn inkomen als student: de eerste schijf van euro 2210 telt niet mee als netto bestaansmiddel en hij mag 20% aftrekken als forfaitaire kost: (3000 – 2210) x 80% = euro 632.

n Zijn onderhoudsuitkering: slechts 80% telt mee en de eerste schijf van euro 2660 is vrijgesteld: (5000 – 2660) x 80% = euro 1872.

n Totaal van de netto bestaansmiddelen: 632 + 1872 = euro2504.

Jan is dus nog fiscaal ten laste van zijn moeder aangezien zijn nettobe-staansmiddelen niet hoger zijn dan euro 3840 (zie de tabel).

Let wel, Jan moet in zijn aangifte in de personenbelasting (aanslagjaar 2008 – inkomsten 2007) het totale bedrag van de ontvangen inkomsten (euro 3000) én van de onderhoudsuitkeringen (euro 5000) vermelden. En omdat het totaal (euro 8000) het belastingvrije minimum van euro 7420 euro overschrijdt, zal hij belastingen moeten betalen op het deel boven dit minimum.

Johan Steenackers en Annemie Goddefroy

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content