Barema’s en grensbedragen voor het aanslagjaar 2011 (inkomsten 2010)

In dit kaderstuk vindt u een overzicht van de barema’s en grensbedragen voor uw inkomsten van 2010, die dus van toepassing zijn op uw belastingaangifte 2011. Merk op dat de cijfers voor 2010 (uitzonderlijk) niet aangepast werden. Ze zijn dezelfde als het jaar voordien (inkomsten 2009). Voor de inkomsten van 2011 (aan te geven in 2012) zullen de bedragen opnieuw aangepast worden.

(1) Belastingvrije som: dit is de eerste schijf van uw inkomsten waarop u geen belastingen hoeft te betalen.

(2) Vrij per belastingplichtige: het basisbedrag wordt verhoogd tot euro 6.690 als uw belastbaar inkomen niet meer bedraagt dan euro 23.900. Is het groter dan euro 23.900, maar kleiner dan euro 24.160, dan ligt de belastingvrije som – afhankelijk van het exacte inkomen – tussen de euro 6.430 en de euro 6.690.

(3) Personen ten laste: wie per jaar netto (na aftrek van de werkelijke of forfaitaire kosten) méér verdient dan deze bedragen, wordt fiscaal niet meer als persoon ten laste beschouwd. Tot euro 2.830 worden onderhoudsuitkeringen echter niet meegeteld, net als bezoldigingen van een studentenovereenkomst tot euro 2.360 en van pensioenen tot euro 22.770.

Barema’s en grensbedragen

Belastingtarief – Belastingschijven

25% – euro 0 – euro 7.900 (zonder rekening te houden met de belastingvrije som)

30% – euro 7.900,01- euro 11.240

40% – euro 11.240,01 – euro 18.730

45% – euro 18.730,01 – euro 34.330

50% – meer dan euro 34.330

Forfaitaire beroepskosten

Uw inkomen – Af te trekken forfait

– tot euro 5.190 – 28,7%

– van euro 5.190,01 tot euro 10.310 – 10%

– van euro 10.310,01 tot euro 17.170 – 5%

– + euro 17.170 – 3%

De forfaitaire kosten kunnen echter nooit groter zijn dan euro 3.590 (wat bereikt wordt bij een inkomen van euro 58.685,67)

Belastingvrije som (1 – zie links-onderaan)

– per belastingplichtige (alleenstaande, wettelijk samenwonende of echtgenoot): euro 6.430 (2 – zie links-onderaan)

– verhoging 1 kind ten laste: + euro 1.370

– verhoging 2 kinderen ten laste: + euro 3.520

– verhoging 3 kinderen ten laste: + euro 7.880

– verhoging 4 kinderen ten laste: + euro 12.750

– verhoging per kind boven het vierde: + euro 4.870

– alleenstaande ouder met kinderen ten laste: + euro 1.370

– verhoging per (groot)ouder, broer of zus ouder dan 65 jaar, ten laste: + euro 2.730

– verhoging per andere persoon ten laste: + euro 1.370

Er geldt nog een bijkomende toeslag van euro 510 per kind van minder dan 3 jaar voor wie geen kosten van kinderopvang worden afgetrokken. Bovendien worden gehandicapte personen ten laste steeds dubbel geteld.

Maximale nettobestaansmiddelen om nog ten laste te kunnen zijn (3 – zie links-onderaan)

– basisbedrag: euro 2.830

– kind ten laste van een alleenstaande: euro 4.080

– gehandicapt kind ten laste van een alleenstaande: euro 5.180

Uitgaven die recht geven op een belastingvermindering:

vrijgestelde interesten op een spaarrekening: euro 1.730

pensioensparen: max. euro 870

premies van een levensverzekering en het kapitaal van een hypothecaire lening (aangegaan vóór 1 januari 2005): max. euro 2.080

de premies van een schuldsaldoverzekering en de interesten en het kapitaal van een hypothecaire lening (aangegaan vanaf 1 januari 2005): euro 2.080

verhoging tijdens de eerste 10 jaar: euro 690

idem vanaf het derde kind ten laste: euro 70

energiebesparende investeringen: max. euro 2.770

verhoging voor een energiebesparende investering in zonne-energie: max. euro 830

beveiliging woning tegen inbraak of brand: max. euro 690

giften: vanaf euro 30

PWA- en dienstencheques: max. euro 2.510

(1), (2), (3): zie links

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content