Bastogne, 60 jaar na het Ardennenoffensief

Terwijl België zich klaarmaakte voor het eerste kerstfeest na de bevrijding, barstte in de Ardennen de hel los. Dat was op16 december 1944. Zestig jaar later zijn de sporen van de ‘Battle of the Bulge’ nog verrassend vers. Zoals u zelf zult merken als u onze uitstap in en rond Bastogne volgt. Tanks, noten, vossenholen, sneeuw (misschien!) en vooral veel kippenvelmomenten.

K ijk, hier was het, zegt Michel Baert, een kenner van het Ardennenoffensief die zich gespecialiseerd heeft als gids voor Amerikanen. Hij toont me een zijpoortje in een boerderij net buiten Bastogne, zo’n 150 m links van de N4 naar Aarlen. “Hier hebben de Duitse onderhandelaars zich met een witte vlag aangemeld op 22 december 1944. Ze vroegen de overgave van de Amerikanen en kregen de beroemde Nuts van generaal McAuliffe als antwoord”. De plaats staat bekend als de Ferme Kessler, maar u zult vergeefs zoeken naar een gedenkplaat of een wegwijzer.

Gelukkig zijn niet alle locaties van toen even anoniem gebleven. Naar aanleiding van de herdenking heeft het OPT, de Waalse dienst voor toerisme, een brochure uitgebracht onder de titel De wegen van de herinnering . Ze bevat de beschrijving van vijf routes die langs de voornaamste bezienswaardigheden van het Ardennenoffensief voeren. Samensteller Guy Blockmans: “We mogen niet vergeten dat de slag zich in drie provincies heeft afgespeeld: Luik, Luxemburg en Namen. Alleen al voor Bastogne en omgeving kunt u het best twee dagen uittrekken. De eerste dag rijdt u het tweede circuit na (in en rond de stad), de tweede dag het vijfde circuit (de regio tussen La Roche en Houffalize). Wie maar één dag heeft, kan in de voormiddag Bastogne bezoeken en in de namiddag een deel van het vijfde circuit volgen.”

En toen kwam de sneeuw

De Shermantank op de Place McAuliffe, hartje Bastogne, geeft meteen de toon aan. Het is niet de laatste tank of tankkoepel die u op uw route zult zien. Ook de ‘mijlpalen van de vrijheid’ zult u meer dan eens tegenkomen. Er staat er eentje om de drie kilometer langs de 1145 kilometer die de troepen van generaal Patton aflegden van de stranden van Normandië tot Berlijn.

Toch blijft het stervormige memoriaal op de Mardassonheuvel het meest indrukwekkende herdenkingsmonument. In de stenen zijn de namen van de Amerikaanse staten en van de gevechtseenheden gegraveerd, maar ook teksten over het verloop van de strijd. Vlakbij het monument kunt u het al even stervormige Bastogne Historical Center bezoeken. Dit museum vertelt het verhaal van de slag met tableaux vivants, documenten, voertuigen en wapens. In het auditorium tonen historische filmbeelden hoe het echt was: de verwoestingen, de angst op de gezichten, de droppings en vooral de massa’s sneeuw. In 1944 kenden de Ardennen een superstrenge winter (temperaturen tot -25 C!).

De vossenholen van Steven Spielberg

In de deelgemeenten rond Bastogne zijn de sporen van het offensief nog het meest vers. Kippenvelmomenten. Bijvoorbeeld in het Vredesbos in Bizory. Het werd tien jaar geleden, bij de 50ste herdenking van de slag, geplant door kinderen van de streek. William Priest, Warren Straith... elke boom draagt de naam van een veteraan van de strijd. Rond het bos loopt een parcours van borden met informatie over ‘martelaarsteden’ uit de hele wereld. Stil wordt u ook in de sobere Duitse militaire begraafplaats van Recogne. Hier luiden de namen Siegfried Krüger en Wilhelm Schmidt. Het ideetje van Hitler om Antwerpen te heroveren vergde 120 000 Duitse gesneuvelden en krijgsgevangenen, naast 23 000 Amerikaanse gesneuvelden en 2500 burgerslachtoffers.

De grootste verrassing vindt u echter in het Bois Jacques, links van de weg tussen Bizory en Foi. Al snel botst u hier op uitgegraven putten tussen de sparrenbomen, vooral langs de bosrand. Sommige zijn bijna helemaal opgevuld met blaren en naalden, maar andere lijken gisteren nog gebruikt. Het zijn de fox holes (‘vossenholen’), waarin de Amerikaanse verdedigers van Bastogne zich drie weken lang ingegraven hebben. Een gedeelte van de film en de televisieserie Band of Brothers speelt zich in deze holen af. En dat de beelden erg realistisch waren, hoeft niet te verwonderen. Regisseur Steven Spielberg heeft wel tientallen locaties in en rond Bastogne bezocht. Michel Baert: “Er blijven nog zo’n 3000 fox holes over in de strijdperimeter rond de stad, maar je moet echt weten waar ze liggen want de toeristische folders zwijgen erover”, weet Michel Baert.

‘Ik was 20 in Bastogne’

Als u wat meer tijd in Bastogne zelf wilt besteden, kunt u misschien iets van de herdenkingsevenementen meepikken. De belangrijkste vinden op 18 en 19 december plaats. Met als hoogtepunt de notenworp door koning Albert II vanop het stadhuis op 18 december om 16.40 uur. Die notenworp is overigens een traditie die van lang vóór de Nuts dateert.

Geen erg als u later in Bastogne komt. De tentoonstelling Ik was 20 in Bastogne kunt u nog bezoeken tot eind november 2005. Dit initiatief komt van de makers van Ik was 20 in ’45 en Ik houd niet van cultuur . Ook nu krijgt u de indruk dat u het allemaal zelf meemaakt: de bezetting, de strijd, de sneeuw, de hoofdkwartieren...U kunt zelfs de gedachten van een Duitse en een Amerikaanse soldaat lezen.

Een cowboy in de Ardennen

Als tweede deel van uw uitstap rijdt u het best het vijfde circuit van de Wegen van de herinnering na. Het brengt u van Bastogne over La Roche, Marcourt, Dochamps en Baraque de Fraiture naar Houffalize. Tanks, gedenkplaten en soms een houwitser herinneren aan de gevechten en aan de slachtingen onder de burgers. Op de steile kronkelweggetjes moet u zich de vertwijfeling van de tankchauffeurs voorstellen die door de sneeuwmassa’s de rand van het ravijn niet zagen. De foto’s in het privémuseum Musée de la Bataille des Ardennes in La Roche spreken voor zichzelf. Let ook op de Duitse tank in Houffalize. Die behoorde tot het Afrikakorps en draagt nog altijd de camouflagekleuren van de woestijn.

Het circuit brengt u eveneens in Marcouray. Dankzij kolonel Sam Hogan werd dit dorpje het toneel van een cowboy-en-indianenverhaal. Op 21 december 1944 zit Hogan met zijn eenheid in het dorpje vast door een gebrek aan benzine. Hij trekt op verkenning in de omgeving en komt terecht in de voorhoede van de Duitse Panzerarmee. Als een echte James Bond slaagt hij erin uit de handen van de Duitsers te blijven en terug te keren naar Marcouray. Omdat het dorp omsingeld is, krijgt hij bevel om zijn voertuigen te vernietigen. Daarna sluipt hij in de kerstnacht met zijn mannen door de Duitse blokkade.

De ouderlijke boerderij van Léa Techy werd door Sam Hogan gebruikt als hoofdkwartier. In die roemruchte kerstnacht stond het dak al in brand, toen ze met haar ouders uit de kelder wegvluchtte. Het huis werd heropgebouwd en Lea, nu 80, woont er nog altijd (Rue Donneux 1). Vier jaar geleden kreeg ze een brief van één van Hogans soldaten. ” Er is veel geschreven over ons lijden en onze wanhoop tijdens het Ardennenoffensief “, schreef hij. ” Maar jullie leed was even groot als dat van de GI. ” n

Ludo Hugaerts ? Foto’s David Martin

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content