Biovakantie in het kruidendorp

Al wie in het Oostenrijkse dorpje Irschen een lapje grond bezit, al is het maar een voorschoot groot, haast zich om er kruiden op te telen. Stel u de kleuren voor, de heerlijke geur, het wellnessgevoel terwijl u tegen een gezapig tempo door de Alpen kuiert. Of hebt u geen zin om de drukte van de ‘normale’ wereld even te vergeten?

Het is onmogelijk om naast het bord kijken dat ons de weg wijst naar wandelhotel Mandler’s Landhaus in het Oostenrijkse dorp Irschen, in de provincie Karinthië: hier moeten we zijn voor “een vakantie voor lichaam en geest”. Dat het hotel bovendien aan de Stresweg ligt, klinkt veelbelovend! Bovendien zijn alle kamers hier genoemd naar kruiden – pepermunt, lavendel, salie,... – en zijn ze ingericht met meubels van onbehandeld dennenhout en natuurtextiel. Slapen doen we op een kruidenhoofdkussen en er is een ruime keuze aan bioproducten en vegetarische schotels. Dit wordt een puurnatuurverblijf, van ’s ochtends vroeg tot ’s avonds laat. Maar misschien is dat niet eens zo verwonderlijk voor een dorp dat ingebed ligt in een brede vallei tussen de Gailtaler Alpen en de Kreuzeckgruppe.

Slechtweer- en goedhumeurthee

Omdat we elke avond in het dorp eten, zijn we snel ingeburgerd. Zo neemt Willy van Gasthof Striemitzer ons mee voor een bezoek aan de Baüerle Mühle, zijn levenswerk. Jaren terug was de 125 jaar oude molen nog een houten bouwval, maar dankzij Willy wordt er nu weer gemalen dat het een lieve lust is. Biomeel, vanzelfsprekend. De watermolen draait en keert, het vlijtige klepperen van het houten rad heeft iets mysterieus, een geluid dat bij oude sprookjes hoort, net als het luide geklater van de bergbeek. Verder is er natuurlijk de zon, de ruwhouten rustbank, de gefilterde groene schaduwen rondom ons – dit is een cursus natuurkunde verpakt in poëzie.

In het kruidenwinkeltje in het dorp maken we kennis met de artisanale producten van Kathi Hassler en de Kruidenvrienden: haar azijn met viooltjes, de stroop van citroenmelisse, de kruidenkussentjes en haar slechtweerthee. Die laatste nemen we zeker mee naar België! En om haar goedhumeurthee te testen ken ik ook wel enkele kandidaten.

Op haar bioboerderij stelt Kathi ons de hond Tasso voor, plus de twee poezen en Ricky, een reeënweeskind dat boer Hassler in het veld vond. Ricky woont hier nog maar enkele weken maar hij is al de lieveling van iedereen geworden. En tussen twee zuigflesjes door, knabbelt hij al flink wat groen.

Boter karnen als ontspanning

Het plafond van de Rauchküchl, de rookkeuken die zwartgeblakerd is van het generatieslang hout stoken in een afgesloten ruimte, wordt nu aan ons oog onttrokken door droge maïskolven. Niet langer door het spek dus, en de hammen en worstjes van vroeger. In de kruidenkamer, waar de productie van alle boeren uit de omgeving wordt verwerkt in thee en kussentjes, brengt de geur ons meteen in vakantiestemming.

Kathi heeft al twintig jaar groene vingers. Toen oogstte ze voor het eerst pepermunt, goudsbloem, salie en lavendel om een eigen theemengsel te bereiden. Enkele jaren voordien hadden de Kruidenvrienden besloten om de kennis van helende planten aan de volgende generaties door te geven. Nu sloven tientallen boeren zich elk jaar uit om hun kruidenakker te verzorgen. Het vergt veel handwerk in een soms mensonvriendelijke omgeving, maar de thees van Irschen zijn wel in het hele land bekend!

Sedert enkele jaren, spreken de boeren van het dorp onderling af wie voor welke kruiden zorgt. Zo kweekt Kathi op haar veld lavendel voor de verkoop, maar daarnaast koestert ze ook een tuintje met kruiden voor de eigen keuken. Bovendien bakt ze elke dag brood, ze maakt jam en di- verse fruitsappen en ze verzorgt het ontbijt voor haar pensiongasten. Televisie hebben we haar tijdens ons bezoek nooit zien kijken, boter karnen (met de hand!) is haar ontspanning. “Veel ontspannender. En ik kan intussen de krant lezen”, klinkt het laconiek.

Een leven zonder ‘u’

“Maak eerst twee dagen korte wandelingen, en rust de derde dag. Op die manier protesteren de spieren niet als je nadien een langere bergtocht maakt!”

We hebben het advies van hotelbaas Mandler strikt opgevolgd, dus moeten we vandaag klaar zijn voor het echte werk. Toch is de lange klim vanuit Irschen naar de Leppner Alm nog behoorlijk ambitieus. Het Alpengasthaus Bergheimat dat na een eindeloos aantal haarspeldbochten opduikt als een bevrijdende oase in de woes-tijn, heeft veel weg van een oud weerhuisje met een popperig balkon waaruit ieder ogenblik een mannetje of vrouwtje tevoorschijn kan floepen. Hütten-Sepp, de kastelein, begroet ons alsof we oude vrienden van hem zijn en leidt ons naar een tafel bij het raam, want “daar zitten jullie het best”. Terwijl onze gastheer een pan eieren met spek op de houtkachel zet, legt hij de huisregels uit. Eén van de belangrijkste is, dat eens boven de 1000 meter het woord u niet bestaat. Hier is iedereen gelijk voor de wet. Arbeider of directeur, burger of minister: jij, en niets anders!

Een berg als visitekaartje

Walter van Gasthaus Herreger zal niet rusten voor we zijn Kräuter-Schnäpse geproefd hebben. Bij die gelegenheid vernemen we ook waar wilde cyclamen bloeien en waar we donkere akelei kunnen vinden, want die heeft hij nodig om hem te bereiden.

Net als hotelbaas Mandler begeleidt Walter zijn gasten graag op lange bergwandelingen en dat plezier kunnen we hem niet ontnemen. In zijn gezelschap verkennen we dus de Hausberg, zeg maar dé berg die als een soort visitekaartje bij het dorp hoort. Voor Irschen is dat de Scharnick, 2656 meter hoog. Maar onze gids stelt ons meteen gerust: we hoeven niet hoger te klimmen dan de Weneberger Alm, aan de voet van de berg. En proviand meesleuren voor onderweg is ook al overbodig. Eten kunnen we op de alm en bij dorst scheppen we een handvol water uit het bergbeekje “want al het water dat over drie stenen heeft gevloeid, is zuiver”, weet Walter uit eigen ervaring. We wagen het niet hem tegen te spreken: dit water heeft in ieder geval over vele stenen gevloeid...

Eenmaal op de Weneberger Alm maken we kennis met Peter, de koewachter die ons geduldig uitlegt hoeveel tijd het vergt om de melk te verwerken tot kaas, en hoe hygiënisch je daarbij te werk moet gaan. “Je mag de mensen uit de bergen niet onderschatten!” Zonder elektriciteit en stromend water kan het inderdaad niet vanzelfsprekend zijn om aan al die regels en reglementjes te voldoen.

Een borrel als medicijn

Die avonds zakken we, zoals gebruikelijk, naar Walter van Gasthaus Herreger af voor een kort maar deugddoend slaapmutsje. Want we zijn moe en onze vakantie in Irschgen loopt langzaam ten einde. Twee keer niezen en een klein hoestje later, word ik overstelpt met goede raad. Walter de schnapskenner en Kathi, de uitbaatster van het kruidenwinkeltje, kunnen het maar niet met elkaar eens raken over wat het allerbeste medicijn voor me is: een borrel met Steinraute (steenruit, een bergplant) of Krächserthee, een aftreksel van tijm, linde en vlierbloesem. Om een einde te maken aan de oeverloze discussie, besluit ik ze dan maar allebei te bestellen. Dat helpt zeker. Ik had geen betere plek kunnen verzinnen om verkouden te raken dan dit unieke kruidendorp! n

Santina De Meester – foto’s Johan De Meester

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content