De Belgische Midi

Op een dinsdagnamiddag sta ik op de heuvel van Montquintin, een dorpje opzij van de hoofdweg tussen Virton en het Franse Montmédy. Is dit wel België of sta ik ergens in Umbrië of de Jura? De straten aan de voet van het Romaanse kerkje lijken volledig verlaten, al zie ik duidelijke tekenen van bewoning. Vóór mijn voeten lopen scharrelkippen. Ze wijzen me de weg naar de indrukwekkende ruïnes van een oud kasteel op een uitsprong van de heuvel. Ze zijn vrij te bezoeken en bieden een schitterend uitzicht op een golvend groen landschap met langgerekte heuvelruggen – de zogenaamde cuesta’s die zo typisch zijn voor de Gaume.

“Noem ons niet Ardens”

De Gaume vormt het westelijke deel van Belgisch Lotharingen en golft mee met de grillige Belgisch-Franse grens. “We zeggen altijd dat we drie grenzen hebben”, hoor ik van Georges Behin, de directeur van het Maison du Tourisme de Gaume. “Een politieke grens met Frankrijk, een taalgrens met de streek van Aarlen en de geografische grens met de Ardennen. Wij spreken een Lotharings patois, die van Aarlen een Germaans dialect. En zeg vooral niet dat we Ardenners zijn. De grond is hier anders (kalksteen en zand-klei tegenover leisteen en schiefer in de Ardennen) en het klimaat warmer. Het ononderbroken woudmassief in het noorden vormt een buffer. Bloemen en teelten hebben hier gemiddeld twee weken voorsprong op de rest van België.”

Genieten van het leven in plaats van te vechten tegen de elementen, dat verklaart meteen de rijke eettraditie. Als u niet een stuk paté gaumais gegeten hebt en het bespoeld met een glas Orval, bent u niet echt in de Gaume geweest. Deze lekkernij is ei- genlijk een gesloten vleestaart. Onder het deegdeksel schuilt spieringvlees dat twee nachten in een kruidige marinade heeft gelegen. Sinds oktober 2001 is de paté gaumais officieel door Europa erkend en beschermd. Op het echte product zult u altijd een ouweltje met het Europese keurmerk BGA (‘Beschermde Geografische Aanduiding’, in het Frans IGT) aantreffen.

Krekels en wijn

De Gaume valt uiteen in een zuidelijk deel rond Virton en een oostelijk deel rond Florenville. In Virton zelf valt niet zo veel te zien. Toch lonen de op een antieke tempel lijkende Sint-Laurentiuskerk en de Rue des Tanneurs de moeite. Deze laatste vormt, midden tussen de huizen, een smal paadje langs de Ton, het wild stromende riviertje dat zijn naam aan de stad gaf.

Vanuit Virton is het maar 10 km rijden naar Torgny, het meest zuidelijke dorp van België. Ook wel het meest Provençaalse dorp omdat in het kleine natuurreservaat Raymond Mayné dezelfde krekelsoort werd waargenomen die overal in de Provence te horen valt. Probeer in ieder geval een zonnige dag uit te kiezen voor uw bezoek. De zon zet de vele kalkstenen gevels met rode dakpannen in een warme gloed en dat zorgt voor een opvallende eenheid in de bouwstijl.

Boven het dorp û pal op het zuiden gelegen û wenkt de wijngaard Le Poirier du Loup, met bijna 1 ha de grootste van de drie wijngaarden die Torgny telt. De totale wijnproductie blijft weliswaar beperkt tot zo’n 6500 flessen per jaar. En als ik moet voortgaan op wat ik geproefd heb, moet er aan de kwaliteit nog gesleuteld worden. “Daar zijn we hard mee bezig”, zegt Monique Arquin. Zij zet zich in voor de coöperatieve non-profitvennootschap Ecoculture. “Drie jaar geleden heeft de gemeente de exploitaie van de Poirier du Loup-wijngaard aan ons toevertrouwd. Alles gebeurt door vrijwilligers, van de snoei tot de botteling. Het is soms hard labeur maar ook verrijkend, omdat we absoluut milieuvriendelijk willen werken!”

Via de Rue de l’Ermitage voert een steile klim naar een 17de-eeuws kapelletje onder lindebomen. Aan de achterkant hangt een oude kluizenaarswoning vast en die wordt nog bewoond door een echte kluizenaarster. Zuster Marie-Bernard is 81 maar opvallend kwiek. Toen ze om gezondheidsredenen uit de missies terug moest keren, vroeg ze het kluizenaarsstatuut aan. De kerk kent dit nog altijd toe aan religieuzen die alleen wonen zonder hun geloften te verloochenen. Marie-Bernard kreeg de zegen van de bisschop.

Alles uit één bron

Als u de N86 van Virton naar Florenville volgt, komt u voorbij de must van de Gaume: de abdij van Orval annex brouwerij en kaasmakerij. “We zijn nog met 18 monniken waarvan de jongste 36 is. We heten nu allemaal broeders, het onderscheid tussen broeders en paters is allang afgeschaft”, zegt broeder Denis. “Maar wie een roeping heeft, hoeft tegenwoordig niet meer aan de abdijpoort te bellen. Hij kan ook een e-mail sturen!”

Het klooster, de kerk en de retraiteverblijven werden tussen 1928 en 1948 gebouwd naast de sfeervolle ruïnes van de eerste abdij (11de en 12de eeuw) en bovenop de kelders van de tweede abdij uit de 18de eeuw. Toeristen kunnen de ruïnes, de kruidentuin, de apotheek en het knappe abdijmuseum in de kelders bezoeken. In de nieuwe abdij mag u niet binnen, maar u mag wel de sfeervolle gebedsdiensten van de monniken in de kerk meemaken als u zich tien minuten voor de aanvang bij het onthaal aanmeldt. De motor van Orval is een klein bassin met de Mathildebron naast de ruïne van de middeleeuwse kerk. Deze nooit opdrogende bron voorziet zowel het klooster als de brouwerij en de kaasmakerij van water. Ze is genoemd naar een gravin die hier haar trouwring zou verloren hebben. Ze bad om hulp in een nabijgelegen kapel en toen ze terug bij de bron kwam, dook er een vis op die de trouwring in zijn bek aanbood. Meisjes die een geldstuk in het bassin werpen, zullen binnen het jaar getrouwd zijn, zegt de overlevering. Eén van de geldstukken op de bodem is van prinses Mathide.

Kronkels en cuesta’s

Florenville ligt aan het laagste punt van één van de talloze kronkels van de Semois. Achter de hoofdkerk ontdekt u een uniek panorama over de vlakte en de rivier, hier en daar onderbroken door een cuesta. Aan de noordelijke horizon vormt het Ardense woud een echte buffer.

Een aanrader is het dorpje Chassepierre, genesteld tussen een kronkel van de Semois en een cuesta. De rivier likt aan de voeten van de kerk met haar uivormige torenspits. U hebt er een mooi zicht op de zeer Belgische Semois maar de verweerde grafzerkjes doen erg Engels aan.

Onze wandeltips

Ten noorden van Virton werden 200 km wandelpaden bewegwijzerd (wandelkaart bij het Maison du Tourisme).

Tussen 1 april en 30 oktober kunt u een combinatie varen en wandelen maken vanuit Chiny. Volg de wegwijzers ‘Descente en barque’. De afvaart duurt ong. 1.15 uur en eindigt in Lacuisine. Van hieruit kunt u langs een bewegwijzerd pad van 6 km (langs de Semois en door het woud) terugwandelen naar Chiny. Voor info over de vaartijden: Les Passeurs Réunis,

tel. 061 31 17 43 en 0495 54 93 72.

Een daguitstap: door het woud van Florenville naar Orval, de abdij bezoeken, eten en weer terug. Totale afstand: 20 km.

De Transgaumaise is een zevendaagse wandeltocht (zo’n 23 km per dag). U logeert in hotels of gastenkamers en uw bagage wordt nagebracht. Info bij Europ’-Aventure, tel. 061 68 86 11 n

Ludo Hugaerts – Foto’s Daniël Rys

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content