De brachytherapie, een grote sprong voorwaarts

De brachytherapie (of curietherapie), de recentste sprong voorwaarts in de radiotherapie, laat een efficiëntere behandeling van goed afgebakende tumoren toe, met minder nevenwerkingen.

De brachytherapie wordt nog maar sinds kort toegepast, vooral in de behandeling van prostaatkanker, naast chirurgie (prostatectomie) en externe radiotherapie (bestraling). Deze techniek is weinig invasief en dus zeer interessant voor sommige patiënten. Waarom en hoe maken we duidelijk met acht vragen.

1. Wat is de brachytherapie?

Het is een techniek van interne radiotherapie. In plaats van blootgesteld te worden aan externe radiotherapie, krijgt de patiënt kleine radioactieve zaadjes ter grootte van een rijstkorrel ingeplant. In België wordt jodium 125 gebruikt als radioactief product.

2. Hoe werkt ze?

Deze kleine zaadjes hebben een zeer korte radioactieve stralingsgraad, vandaar de naam brachy wat in het Grieks zeer kort betekent. Anders gezegd, de radioactiviteit die uitgezonden wordt door deze zaadjes neemt snel in intensiteit af, ook reeds op enkele millimeters van het zaadje.

3. Wat zijn de voordelen?

De zwakke actieradius heeft twee interessante consequenties: het is mogelijk de te behandelen zones zeer precies te bestralen, en gezonde zones te sparen. En omdat de te behandelen zone zeer goed afgebakend is, mag de dosis radioactiviteit tamelijk hoog zijn, wat de efficiëntie verhoogt.

4. Op wie kan ze worden toegepast?

De medische criteria zijn de volgende:

n een gehalte PSA (prostaat specifiek antigen) dat lager is dan 10 ng/ml

n een Gleasonscore lager dan 7 (dit is een methode om de evolutie van de kanker te evalueren door biopsie)

n een prostaatvolume lager dan 50 g.

“De brachytherapie wordt aangeraden voor weinig agressieve, vaak dus vroegtijdig opgespoorde kankers”, zegt de uroloog prof. Paul Van Cangh. “Gelukkig worden kankers tegenwoordig steeds vroeger gedetecteerd.”

5. Hoeveel zaadjes zijn er nodig?

Dat varieert van patiënt tot patiënt, volgens het volume van de prostaat, de radioactieve waarde van de zaadjes, enz. Gewoonlijk worden 40 tot 80 zaadjes via een holle naald ingebracht.

6. Hoe verloopt de therapie?

De implantatie gebeurt onder algemene verdoving. Een rectale sonde wordt ingebracht en blijft ter plaatse terwijl de zaadjes worden ingeplant, zo kan de prostaat voortdurend in het oog gehouden worden. Ze is verbonden met software die berekent hoeveel radioactieve zaadjes er moeten worden geplaatst en waar. Meestal kan de patiënt nog dezelfde dag, ofwel de volgende dag, naar huis. De radioactiviteit van de zaadjes verlaagt snel met de tijd. Na zes weken is ze quasi nul.

7. Zijn er neveneffecten?

Weinig. De stralen kunnen wat moeite geven om te plassen gedurende enkele dagen na de plaatsing en wat irritatie van het rectum. Maar in ieder geval verdwijnen deze neveneffecten vrij snel.

8. Moet de omgeving voorzorgen nemen?

Gedurende de eerste zes weken moet de patiënt vermijden om een jong kind op de knieën te nemen of in de nabijheid van een zwangere vrouw te komen. Een niet-zwangere volwassene daarentegen mag bij hem slapen, zonder zich zorgen te maken. n

Gwenaëlle Ansieau

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content