Briljante brillen

Al 20 jaar lang staat het merk Theo voor trendy brillen met een origineel design en dito kleuren. Het geheim van designer Patrick Hoet: “Je bril moet deel uitmaken van je persoonlijkheid. Opvallen volstaat niet!”

In de beginperiode van Theo (een anagram van Hoet) maakte de zogenaamde balkbril furore bij schrijvers als Tom Lanoye. Later volgde de internationale doorbraak met agenten en klanten overal ter wereld, vooral in de Verenigde Staten en Japan. Een Theobril dragen was hip, dat vonden bijvoorbeeld ook Elton John en Bill Gates. Het is duidelijk dat twintig jaar Theo een retrospectieve verdient, bijvoorbeeld in het Designmuseum van Gent. Daar worden enkele van de markantste modellen van de jongste jaren tentoongesteld.

Wij spreken af bij ontwerper Patrick Hoet in zijn zaak in Brugge. Op zijn bureau liggen onafgewerkte brillen her en der verspreid. “Soms heb ik een nieuw idee, begin ik aan een model maar bots ik op een muur van praktische problemen. Dan laat ik de heleboel even liggen, want misschien heb ik morgen een nieuw ideetje en werk ik eraan verder. Wij zijn continu op zoek naar nieuwe materialen, nieuwe technieken die vaak niets met de optiekwereld te maken hebben. Dat experimenteren vind ik leuk. Het voelt aan alsof ik nooit werk.”

Plus Magazine: Vooraleer u met Theo begon, was u een gewoon opticien. Heeft Theo uw wereld veranderd?

Hoet: Zeker weten. Vroeger zat ik hier in mijn winkeltje en Brugge was het centrum van de wereld. Ik prutste al wel wat aan brillen, maar ik wou gewoon dingen doen die ik graag deed, zonder de bedoeling daar geld mee te verdienen. Samen met mijn vriend Wim Somers trok ik onder meer naar buitenlandse beurzen. En zo rijpte het idee om heel beperkte collecties van onze ontwerpen te laten maken voor onze winkels alleen. Maar niemand kende ons, het kwam er dus op aan fabrikanten te overtuigen om met ons in zee te gaan, want die mensen zaten niet op ons te wachten. Op dit ogenblik hoeven we natuurlijk niet meer te bedelen, maar ik stel nu hetzelfde probleem vast bij mijn dochter die meubels ontwerpt.

Toen die brillen eindelijk klaar waren, droegen we ze gewoon zelf en blijkbaar vielen ze in de smaak, want iedereen vroeg waar we die leuke modelletjes vandaan haalden. Zo is het beginnen te rollen. In die tijd had je alleen de klassieke merken en een wildgroei van allerlei merken. Er zijn zelfs Will Tura- en Ayrton Sennabrillen geweest. Wij kwamen plots met een designbril zonder zichtbaar merk en dat sloeg aan.

Sindsdien is een bril dragen helemaal ‘in’...

Ja, want dat is lang anders geweest. Ik herinner me jaren geleden een mevrouw die huilend mijn zaak binnen-kwam. Ze was ontroostbaar omdat haar zoon een bril moest dragen. Nu kopen de mensen met plezier een bril.

Het helpt allicht dat bekende mensen uw brillen dragen?

Ik loop niet graag met die namen te koop want dat staat haaks op mijn visie. Ik vind dat je een bril moet kopen omdat je hem zelf graag ziet en niet omdat iemand anders hem draagt. De bril moet bij een persoon passen, het is voor een stuk een expressie van je persoonlijkheid. Opvallen alleen is niet genoeg.

Wanneer past een bril bij iemand?

Een bril mag niet voor het gezicht staan, maar in het gezicht. Hij moet onopvallend opvallen. Dat heeft natuurlijk wel zijn beperkingen want zijn eerste functie is en blijft je beter te doen zien. Zo bestaat onze reeks Eye-witness uit asymmetrische brillen – ons gezicht is ook niet volledig symmetrisch – maar het geheel moet wel in harmonie zijn. Daardoor passen sommige modellen bij bepaalde gezichten en andere niet.

U hebt ook samengewerkt met studenten van de Antwerpse modeacademie.

Want als je te veel met het ontwerpen van brillen bezig bent, begin je technisch te denken. Tijdens het tekenen zit je je al af te vragen hoe het kan gemaakt worden. Maar die jongeren hebben een idee en trekken zich niets aan van de praktische kant van de zaak. Dat werkt verfrissend.

Wat vindt u van retrospectieve tentoonstellingen zoals deze?

Dat ik oud word, zeker? Twintig jaar is een hele tijd, maar het is niet gedaan hé! Mijn beste bril moet ik nog maken. Als je dat niet denkt, kun je maar beter stoppen. Met de lijn Hoet probeer ik nu moderne klassiekers te maken, naast de meer modieuze Theobrillen. Zolang ik er nog zin in heb, ga ik ermee door... n

Theo d’Or: Twintig jaar Theo-Design – een overzicht in goud. Tentoonstelling met tien gouden modellen die de evolutie van het brillenmerk Theo illustreren. Tot 27/4 in Designmuseum Gent, Jan Breydelstraat 5. Dinsdag tot zondag, 10-18 uur. Toegang: a 5. Info: www.designmuseumgent.be en www.theo.be

Filip Godelaine

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content