Beperk de kosten!

Als de inflatie relatief hoog is, zoals de laatste twee tot drie jaar, en de rente relatief laag, moet u er voor zorgen dat uw spaargeld zo weinig mogelijk achteruitboert. Maar hoe doet u dat?

Momenteel ligt de inflatie op jaarbasis rond 2,5%, terwijl u op een veilige belegging netto met moeite 2% tot 2,5% haalt... als u goed zoekt! Stel dat u, zoals velen, uw geld op uw getrouwe spaarrekening hebt staan die u vandaag slechts 1,5% oplevert, getrouwheidspremie inbegrepen. Dat betekent dat uw reële rendement dus eigenlijk -1% bedraagt (1,50% – 2,50%). Zelfs met uw intresten gaat uw geld nog achteruit. Wie een hoger rendement wil, kan natuurlijk meer risico’s nemen, maar het is veel veiliger de kosten te minimaliseren. Elke kost weegt immers door op het rendement. (De rendementen en kosten in dit artikel zijn die op 1/8/2012.)

1. Uw geld moet beschikbaar blijven

In principe zijn termijn- en spaarrekeningen twee veilige producten om uw cash voor korte en deels zelfs op middellange termijn (drie tot vier jaar) te plaatsen. Dit zijn immers zowat de enige spaarproducten waarvoor de bank geen kosten aanrekent, noch bij instap, noch bij uitstap en evenmin tijdens de looptijd. Maar ze hebben momenteel ook af te rekenen met de inflatie.

Een termijnrekening

Bij elke bank kunt u een termijnrekening afsluiten en hebt u keuze uit verschillende looptijden. Bij heel wat banken kunt u zelfs op maat de termijn kiezen die u goed uitkomt (bijvoorbeeld 10 maanden en 15 dagen). Maar als we ervan uitgaan dat de inflatie rond 2,5% zal blijven hangen en in het beste geval op termijn naar 2% zal terugvallen (doelstelling van de Europese Centrale Bank), dan moet u uw geld al voor een heel lange termijn vastzetten.

Uit Tabel 1 blijkt dat u uw geld bijna tien jaar moet vastzetten om netto (na roerende voorheffing van 21% en zonder rijkentaks van 4% – een extra taks uit het Regeerakkoord voor wie meer dan euro 20.020 intresten en dividenden ontvangt) de inflatie van 2,5% te compenseren.

ONS ADVIES: Een termijnrekening is dus momenteel niet het ideale product om de inflatie te verslaan. Bij bedragen vanaf euro 50.000 kunt u proberen te onderhandelen over een beter tarief, maar verwacht hier niet teveel van. Voor kasbons gelden on- geveer dezelfde tarieven.

Een online spaarrekening

Internetspaarrekeningen waren tot enkele jaren geleden een typisch verschijnsel voor kleinere banken. Sinds kort bieden grootbanken echter ook internetspaarrekeningen aan die doorgaans niet moeten onderdoen voor die van kleine banken. Op die rekeningen krijgt u altijd een hoger rendement dan op klassieke spaarrekeningen.

Geld waarvan u niet zeker bent dat u het langer dan een jaar kunt missen, zet u best op een goede spaarrekening met een hoge basisinterest. Kunt u (een deel van) uw geld zeker een jaar missen, dan kiest u beter voor een spaarrekening met een hoge getrouwheidspremie.

Heel algemeen kunnen we stellen dat u op een klassiek spaarboekje slechts ongeveer 1% per jaar verdient, terwijl dat op een internetspaarrekening om en bij de 2% is (lees ook: Mini-hervorming van het spaarboekje op p. 51). Deze bedragen zijn netto tot euro 1.830 intresten per jaar per persoon . Boven dat bedrag betaalt u 15% roerende voorheffing (geen 21% en ook geen rijkentaks). In Tabel 2 ziet u wat dat qua rendement concreet betekent.

ONS ADVIES: Een goede internet-spaarrekening is dus een goed product om cash geld dat u maximum een paar jaar kunt missen te parkeren en ervoor te zorgen dat uw geld slechts beperkt achteruit gaat. Door de hoge inflatie en de lage rente komt u momenteel op een reëel rendement van -0,5% maar bij een normale inflatie (+/- 2%) en een normale rente zult u doorgaans op +0,5% uitkomen.

2. U kunt uw geld vijf jaar of langer missen

Wie zijn geld vijf jaar of langer kan missen en op veilig wil spelen, be- legt het best in obligaties of obligatiefondsen.

Obligaties

Als u uw geld belegt in obligaties leent u aan een land en/of een bedrijf en krijgt u een intrest (of coupon). Op het einde van de looptijd krijgt u het volledige kapitaal terugbetaald. U kunt een obligatie kopen op de primaire markt (bij de uitgifte) aan een prijs die gelijk is aan of in de buurt ligt van de nominale waarde. Of u koopt op de secundaire markt, dus op de beurs.

Wie zelf belegt in individuele obligaties zal ongeveer eenzelfde instapkost betalen als bij een internetbank (0% bij een nieuwe uitgifte en +/- 0,75 % bij lopende obligaties). U moet ook rekenen op 0,2% bewaarkosten per jaar, maar u spaart wel de jaarlijkse beheerskosten van het fonds uit (0,6% tot 1%) ( Tabel 3).

ONS ADVIES: Kies voor kwaliteitsobligaties en liefst in euro om het wisselrisico te vermijden. U zorgt er dan best voor dat elke obligatie nooit meer dan 5% uitmaakt van uw totale obligatieportefeuille.

Obligatiefondsen

Wie tijd noch zin heeft om dit zelf te doen, kan kiezen voor een obligatiefonds. U kunt kiezen voor een uitkeringsfonds (met coupon) of een kapitaliserend fonds (zonder coupon). Vermits beide belast worden aan 21% (ook op de meerwaarde), kiest u best voor een obligatiefonds met coupon omdat u dan geen uitstaptaks (1%) betaalt.

Wie een obligatiefonds koopt bij zijn klassieke bankier moet doorgaans rekenen op 2,25% tot 3% instapkosten. Dat is veel te hoog omdat hierdoor bijna het rendement van het eerste jaar wordt opgegeten. U kunt hier heel wat kosten besparen door obligatiefondsen te kopen bij een internetbank. Zij bieden immers vaak de best presterende fondsen aan (genomineerd met twee of drie Tijd-kronen of vier tot vijf Morningstar-sterren) waarbij de instapkosten 0% of 1% bedragen.

TIP Vraag ook altijd naar de beheerskosten, want dat is een jaarlijks weerkerende kost die u niet ziet. U vindt die kost ook in de prospectus van het fonds. De jaarlijkse beheerskosten van obligatiefondsen liggen vaak tussen 0,6% en 1,1%. Doorgaans zijn er geen bewaarkosten.

ONS ADVIES: Om een goed gespreide obligatieportefeuille te hebben, moet u niet alleen voldoende spreiden over verschillende uitgevers (bijvoorbeeld Omega Pharma, Nyr-star, Danone, enz.), maar er ook voor zorgen dat u uw aankopen spreidt in de tijd, zodat u niet met allemaal dezelfde looptijden zit die ineens aflopen. Laat u ook niet verleiden tot het aankopen van obligaties met zeer lange looptijden. Wie weet wat er nog allemaal op ons afkomt...

3. U denkt aan Tak 21

Een spaarverzekering of Tak 21 is een spaarproduct in een verzekeringskleedje, met als groot voordeel dat u geen roerende voorheffing betaalt als u het belegde geld meer dan acht jaar onaangeroerd laat. Momenteel krijgt u doorgaans een gegarandeerd rendement tussen 2,25% en 2,75% per jaar, met daarbovenop nog een bonus. De bonus is altijd variabel en hangt af van de prestaties van het onderliggende fonds. De instapkosten bij een Tak 21 liggen doorgaans op 3% bij klassieke banken en verzekeraars. Na onderhandelen gaat er vaak iets af, waardoor u kunt uitkomen op 2,25% en 2%. Sinds kort kunt u een dergelijke Tak 21 ook aangaan bij internetbanken waar u slechts 0,5% tot 1% instapkosten betaalt. Ook bepaalde verzekeraars hebben hun instapkosten laten zakken naar 1%. Daarnaast is er ook nog een taks bij instap van 1,1% ( Tabel 4).

ONS ADVIES: Het rendement van de Tak 21 is de afgelopen jaren steeds verder weggezakt. De laatste drie jaar zitten de meeste spaarverzekeringen qua rendement onder de 4% per jaar, terwijl er in 2005 nog vlot 4,5% gehaald werd en in de beginjaren (2000-2001) zelfs 6%. En ook de bonus doet het slecht, niet in het minst omdat er nog heel wat mensen in die grote pot zitten die destijds ingestapt zijn aan een gegarandeerde rente van 4,25% of zelfs 4,75%. Zij blijven best in hun Tak 21 zolang de rente blijft lopen (soms 8 jaar, soms levenslang).

Momenteel biedt een Tak 21 dus een te zwakke opbrengst. Maar eruit stappen is dan ook weer duur: een fiscale sanctie (15% roerende voorheffing berekend op een forfaitair rendement van 4,75%), uitstapkosten van 1% tot 5% van de gestorte premies en zelfs vaak een conjunctuurvergoeding als u op een verkeerd moment uitstapt.

4. U opteert voor een ‘veilige haven’?

Bakstenen?

Men mag niet zomaar stellen dat vastgoed altijd en overal een veilige belegging is. Denken we maar aan de scherpe terugval van de vastgoedprijzen in de Verenigde Staten, Ierland, Spanje, Portugal en sinds kort ook voor een stuk in Nederland (lees ook: Vastgoed kopen in een land in crisis).

Als we op heel lange termijn kijken zien we dat goed onderhouden vastgoed (huizen en appartementen) een meerwaarde van gemiddeld 6% per jaar geeft. Als we natuurlijk alle kosten (zowel bij aankoop als daarna) en herstellingswerken aftrekken, zal dit cijfer eerder rond 3% uitkomen of soms iets hoger. Daarboven komt nog eens de huur die netto (als vuistregel mag u negen maanden huur per jaar nemen) gemiddeld rond 2% komt. Al bij al is vastgoed op lange termijn dus een goede belegging tegen de inflatie. Op kortere termijn wegen de aankoopkosten (10% of 12,5% registratierechten en/of 21% btw) te zwaar door om een mooi rendement te halen.

ONS ADVIES: Als u de instapdrempel voor een tweede of derde verblijf te hoog vindt, kunt u ook investeren in een fonds dat belegt in vastgoed (bijvoorbeeld een vastgoedbevak). Dividenden van vastgoedbevaks die voor minstens 60% beleggen in woningen in België (bijv. Aedifica, Home Invest Belgium en Serviceflats Invest) blijven trouwens onbelast (geen roerende voorheffing) ( Tabel 5).

Goud?

Volgens de specialisten van Trends is in tijden van een zwakke dollar, een Europese crisis die nog steeds crescendo gaat en investeerders die het risico schuwen, goud als het ware een reddingsboei. Maar ze temperen deze stelling meteen door te stellen dat u best niet meer dan 10% van uw portefeuille belegt in goud, want ook de goudkoersen kunnen dalen.

5 U bent niet bang van een beetje risico

Wie een stukje van zijn portefeuille wil beleggen in aandelen kan dit doen door individuele aandelen te kopen of aandelenfondsen.

Individuele aandelen

Wie in individuele aandelen belegt (bijvoorbeeld Belgacom, Bekaert, Colruyt, Duvel Moortgat, enz.) doet dit best via een internetbankier. De aan- en verkoopkosten zijn dan vaak heel beperkt en liggen rond euro 10 tot euro 15, vaak dus meer dan de helft goedkoper dan bij klassieke bankiers. Daarnaast is er ook de beurstaks van 0,25% voor de aan- en verkoop van aandelen.

Aandelenfondsen

Wie geen tijd heeft voor het selecteren van aandelen kan in een aandelenfonds stappen. U stapt dan best in een wereldwijd gespreid aandelenfonds zoals Aphilion Q² Equities, BL Global Equities B (EUR) C, BNPP L1 Eq. World, Dexia Sustainable World, ING L Inv. World, KBC Index World, Petercam Eq. World 3F, enz. Bij grootbanken betaalt u doorgaans 3% instapkosten, terwijl dat bij internetbankiers slechts 0% of 1% is. De jaarlijkse beheerskosten liggen meestal op 1% tot 1,75%.

ONS ADVIES: Aandelen zijn enkel geschikt voor wie zijn geld minstens tien jaar kan missen en het risico aankan om een belangrijk stuk kwijt te geraken. Op heel lange termijn ligt het rendement van aandelen gemiddeld wel op 7 tot 8%, maar zekerheid hebt u absoluut niet. De meerwaarde op aandelen(fondsen) is onbelast, wat ze fiscaal ook interessant maakt ( Tabel 6).

Conclusie

1. Een goed spaarboekje is momenteel een goede en veilige belegging op korte en zelfs middellange termijn, en er zijn geen kosten aan verbonden. Maar uw geld gaat er niet op vooruit.

2. Kunt u uw geld vijf jaar of langer missen dan overweegt u best een overstap naar obligaties, een goed obligatiefonds of (papieren) vastgoed.

3. Zorg er altijd voor dat u de kosten beperkt tot een minimum. Het enige waar u immers als belegger altijd zeker van bent zijn de kosten die zwaar aan het rendement knagen.

4. Een Tak 21 zouden we voorlopig eerder links laten liggen.

Johan Adriaens, Onafhankelijk vermogensplanner

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content