De drie belangrijkste rugproblemen

Discus hernia

Wat? Een tussenwervelschijf (discus intervertebralis) zit als een schokdemper tussen twee wervellichamen. Het centrum van een tussenwervelschijf bevat een geleiachtige stof die voor 85 % uit water bestaat. Daaromheen zitten sterke, elastische, ringvormige vezels. De tussenwervelschijf heeft geen eigen bloedvoorziening. De afvoer van afvalstoffen gebeurt wanneer er druk op de schijf wordt gezet, de aanvoer van vocht en voedingsstoffen wanneer de discus veel ruimte krijgt. De bindweefselringen rond de discuskern zijn achteraan veel dunner dan vooraan en kunnen daar microscheurtjes oplopen. De bindweefselvezels liggen bovendien gekruist ten opzichte van elkaar waardoor ze elkaar bij draaibewegingen kunnen doorscheuren. Voorovergebogen, gedraaide of draaiende houdingen moeten daarom vermeden worden. Bij extreme druk kan de geleiachtige kern door de beschadigde rand heen puilen. De overgrote meerderheid van de hernia’s doen zich voor in de lage rugzone:zij uiten zich d.m.v. een acute stekende pijn die uitstraalt naar de heupstreek en het been. Indien de druk op de zenuw aanhoudt, neemt de spierwerking af en verminderen de reflexen.

Diagnose? De dokter gaat na hoe de klachten ontstaan zijn. Een NMR-onderzoek toont de staat van de tussenwervelschijven.

Behandeling?

Niet-heelkundig: Aanvankelijk relatieve rust tot de plaatselijke ontstekingsreactie vermindert. Daarna wisselende houdingen. Als medicatie worden niet-steroïdale ontstekingsremmers en pijnstillers gegeven, soms in combinatie met een spierontspanner. Mogelijk epidurale infiltraties met cortisone.

Heelkundig: Indien er geen beterschap ontstaat met de niet-heelkundige behandelingen:

– wegname van de discus of een deel ervan

– discusprothese, zodat de schokdempende werking behouden blijft

– indien er ook artrose en instabiliteit optreedt, zet men de betrokken wervels soms vast met plaatjes en schroeven.

Artrose

Wat? Het aftakelen van de tussenwervelschijven gaat gepaard met een vernauwing van de afstand tussen twee wervels, waardoor de druk op de facetgewrichtjes (kleine gewrichtjes ter hoogte van elke wervel) stijgt. Ze krijgen meer gewricht te dragen dan waarvoor ze gemaakt zijn en ze bevatten veel zenuwen waardoor ze erg gevoelig zijn voor overbelasting. Door de overbelasting vermindert ook de kwaliteit van de kraakbeenlaag op de gewrichtjes die ervoor zorgt dat de botstructuren goed over elkaar glijden. Artrose kan gepaard gaan met vervorming van het gewricht of met abnormale botwoekering waardoor osteofyten (papegaaienbekken) ontstaan. Artrose is het gevolg van een jarenlange mechanische overbelasting van het gewricht. Het treedt in eerste instantie op ter hoogte van de nekwervels. Artrose van de lage rug treedt meestal pas later op (vanaf 40-50 jaar).

Diagnose? Vernauwing van de gewrichtsspleten, vervormingen en botaanwassen zijn zichtbaar op een radiografie.

Behandeling?

– Vermijden van overgewicht

– Beweging waarbij de aangetaste gewrichten ontlast worden

– Houdingscorrectie en warmte

– Oefeningen voor rug- en buik-spieren

– Pijnstillers – ontstekingsremmers.

Spinaalstenose

Wat? Botvervorming of botwoekering ten gevolge van artrose waarbij een vernauwing ontstaat van een zenuwkanaal of het kanaal waar het ruggenmerg doorheen loopt. Deze aandoening treedt meestal op rijpere leeftijd op. Sommige patiënten kunnen hierdoor nog nauwelijks stappen.

Diagnose? Vernauwingen, vervormingen en botaanwassen zijn zichtbaar op een radiografie.

Behandeling? Via een heelkundige ingreep wordt de gekneldezenuw opnieuw vrijgemaakt. Na de ingreep kan de patiënt zich weer probleemloos (maar over een relatief korte afstand) verplaatsen. Lange wandelingen maken, blijft meestal onmogelijk.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content