Dag Flory

Ik zit nu al ruim dertig jaar -nog altijd met het grootste plezier – in het radio- en televisiebedrijf. Dagelijks presenteer ik mijn twee uurtjes muziek en informatie op de klassieke zender Klara, en ik durf zeggen dat ik onderhand min of meer weet hoe het allemaal werkt.

Als kleine dreumes al beschouwde ik de radio als een magische doos. Ik vond ook niets prettiger en spannender dan mijn transistortje op mijn kamer te hebben en ’s nachts onder de dekens zo zachtjes mogelijk te luisteren naar allerlei vreemde buitenlandse stations. Posten heette dat toen. Liefst in talen die ik niet begreep: Roemeens, Russisch, Zweeds. Maar er was ook Brussel Vlaams uiteraard. Hoe het medium werkte, wist ik toen ook al. Dacht ik. Ik had er een duidelijke visuele voorstelling van. In mijn verbeelding zag ik een groot plein met een immens gebouw. En ik was er vast van overtuigd dat alle muziek die me via de ether bereikte, in de studio werd gespeeld door de muzikanten.

Zodra de man met het accordeon klaar was met zijn tango van Malando stond hij op, en terwijl de omroeper vertelde wat we net gehoord hadden en ons het juiste uur meedeelde, pakte de muzikant zijn instrument in en verliet het pand. Aan de ingangsdeur kwam hij vier zwarte kerels tegen, ze begroetten elkaar vluchtig want de vier moesten zich haasten om op tijd te zijn. De omroeper zei al hoe laat het was en kondigde Joshua Fit the Battle of Jericho aan. “Dames en heren, u hoorde het Golden Gate Quartet met Joshua, en het is nu precies tien minuten over acht.” Ik denk dat ze toen als bindteksten alleen maar vertelden hoe laat het was. En ... om tien over acht moest ik als de bliksem de deur uit om naar school te gaan.

Bizar dat vooral die ochtendprogramma’s me zijn bijgebleven. Waarschijnlijk omdat ik het zo erg vond dat die sukkels van muzikanten zo vroeg van overal ter wereld naar Brussel moesten komen om een nummertje te spelen.

Af en toe klonk er ook wat klassiek tussen de lichte ‘Ochtendklanken’ maar hun namen ben ik vergeten. Of beter: ik was ze vergeten. Tot ik enkele weken geleden op jammerlijk wijze met één van hen werd geconfronteerd. Op een zaterdagochtend sloeg ik de krant open en zag tussen de overlijdensberichten haar naam: ‘Flory Muyshondt’! Dat moest zij zijn! En ja hoor, eronder stond: ‘Pianiste’. Hoe kon ik haar vergeten! Voor mij was zij DE pianiste van het noordelijk halfrond. Ook omdat haar naam me met ontzag en een tikkeltje angst vervulde, want als ik haar hoorde, zag ik een combinatie van mens, hond en vleermuis aan het klavier zitten.

Al ken ik zoveel muzikanten, nooit heb ik Flory Muyshondt ontmoet. Nu ik haar overlijdensbericht in de krant zag staan, vond ik dat plots erg. Ze overleed ‘na een kortstondige ziekte’, las ik die zaterdagochtend. Ze was 92. Ik was er toen vijf.

Dag Flory Muyshondt. n

Fred Brouwers

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content