China door de ogen van mijn dochtertje

Volgende zomer ontvangt China de Olympische Spelen. Samen met zijn dochtertje Lea, ontdekt Guy Van de Berg een land in volle expansie dat zijn geschiedenis respecteert. Een land dat zich graag laat verleiden door een westers meisje van negen.

Samen met mijn dochtertje Lea China ontdekken en er een geïllustreerd dagboek van maken. De droom was al lang aan het rijpen in mijn geest. Het enige wat hij nodig had om werkelijkheid te worden, was een duwtje in de rug, een aanleiding. Zoals het organiseren van de Olympische Spelen, in 2008...

Dag 1, 2 en 3: De facelift van Bejing

De zware poort van de Verboden Stad, tegenover het Tien’anmenplein in Bejing (Peking), laat de groepjes bezoekers maar mondjesmaat binnen. Nu ook de Chinezen betaald verlof krijgen, komen nieuwsgierige toeristen van alle generaties de resten van hun keizerlijke verleden ontdekken en die toevlucht kan de stad niet altijd aan. Een man in een Maopak, met een petje op het hoofd en een thermos met thee in de hand schuifelt voorbij. Een trendy jong stel met piekhaar slentert heen en weer, met de arm om elkaars middel. Gezinnen – meestal met één kind, want dat blijft het beleid – maken massa’s foto’s met hun digitale camera’s. Lea is de grote blikvanger. Met haar blond-bruine vlechten en haar teddybeer op de rug is mijn dochter ieders lieveling. “En ze draagt rood”, fluistert iemand mij in het oor, “de kleur van het geluk!” Chinezen van divers pluimage draaien zich om, lachen naar haar, strelen haar haren, willen met haar op de foto. Ze zijn zo vriendelijk dat een en ander opdringerig dreigt te worden en dat toont ze duidelijk. Zelfs in het Zomerpaleis, een wonder van de traditionele Chinese architectuur, willen jonge soldaten in prachtige uniformen met haar poseren.

Nu de Olympische Spelen in aantocht zijn, ondergaat Beijing een facelift. De bulldozerpolitiek draait op volle toeren en veel hutong, oude wijken met typische huisjes, smalle en geurige steegjes, worden met de grond gelijk gemaakt, terwijl honderdduizenden mensen naar de woontorens verhuizen die als paddenstoelen uit de grond rijzen. Het verkeer – verstikkend en “zo traag als een schildpad”, zegt Lea – zit vol contradicties. Zo tracht de overheid enerzijds de goede oude proletarische fiets weer populair te maken, terwijl ze anderzijds een... zesde ringweg rond Bejing bouwt, in een poging om het verlammende verkeer in te dijken.

Sommige typische wijken hebben meer geluk en zijn ter attentie van de toeristen gerenoveerd. Een ervan is Houhai, een doolhof van straatjes die allemaal uitkomen op een promenade rond een meer. In een volks straatje valt ons oog op een huis met een bord met een Engels opschrift: Handy craft. De deur is dicht, maar een vrouw achter ons vraagt: “You want to see?” Ze ver-ontschuldigt zich omdat de elektriciteit uitgevallen is en steekt een kaars aan om ons haar lakwerk en kalligrafie te tonen. Lea krijgt twee bananen uit een grote mand.

Bij valavond vinden we een gezellig restaurant op de hoek van de Dong Jiao Xianglaan. Bij de ingang hangen rode lantaars. Het zuurzoete varkensvlees, plus rund met groente, champignons en rijst kost 60 yuan (6 euro) voor ons tweetjes, de drank inbegrepen. Lea, die verbazend moeiteloos met de stokjes omspringt, eet haar buikje rond.

Dag 4, 5 en 6: Het China van de keizers

De Grote Muur, ooit bijna 5000 kilometer lang, is onlosmakelijk met het Rijk van het Midden verbonden. In Simatai is hij het spectaculairst. Met veel goede moed beginnen we aan de beklimming, een tocht van twee uur via steile en oneffen treden. Maar het bergland-schap dat zich voor onze ogen ontvouwt, is het echt wel waard. Overigens is de beklimming niet al te moeilijk, alleen tijdens de afdaling is Lea bang om uit te glijden op de treden. En een goedlachse boerin die zich door mijn dochtertje heeft laten vertederen, verliest haar geen ogenblik uit het oog. Zodra we beneden zijn, haalt de vrouw prentkaarten en fotoboeken over de Muur uit haar tas. De foto’s zijn zo mooi dat wij ze wel moéten kopen.

Wanneer we ’s avonds de trein nemen naar Xi’an, is Lea heel opgewonden bij het idee dat ze in een couchette mag slapen. In de buurt van Xi’an werden in 1974 meer dan 7000 levensgrote soldaten van terracotta gevonden. Ze waren in opdracht van een megalomane keizer van de Qindynastie gemaakt en bleven tweeduizend jaar verborgen onder de grond. Het op de vindplaats gebouwde Museum van de Krijgers trekt een massa mensen aan.

Wat minder druk is het in de moslimwijk van Xi’an, die ons onderdompelt in de sfeer van het oude China. In de soeks moet ik Lea intomen, ze zou alles willen kopen. Later slenteren we samen door de parken die harmonie en vriendelijkheid uitstralen. Mannen doen aan tai chi chuan, ze paraderen met vogelkooitjes en vergelijken de vedertooi van hun gevleugelde lieverdjes. Vrouwen oefenen de waaierdans. Onder een afdak repeteert een amateurorkest. Onvermoeibare mahjongspelers laten de 144 stenen met fraaie tekeningen kletteren op het tafelblad. Later deze middag fietsen we over de muur van Xi-an. Lea rijdt de hele veertien kilometer zonder verpinken uit. Ze blijft me verbazen!

Dagen 7, 8 en 9: De minderheden van Yunnan

De Han, de oorspronkelijke Chinezen, vertegenwoordigen meer dan 90% van de bevolking, maar daarnaast telt China 55 erkende minderheden, allemaal met hun eigen taal en tradities. Alleen al in de zuidelijke provincie Yunnan zijn er zesentwintig! Kunming, de hoofdstad van de provincie Yunnan, staat bekend om haar zachte klimaat, haar bloemen die naar heel de wereld worden uitgevoerd... en haar noedelsoep. Wij kunnen de verleiding niet weerstaan en be-stellen een grote pan met dampende kippenbouillon, noedels, groenten en gerookte ham uit Yunnan, rauwe vis, champignons, allerlei specerijen en vreemde witte ringetjes die knisperen als je erop bijt... geroosterde rupsen! Lea is geweldig. Negen en een half, en ze proeft probleemloos van al het lekkers, behalve van de rupsen.

Het Woud van Steen is een van de bezienswaardigheden van de streek en de herinnering waarover Lea het langst zal napraten. Miljoenen jaren geleden bedekte een zee dit deel van Yunnan. De erosie en de tectonische bewegingen die de rotsen optilden, hebben indrukwekkende pieken met suggestieve vormen geschapen die uit het water oprijzen.

Bij de terugrit door het afgelegen platteland stopt de bus bij een benzine-station voor een plaspauze. De toiletten voor de mannen en de vrouwen zijn gescheiden, maar ze zien er net hetzelfde uit: een grote zaal met hurktoiletten, geen deuren. Al die Chinese reizigers die onbekommerd op een rijtje zitten... Lea heeft grote ogen opstaan als ze het toilet verlaat, maar ze zegt niets!

Dagen 10 en 11: het land van de duizend heuvels

Vannacht logeren we in een guest house in Yangshuo. Lea heeft een Chinese jurk in rood en goud gekocht die haar prachtig staat. Bij het avondeten lijkt ze echt een prinsesje, stralend van geluk in het lantaarnlicht dat op de gelakte eend en de eetstokjes weerkaatst. Na het eten, terug naar de kamer: douchen, tanden poetsen en naar bed want morgen vertrekken we voor een lange fietstocht door het platteland.

Op een achtergrond van afgeplatte, kegelvormige bergen bewerken boeren met strohoeden op hun hoofd de rijstvelden met door buffels getrokken ploegen. Op de oever van de Yulong zijn honderden glooiende heuvels zichtbaar. Maar Lea is vooral gefascineerd door de indrukwekkende zwarte vogels met grote bekken die hier voortdurend af- en aanvliegen. Een man, staand op zijn vlot, vist hier namelijk met behulp van... drie aalscholvers. Een van de vogels duikt in de rivier, vangt een vis en strijkt neer op het vlot. De man pakt hem snel in de nek, steekt zijn hand in de grote bek en neemt hem zijn prooi af... Bingo!

Dagen 12 en 13: de dorpen van Zhuang en Yao

De bewoners van Longshen, een dorp in de bergen van de provincie Guangxi, werken al eeuwen op hun rijstterrassen en dragen de draak een eindeloze verering toe. Geen wonder, want hij symboliseert vruchtbaarheid en vernieuwing. Niet ver hiervandaan ligt Ping’An, een dorpje dat alleen langs een smal pad van verharde aarde bereikbaar is. Hier leven twee volkeren vreedzaam samen: de Yao en de Zhuang, de grootste minderheid van China. De steile straatjes hebben houten huizen van drie of vier verdiepingen, versierd met rode lampions.

De twee bevolkingsgroepen uit elkaar houden is geen probleem. De Zhuangvrouwen dragen zwarte kleren en tulbanden in blauw, geel en fluoroze. De Yaovrouwen zijn herkenbaar aan hun rode tunieken, hun met fel gekleurde biesjes versierde pantoffels en de indrukwekkende haardos die ze als een hoofddeksel dragen. Lea vindt het een prachtig schouwspel en is binnen de kortste keren in een geïmproviseerd gesprek met hen gewikkeld, waarin ze ook mij betrekt. Door haar spontaniteit en haar onweerstaanbare lach helpt ze me voor de zoveelste keer het Chinese ijs te breken. n

Tekst en foto’s: Guy Van de Berg

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content