De antwoorden van minister Arena

Sinds maart van dit jaar is Marie Arena minister van (onder andere) Pensioenen. Sindsdien werden vier maatregelen goedgekeurd om het wettelijk pensioen te versterken: de IGO (inkomensgarantie voor wie geen minimumpensioen heeft) verhoogde, de minimumpensioenen werden opgetrokken, de solidariteitsbijdrage wordt geleidelijk afgeschaft en de bijverdiengrenzen voor 65-plussers gaan omhoog. We legden haar uw vragen voor die een politiek antwoord vereisen.

“Zullen de pensioenen ooit echt welvaartsvast zijn? Is dat geen utopie?”

Josiane Paquet, Jambes

Minister Arena: De vorige regering heeft een mechanisme van welvaartsvastheid van de pensioenen en van de andere sociale uitkeringen ingevoerd. Dit wordt geconcretiseerd door een verhogingsgarantie van 2% voor de pensioenen die zes en vijftien jaar geleden ingingen, en door verschillende andere verhogingen die hebben plaatsgevonden of nog zullen plaatsvinden, bijvoorbeeld in september van dit jaar.

Maar dit is niet voldoende. Daarom is in het definitieve regeerakkoord een verhoging van de vervangingsratio van de pensioenen opgenomen. Dit betekent dat we de pensioenen willen verhogen, zodat ze een betere weergave zijn van de levensstandaard die de mensen net vóór hun pensioen kenden.

“Er wordt al lang over gesproken, maar wanneer zal het gedaan zijn met de solidariteitsbijdrage?”

Emilienne Gillain, Ressaix

De solidariteitsbijdrage is ingevoerd in 1995 om het financiële evenwicht van de sociale zekerheid te verzekeren en in het bijzonder dat van de pensioenen. De bijdrage moest dienen om de laagste pensioenen op te krikken. Vandaag gaat het beter met de sociale zekerheid en wordt het mogelijk om de bijdrage geleidelijk af te schaffen. Vanaf juli van dit jaar zal de bijdrage verdwijnen voor de pensioenen van minder dan euro 2012 bruto voor een alleenstaande en euro 2327 voor een gezin. Voor de pensioenen boven deze grens zal de solidariteitsbijdrage geleidelijk worden afgeschaft.

“De tijd waarin men een volledige loopbaan bij eenzelfde werkgever bleef, is voorbij. Veel toekomstig gepensioneerden hebben gemengde loopbanen (bijvoorbeeld als werknemer en zelfstandige of als zelfstandige en ambtenaar). Dit levert hen kleine stukken loopbaan op in elke sector, maar soms onvoldoende voor een minimumrecht. Waarom wordt het pensioen niet berekend op basis van het aantal loopbaanjaren zonder rekening te houden met de sector waarin ze werden gepresteerd?”

Simon Chevalier, Doornik

Er zijn wel degelijk verschillen in de berekeningswijze, afhankelijk van het stelsel waarin de activiteit werd uitge-oefend. Deze verschillen worden hoofdzakelijk verklaard door het feit dat de sociale bijdragen die in de verschillende stelsels worden gestort, van een zeer verschillend niveau zijn.

Een pensioenberekening die uitsluitend gebaseerd is op het aantal loopbaanjaren, zonder rekening te houden met het loon en de gestorte sociale bijdragen, zou het verzekeringsprincipe van de pensioenen geheel of gedeeltelijk doen verliezen. Het is omdat ik wil dat het wettelijke pensioen – dat het pensioen van iedereen is – de solide basis van ons pensioensysteem blijft, dat ik dit verzekeringssysteem met al wat het aan solidariteitsmechanisme inhoudt, wil vrijwaren.

“Waarom zijn er verschillende grenzen voor de bijverdiensten, naargelang men ouder of jonger is dan 65 jaar?”

Patrick Michiels, Tienen

Er bestaan momenteel inderdaad ver-schillen tussen het bedrag van de toegelaten activiteit vóór en na de normale pensioenleeftijd. Deze verschillen zijn er omdat we de mensen niet willen aanmoedigen om met vervroegd pensioen te gaan. Na de normale pensioenleeftijd zijn deze grenzen dus hoger en ze werden nog eens met 25% verhoogd voor 2008. Ook voor de overlevingspensioenen vóór de normale pensioenleeftijd werden de bedragen overigens met 8% verhoogd.

N.v.d.r.: De nieuwe bijverdiengrenzen die nog in 2008 van kracht zullen worden, vindt u in ons Prikbord op p. 90.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content