De droomkastelen van Beieren

Het was in Beieren dat Walt Disney de mosterd haalde voor de mysterieuze paleizen in zijn tekenfilms. ’s Winters, overdekt met een laag sneeuw, en ’s ochtends vroeg wanneer de nevel de vallei omarmt, stralen de kastelen van ‘gekke koning’ Ludwig II een sprookjesachtige charme uit.

Als de nachtblauwe lucht het daglicht verdringt en de witte burcht zich duidelijk aftekent tegen de ruwe achtergrond van donkergrijs graniet, toont het kasteel van Schwangau zijn ware sprookjesgedaante. De torens lijken wel van gesponnen suiker te zijn, speciaal geschapen voor jonkvrouwen en prinsen. Of voor Doornroosje, moet Walt Disney gedacht hebben toen hij hier de inspiratie vond voor het happy end van zijn Schone Slaapster. Maar ook de andere kastelen van Ludwig II – Neuschwanstein, Hohenschwangau, Linderhof,... – baden in dezelfde, mysterieuze sfeer en ook dat is de koning van Hollywood niet ontgaan.

Sissi, de onbereikbare

De monumentale toegangspoort van het kasteel van Neuschwanstein kijkt uit over de bergen. ’s Winters was het compleet onbereikbaar, precies zoals Ludwig II het wou. De gekke koning – maar niet iedereen was het met die omschrijving eens, de dichter Verlaine bijvoorbeeld noemde hem de enige echte koning van de 19de eeuw – bouwde alleen voor zichzelf. Zijn Königsschlösser waren niet bedoeld om aan politiek te doen, het waren eerder poëtische schuiloorden voor een vorst die niét wou regeren. “God heeft mij uitverkoren. Niet om te heersen, maar om koning te zijn”, was een van zijn favoriete uitspraken...

Als Neuschwanstein het kasteel is van de prins op het witte paard, dan moet het vlakbij gelegen Hohen- schwangau, Ludwigs’ ouderlijk huis, de burcht van Blauwbaard zijn met zijn robuuste, gekanteelde hoektorens naast de spitse, slanke torens. Of hoe de architectuur van de gebouwen zich laat lezen als een boek over de karakters die erin leven. Zijn strenge opvoeding bezorgde Ludwig een afkeer voor het leger. Van tegen elkaar klakkende hakken kreeg hij hoofdpijn, helmen brachten zijn kapsel in de war en het schouwen van de troepen deed hij in burger en met een paraplu als wapen... omdat de Beierse uniformen volgens hem indruisten tegen alle regels van de esthetica.

Om dezelfde reden verbrak hij zijn kortstondige verloving met Sophie. Zijn aanstaande bruid was immers slechts een kopie van het onbereikbare: haar zus Elisabeth, alias Sissi. In werkelijkheid was deze nicht van Ludwig, de gemalin van Franz Jozef I, keizerin van Oostenrijk en koningin van Hon-garije, alles behalve het kinderlijk-naïeve meisje dat in de gelijknamige filmtrilogie aan bod komt. Zij was integendeel een jonge vrouw van vlees en bloed, gracieus en fascinerend, bruisend van levenslust. In haar zag de koninklijke narcissus zijn spiegelbeeld, want ook hij was mooi en zacht: een frêle aristocraat tussen de blozende, Beierse boeren.

Een levende winterkalender

Langs de weg naar Eibsee, een meer op het einde van de Wettersteinbergketen, toont de Alpspitze (een broertje van de Zugspitze) zijn veelzijdige talent. Het is net alsof de berg er een eigen humeur op nahoudt: lacht de zon hem toe dan toont hij een roze en vriendelijk gezicht, sneeuwt het dan ziet hij er somber en grimmig uit. De wandeling rondom het bergmeer is perfect: zeven kilometer lang, ruim anderhalf uur groene rust en witte stilte. Langs paadjes waar geen auto kan komen, langs torenhoge naaldbomen en hopen sneeuw stappen we rond het meer. Een sympathieke sneeuwman lacht ons toe. Het is alsof we door de winterbladzijden van een kalender wandelen.

Tussen het gehucht Ettal en de bergpas Ammersattel wordt de sneeuw nooit geruimd. Op de langlaufpistes in de berm is het soms druk, maar de weg zelf wordt ’s winters zelden of nooit gebruikt. Hij slingert alleen maar sierlijk door een dicht bos dat de koninklijke villa aan het oog onttrekt.

Tafeltje-dek-je

In de tijd toen van skiën nog geen sprake was, vormden de uitlopers van het Ammergebergte een godverlaten gebied met slechts hier en daar een boerderij. Precies daarom koos de koning dit onbereikbare oord uit voor de bouw van een jachtslot, waar hij zich ongestoord kon terugtrekken.

Van alle kastelen van Ludwig is Linderhof het kleinste, maar wat dit jachtslot aan ruimte ontbreekt (er zijn slechts vijf kamers), wordt ruimschoots gecompenseerd door de vernuftige techniek. Zo werd (anno 1860!) warme lucht vanuit de centrale verwarmingsketel naar de bovenliggende kamers gestuwd. Op die manier kon Ludwig elk menselijk contact vermijden. Hij had zelfs geen lakeien nodig om de kachels aan te steken. Ook in de eetzaal was geen dienaar te vinden, wel een wondertafel mét een vloerluik waardoor ze naar beneden gleed en net zo geruisloos weer naar boven werd getakeld, gedekt met spijs en drank.

Tegen de tijd dat het Linderhof eindelijk voltooid raakte, was de koning al lang niet meer de ranke, dromerige jongeling van weleer maar een corpulente, wereldvreemde en angstige man. In zijn spiegelkabinet, waar hij omringd werd door portretten van Zonnekoning Lodewijk XIV en andere illustere Franse edellieden, leefde hij een bizar bestaan. Als hij het paleis al eens verliet – wat zelden gebeurde – was het in het holst van de nacht om een eenzame sledetocht te maken of in de koninklijke manège urenlang te gaan paardrijden. Toen begreep niemand de koning nog, buiten Sissi en... de componist Richard Wagner.

De tragiek van Wagner

Toen Ludwig voor het eerst een opvoering van Wagners Lohengrin bijwoonde was het alsof hij naar zijn kindertijd werd teruggevoerd, toen hij in een echte droomwereld leefde, volgestouwd met Germaanse mythologie. De koning raakte gefascineerd door de componist en het duurde dan ook niet lang vooraleer hij Wagner naar Beieren ontbood en hem met geld en geschenken overlaadde. Ludwigs ministers begonnen zich steeds meer zorgen te maken over al zijn vreemde gewoontes. De koning had zijn eigen schatkist al leeggemaakt, vroeg voortdurend leningen voor zijn grootse bouwplannen en nu kostte de musicus de staatskas ook nog eens handenvol geld. Toen het gerucht ontstond dat Ludwig zijn hele koninkrijk wou verkopen, werd Wagner naar het buitenland verbannen. De koning bleef ontroostbaar achter.

Voor we het Linderhof bezoeken, kiezen we een bankje uit vlakbij de toegangspoort. We krijgen een uitzicht op de perfecte symmetrie van de terrastuinen en genieten van de onweerstaanbare cocktail van zon en sneeuw. De hemel toont zijn mooiste donkerblauw, een sensatie die alleen te bewonderen valt bij een felle winterzon.

Het geluid van smeltwater dat uit de dakgoot drupt en de zang van een enkele, dappere pimpelmees helpen ons wegdromen naar een ver verleden. Een intense, maar kortstondige ervaring. Wanneer we na de rondgang het slot verlaten is de lucht immers al donkergrijs geworden en vallen er dikke vlokken op onze mutsen en jassen. De contouren van de ondergesneeuwde tuinen vervagen langzaam. Bovenop het lustslot staat een levensgrote Atlas die de wereld op zijn schouders torst. Wie koning Ludwig ook maar een beetje begrijpt, beseft dat dit absoluut geen toeval is. n

Tekst: Santina De Meester, foto’s: Johan De Meester

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content