Dat is blijven bewegen

Artrose genezen ligt niet binnen het bereik maar de behandelingsmogelijk-heden nemen toe. Daardoor blijft de ziekte steeds beter onder controle.

Pijn bij het opstaan uit uw luie zetel, gewrichten die stram en stijf aanvoelen bij het schillen van een stuk fruit, of een heup die plots alle dienst lijkt te weigeren. Artrose kan zich op heel wat verschillende manieren manifesteren maar uit het niets opduiken doet de ziekte nooit. Aan de eerste symptomen gaat een sluipend proces vooraf dat grotendeels onder de radar blijft. Wie tijdig hulp zoekt, kan heel wat leed voorkomen, weet Prof. dr. Gaëtane Stassijns (waarnemend diensthoofd fysische geneeskunde en revalidatie, UZA).

Is artrose een ouderdomsziekte?

Prof. dr. Gaëtane Stassijns: Artrose wordt vaak gelinkt aan de leeftijd. De ziekte komt ook vaker voor bij 60-plussers maar de aandoening omschrijven als een ouderdomsziekte is te kort door de bocht. Wel is het zo dat leeftijd een risicofactor vormt. Maar we zien ook veertigers en zelfs jongeren met gewrichtsaantastingen. Dat komt omdat heel wat andere factoren eveneens een grote rol spelen. Zo zijn bepaalde beroepsgroepen extra kwetsbaar. Voetballers en zeker topsporters kunnen al op relatief jonge leeftijd met artrose te maken krijgen. Door hun sport hebben ze hun knie- en voetgewrichten langdurig overbelast waardoor hun beschermlaag compleet is weggesleten. Topatleten en acrobaten krijgen meestal na het beëindigen van hun actieve carrière last van artrose. Zolang ze stevig gespierd zijn, zijn ze relatief goed beschermd. Maar met ouder worden en door het afnemen van de spiermassa kan het gewricht op losse schroeven komen. Ook poetsvrouwen zijn vatbaar, vooral dan hun handen.

Mensen die een bepaald trauma hebben opgelopen na een verkeers- of arbeidsongeval of door een zware val, vormen eveneens een risicogroep. En ook botbreuken tijdens de jeugdjaren kunnen op latere leeftijd versneld artrose teweegbrengen. Trauma’s kunnen de inwendige structuur van een gewricht beschadigen of veranderen waardoor de verhoudingen binnen dat gewricht worden verstoren en het kraakbeen vlugger verdwijnt. Anatomische afwijkingen zoals X- of O-benen werken eveneens artrose in de hand. Omdat de gewrichten niet aan het ideale model beantwoorden, worden ze zwaarder belast.

Vrouwen zijn vatbaarder voor de ziekte dan mannen. En er is een genetische component in het spel die verklaart waarom in sommige families jonge mensen artrose ontwikkelen. Obesitas is een andere bekende boosdoener en dat om meer dan één reden.

Wat doet artrose precies met een gewricht?

Prof. dr. Gaëtane Stassijns: Het meest bekende fenomeen bij artrose is het afslijten van het kraakbeen. Kraakbeen moet u zien als een beschermlaagje. Het bevindt zich rond uw gewrichten en fungeert als een schokdemper om te voorkomen dat twee botstructuren rechtstreeks met elkaar in contact komen. Op een röntgenfoto van een door artrose aangetast gewricht ziet u nauwelijks of helemaal geen kraakbeen meer. In zo’n gewricht raken de botten elkaar, wat pijn kan veroorzaken.

Maar artrose is veel meer dan het louter verdwijnen van kraakbeen. Ook het bot zelf begint te vervormen. Op het bot ontstaan een heleboel uitsteeksels of osteofyten waarmee het bot de druk die het ervaart door het wegvallen van het verzachtende kraakbeenlaagje probeert op te vangen. De uitsteeksels vergroten het botoppervlak zodat de druk beter wordt verdeeld en verlaagd. Osteofyten zijn dus niets minder dan een reactie van het lichaam dat zich tracht te verweren tegen overbelasting. Maar het is geen adequate manier want de uitsteeksels zelf kunnen andere structuren in het lichaam irriteren. Bij rugartrose bijvoorbeeld zien we dat de osteofyten vaak de vlakbij gelegen zenuwen prikkelen, wat weer een bron van pijnklachten kan zijn.

Artrose doet ook het gewrichtsvocht van structuur veranderen en zorgt ervoor dat het kapsel dat het gewricht goed moet samenhouden, verhardt. De ziekte zet dus een hele cyclus van processen in gang in en rond het gewricht. Het effect reikt veel verder dan louter kraakbeenverlies. Het is een breed fenomeen dat letterlijk impact heeft op alle structuren van een gewricht. Niets ontsnapt aan artrose.

Welke gewrichten hebben het zwaarst onder artrose te lijden?

Prof. dr. Gaëtane Stassijns: De ziekte tast vooral de heupen, knieën, bepaalde voetgewrichten zoals de grote teen, lageruggewrichten en nek- en handgewrichten aan. Bij de meeste mensen focust artrose zich op één of twee gewrichten. Dat is het geval als de ziekte is uitgelokt door bepaalde beroepsactiviteiten, door anatomische eigenaardigheden of door obesitas. Maar het komt ook voor dat verschillende gewrichten zijn aangetast. Zo’n polyartrose zien we vaak bij mensen met een genetische aanleg voor de ziekte.

Geeft artrose altijd klachten?

Prof. dr. Gaëtane Stassijns: Artrose ontstaat geleidelijk maar niet bij iedereen geeft de ziekte in dezelfde mate klachten. De ene artrose is de andere niet. Dat is heel opvallend. Soms zien we op beeldvorming totaal geen kraakbeen meer en indrukwekkende uitsteeksels op het bot maar zijn er toch relatief weinig pijnklachten. Omgekeerd hebben mensen bij wie op röntgenbeelden weinig te zien is vaak ernstige problemen om te bewegen. De behandeling wordt dan ook afgestemd op de specifieke klachten van mensen. Dat primeert.

U kunt dus vooraf niet weten of u last hebt van artrose. De ziekte wordt bijna altijd pas vastgesteld nadat er problemen zijn opgetreden. Omdat u pijn krijgt bij bepaalde bewegingen of beperkt raakt in uw activiteiten.

Wat zijn de typische pijnklachten?

Prof. dr. Gaëtane Stassijns: Typisch voor artrose is mechanische pijn. Pijn die u voelt bij het belasten van een gewricht. Startpijn is nog zo’n klassiek artrosefenomeen. Die doet zich ’s ochtends voor bij het opstaan of als u lange tijd in dezelfde houding hebt gezeten, in een zetel of na lang tafelen. De eerste stappen vergen dan een loodzware inspanning. Maar de pijn is meestal van korte duur. Daarna lukt bewegen weer beter. Mensen met heupartrose kunnen last hebben als ze rechtop moeten staan maar helemaal niets voelen wanneer ze zitten. Tegen de avond kan de pijn weer beginnen toenemen door vermoeidheid.

Hoe weet de dokter met zekerheid dat het om artrose gaat ?

Prof. dr. Gaëtane Stassijns: Sommige mensen hebben nooit symptomen. Om te weten of er artrose in het spel is, volgt daarom een uitgebreid onderzoek. Het verhaal van de patiënt is daarbij een belangrijke houvast. Oefende hij/zij een zwaar fysiek beroep uit, is er sprake van vroegere trauma’s enz. Daarnaast is er een lichamelijk onderzoek met bewegingstests en eventueel worden er röntgenfoto’s genomen om andere zaken uit te sluiten. De ziekte verloopt vaak in opstoten. Artrose hoeft geen pijn te doen en kan jarenlang sluimeren in het lichaam. Bij sommige mensen breekt de pijn plots door na een zware fysieke inspanning. Ze hebben hun lichaam door die actie overbelast en dat heeft de artrose, die tot dan toe pijnloos aanwezig was, tastbaar gemaakt. Zo horen we vaak verhalen van mensen die nooit eerder last hadden maar na een weekendje helpen verhuizen bij zoon of dochter, plots geveld worden door opspelende gewrichten. Die extra inspanning was gewoon de druppel teveel.

Hoe moet het verder eens de diagnose is gesteld?

Prof. dr. Gaëtane Stassijns: Een diagnose van artrose is absoluut geen reden tot paniek. Het gaat weliswaar om een chronische aandoening, waarvoor geen genezing voorhanden is. Maar het gamma aan behandelingsmogelijkheden om de ziekte te stabiliseren en een actief leven te vrijwaren, gaat de jongste jaren met reuzensprongen vooruit. Artrose is een veel voorkomende gewrichtsaandoening – wereldwijd staat ze op de vierde plaats – en de medische wetenschap zet dan ook zwaar in op onderzoek naar nieuwe therapieën. Die zoektocht levert almaar meer nuttige inzichten op. De behandeling is volop in beweging door de vele studies die wereldwijd lopen. Daardoor zien we dat een aantal richtlijnen die worden gehanteerd voor de behandeling verschillen naargelang het land. Sommigen landen nemen nieuwe inzichten sneller op maar in grote lijnen zijn specialisten het wel met elkaar eens: artroseklachten worden tegenwoordig zoveel mogelijk multidisciplinair aangepakt, met de hulp van een arts, een kinesitherapeut, een ergotherapeut en eventueel een orthesist.

Kan chirurgie een oplossing bieden?

Prof. dr. Gaëtane Stassijns: Als de artrose te ver gevorderd is of de pijn te omvangrijk geworden, dan kan een chirurgische ingreep in het vizier komen. Maar voor het leeuwendeel van de artrosepatiënten is dat nooit nodig. Chirurgie kan nuttig zijn bij mensen met geïsoleerde letsels. Als er binnen een gewricht slechts sprake is van één beschadiging. Of bij mensen die door hun artrose invalide dreigen te worden.

De chirurgische ingreep kan bestaan uit het schoonmaken van het gewricht, waarbij uitsteeksels worden weggehaald. Een andere mogelijkheid is heel kleine microletsels op het gewricht aanbrengen om zo de aanmaak van nieuw kraakbeen te stimuleren. Ook het plaatsen van een heup-, knie- of andere gewrichtsprothese is mogelijk als de artrose voornamelijk klachten geeft ter hoogte van één gewricht. Bij dit soort operaties wordt nu veel meer spiersparend gewerkt dan vroeger. Daardoor kunnen we mensen veel gerichter en dus sneller laten revalideren.

Hoe pakt men een opstoot van artrose best aan?

Prof. dr. Gaëtane Stassijns: Pijnstilling (paracetamol) of ontstekingsremmende medicatie kan bij tijdelijke opstoten in pilvorm worden toegediend. Soms kan er via een zalf worden gewerkt. Bij gewrichten waar dit mogelijk is, bijvoorbeeld handgewrichten, kan een ontstekingsremmende zalf worden gebruikt. Dat gebeurt vaker bij iets oudere patiënten omdat zij bijwerkingen kunnen ondervinden van ontstekingsremmende medicatie in pilvorm.

Bij ernstige opstoten, bijvoorbeeld ter hoogte van de knie of de heup, kan een inspuiting met cortisone in het ontstoken gewricht nodig zijn. Nieuw is dat zoiets vandaag heel gericht gebeurt, onder echografische controle, waardoor het effect zeer doeltreffend is. Een andere behandeloptie is inspuitingen met hyaluronzuur, een product dat ook in het gewrichtsvocht zelf voorkomt. Dat kan een beschermlaagje aanleggen in het aangetaste gewricht. De richtlijnen hierover verschillen nog wat maar wij hebben hier positieve ervaringen mee bij onze patiënten.

Wat met stamcellen?

Prof. dr. Gaëtane Stassijns: Er dienen zich heel wat nieuwe technieken dienen aan. Kraakbeenstamceltransplantatie is inderdaad een veelbelovende innovatie. Hierbij wordt met de eigen stamcellen van de patiënt kraakbeen gekweekt dat vervolgens weer wordt getransplanteerd. Op die manier wordt er opnieuw een kraakbeenlaagje aangebracht rond het gewricht.

Deze evolutie kan op termijn heel wat nieuwe toepassingsmogelijkheden opleveren. Maar momenteel is kraakbeenceltransplantatie nog een heel gelimiteerde ingreep waarvoor slechts een klein aantal patiënten in aanmerking komt. En de terugbetaling is erg beperkt.

Welke hulpmiddelen kunnen leven met artrose vergemakkelijken?

Prof. dr. Gaëtane Stassijns: Advies over ergonomie is de eerste benadering bij artroseklachten. Er zijn ongelofelijk veel hulpmiddelen te vinden of zelf te creëren zodat u zoveel mogelijk handelingen kunt blijven uitvoeren. Als u er niet meer in slaagt om fijne motorische vaardigheden zoals knippen met een schaar of snijden met een mes uit te voeren dan zijn aangepaste scharen of opzetstukken een oplossing. Ergonomisch bestek kan helpen om minder fijne bewegingen uit te voeren. Op die manier blijft u ondanks uw ‘handicap’ zelfstandig. Heel wat patiënten zijn zelf creatief en vinden hun eigen hulpmateriaal uit. Voor een aantal aanpassingen is soms ook tussenkomst mogelijk van uw ziekenfonds.

Ook orthesen of braces zijn zinvol. Deze uitwendige hulpmiddelen ondersteunen het gewricht en vangen mee de belasting op, bijvoorbeeld aan de knie. Bij patiënten met lichte asafwijkingen bieden ze ook een goede correctie. Voor heel wat patiënten betekenen ze een meerwaarde, ook al gebeurt hier niet zoveel onderzoek naar als naar medicatie. Nadeel is dat zo’n orthese niet erg elegant is. Niet iedereen gaat er graag de straat mee op.

Moet u met artrose rusten of net meer bewegen?

Prof. dr. Gaëtane Stassijns: U moet zeker niet minder bewegen, wel anders. Bij de kinesitherapeut krijgen mensen met artrose een aangepaste oefentherapie om hen te leren anders te bewegen. Studies hebben aangetoond dat aangepaste oefentherapieën onder begeleiding veel betere resultaten geven dan trainen op eigen houtje. Vaak weten mensen niet hoe ze de oefeningen juist moeten uitvoeren, welk tempo aangewezen is of tot hoever ze hun gewrichten mogen belasten. Verkeerd bewegen kan dan ook omgekeerde resultaten opleveren. Bij de bewegingstherapie leren patiënten hoe ze hun gewrichten op de juiste manier kunnen stimuleren.

Welke bewegingen moet u mijden?

Prof. dr. Gaëtane Stassijns: Voorkom piekbelastingen, net als statisch spierwerk zoals rechtopstaand druk uitoefenen. Wel goed is bewegingen te herhalen die geen overbelasting vergen. Op die manier versterkt u de spieren rond uw gewricht zodat die een deel van de belasting op het gewricht overnemen. Bij mensen met specifieke verstijfde gewrichten wordt soms lokaal manuele therapie toegepast om de verstijfde houding te doorbreken.

Sommige mensen durven niet meer bewegen maar dan gaat het van kwaad naar erger. Laat u in een beginfase goed begeleiden, nadien kunt u vaak zelf aan de slag met uw oefeningen. Oefentherapie vergt heel wat inspanningen maar het effect loont de moeite. Vaak is de invloed ervan groter dan die van medicatie. Uit een vergelijkende studie is gebleken dat mensen die oefeningen kregen in bepaalde gevallen zelfs geen medicatie meer nodig hadden.

Welke sport mag u beoefenen als u artrose hebt?

Prof. dr. Gaëtane Stassijns: Blijven bewegen is enorm belangrijk. Wie stopt met bewegen, zal verstijven, waardoor de gewrichten het nog moeilijker krijgen om te bewegen. Vooral heupgewrichten zijn daar heel gevoelig voor. Blijf dus fietsen, wandelen of zwemmen. Kies voor activiteiten zonder belasting, voor bewegingen die u niet doen afzien. Contactsporten zoals voetbal zijn niet aangewezen. Zeker niet als u al met artrose kampt. Agressievere sporten verhogen immers de kans op trauma’s en ook de belasting van de gewrichten ligt hier hoger. Als er al botaanwassen gevormd zijn, kan dat voor extra letsels zorgen.

Wees ook voorzichtig met duursporten zoals lopen. Duurlopen kan deel uitmaken van de preventie van artrose, op voorwaarde dat het op de juiste manier gebeurt. Als u loopt, doe dat dan niet op straat, maar kies voor een zachte ondergrond zoals bosgebied, een parkwegel of een zachte Finse piste. En investeer in degelijke schoenen met een goede demping om uw gewrichten te sparen.

Hoe kunt u uw gewrichten beschermen tegen voortijdige slijtage?

Prof. dr. Gaëtane Stassijns: Lang voor artrose aan de horizon verschijnt, kunt u al veel ondernemen om uw gewrichten te beschermen tegen slijtage. Mensen met asafwijkingen – verschil in beenlengte bijvoorbeeld – kunnen die laten corrigeren door hulpmiddelen zoals steunzolen. Die nemen de druk van de gewrichten weg.

Ook een goed uitgebalanceerd bewegingsschema kan de gewrichten beschermen. Mijd extreme sportinspanningen maar kies bijvoorbeeld voor Start to run of Start to swim programma’s die de sport die u wilt beoefenen op een gematigde manier opbouwen. Als u te snel vooruit wilt, betaalt u al gauw een prijs. Initiatieven zoals Sportelen zijn ideaal om zowel uw conditie als uw spiermassa op een gezonde manier te onderhouden. Gewrichten die door spieren omringd zijn, zijn beter beschermd tegen artrose.

Kari Van Hoorick

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content