De 10 regels die we minder goed kennen

Volgens de verkeerstest van de VAB zijn dit de tien verkeerssituaties waarin we het makkelijkst een fout maken.

1. Het verkeersdrempelbord

Dacht u ook dat dit bord alleen een verhoging van de rijbaan aanduidt? Mis! Het duidt een verhoging aan en tegelijk een snelheidsbeperking tot 30 km/uur.

2. De bus die een halte verlaat

We rijden massaal rond met het idee dat een bus die zijn halte verlaat altijd voorrang heeft. Niet waar! Een bus heeft die voorrang alléén in de bebouwde kom.

3. De plaats van een bromfiets

Tenzij anders aangeduid mag een bromfiets klasse B (max. 45 km/uur) over-al waar de snelheid beperkt is tot 50 km/uur zowel op het fietspad als op de rijbaan rijden. Dit op voorwaarde dat hij andere weggebruikers niet hindert. Meestal denken we dat hij alleen op het fietspad mag.

4. Moeten we altijd in de rechtse rijstrook rijden?

Neen! Binnen de bebouwde kom mogen we op een weg met eenrichtingsverkeer gerust links blijven rijden wanneer de linkse rijstrook het best aan onze bestemming beantwoordt.

5. Mogen we rechts én rechtdoor?

Wanneer we aan een kruispunt op de rechterrijstrook rijden en dit bord zien, mogen we zowel rechtdoor rijden als rechts afslaan. Veel mensen denken dat ze dan alleen rechtdoor mogen, maar een aanwijzingsbord zoals dit is niet hetzelfde als een gebods- of een verbodsbord.

6. Fietsers op een kruispunt

Op een kruispunt zonder voorrangsborden of verkeerslichten heeft een fietser op een doorlopend fietspad altijd voorrang, maar voor auto’s blijft de voorrang van rechts gelden. In de situatie op de foto denkt drie kwart van de automobilisten dat ze voorrang hebben op zowel de fietser als de auto’s. Mis dus: in deze situatie heeft de fietser voorrang op u, de auto’s niet.

7. De maximumsnelheid buiten de bebouwde kom

Tenzij een bord een snelheidsbeperking aangeeft, mogen we buiten de bebouwde kom op een weg met 2 x 2 rijstroken, gescheiden door een middenberm 120 km/uur rijden (zoals op een autosnelweg). Toch denken we vaak dat we hier niet boven de 70 of 90 km/uur mogen gaan.

8. De geldigheid van een parkeerbord

Hier denken 2 op de 3 chauffeurs dat dit parkeerbord met een naar boven gerichte pijl geldt tot eenzelfde parkeerbord met een naar onderen gerichte pijl. Dat is niet helemaal correct: het geldt ofwel tot aan dit bord met naar onderen gerichte pijl ofwel tot het eerstvolgende kruispunt.

9. Parkeren aan een zebrapad

Dit voertuig staat minder dan 5 meter voorbij een oversteekplaats voor voetgangers. En het staat er correct! Automobilisten moeten een voetganger tijdig kunnen zien in de eigen rijrichting. Daarom geldt de verplichte afstand van 5 meter alleen vóór de over-steekplaats, niet er voorbij.

10. Een autoweg in een bebouwde kom

Dit bord geeft een autoweg met vier rijstroken en een busstrook aan, maar het staat in een bebouwde kom. Als we hier 120 km/uur rijden, lopen we een groot gevaar geflitst te worden. Tenzij anders aangeduid is de snelheid in de bebouwde kom immers altijd beperkt tot 50 km/uur, ook op een brede weg als deze op onze foto.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content