Ambiorix, antiek en wijn

Het gebouw van de stadsadministratie heet hier Praetorium, de parkings noemen zich Julianus en Romana, de straten Caesarlaan, Pliniuswal, Sabinuslaan, Romeinse Kassei. Tongeren koestert zijn Romeins verleden. Al in de eerste periode van de Romeinse bezetting bevond zich hier een legerkamp. In de tweede eeuw na Christus was Atuatuca Tungrorum uitgegroeid tot een belangrijke agglomeratie. En in 358 kreeg de stad van Patrick Dewael zelfs een heuse keizer op bezoek, al heette die dan Julianus de Afvallige.

Gewoon Ambiorix volgen

Tongeren noemt zich de oudste stad van België, al ligt ze hierover al vele jaren in discussie met Doornik. Tongeren mag zich wel terecht onze meest Romeinse stad noemen. Aannemers hebben er zich sinds lang bij neergelegd dat ze bij elke spade in de grond op archeologische resten stoten.

Vanop zijn sokkel werpt het standbeeld van Ambiorix zijn schaduw op de Grote Markt. Historisch gesproken is het lang niet zeker dat de chef van de Eburonen hier in de late herfst van het jaar 54 vóór Christus bijna 9000 Romeinse soldaten met een list in een hinderlaag lokte om ze nadien zonder pardon in de pan te hakken. Zeker is alleen dat Caesar aan hem dacht toen hij de Belgen de dappersten van alle Galliërs noemde. Dankzij hem zult u ook niet verdwalen. Als u kiest voor een dagje Tongeren, kunt u het best de 4,5 km lange Ambiorixroute volgen die vertrekt aan de Grote Markt. U volgt de koperen klinkers in het trottoir en vindt bezienswaardigheden zoals de basiliek, het Gallo-Romeins Museum, de Moerenpoort en de stadswallen. Aan de Leopoldwal ziet u hoe de middeleeuwers hun stadsmuren gewoon op de Romeinse funderingen hebben gebouwd. Houd ook halt bij de fraai gerestaureerde houten vakwerkgevel van het huis Donnershausen in de Maastrichterstraat. Vlakbij, aan het Hospitaalplein, wacht de Pumpkëskal, een beeldengroep van vrolijk roddelende dames aan een waterpomp.

Tegen het gekanaliseerde riviertje de Jeker en de halfronde Lakenmakerstoren vlijt zich het minstbekende begijnhof van België aan, rond de begijnhofkerk uit 1294 die nu als tentoonstellingsruimte dient.

Een bizarre kelder

Nog meer verrassingen wachten in de gotische Onze Lieve Vrouwbasiliek. Het gekroonde Madonnabeeld uit 1479, de waardevolle schatkamer (toegang euro 2,50), het bijna drie eeuwen oude orgel met zijn 4000 pijpen maar vooral de kloostergang achter de kerk. Die dateert uit de twaalfde eeuw en vormt samen met die van Nijvel het enige Romaanse ‘claustrum’ in België. Als u ergens tot rust kunt komen tijdens uw stadsverkenning, dan is het wel hier.

Het is van een schoolreisje in de jaren zestig geleden dat ik nog in het Gallo-Romeins Museum was geweest. Totale verbazing. Geen muffe kasten meer boordevol scherven maar een eigentijds gebouw met veel ruimte en speciale effecten. Zo worden authentieke stukken wit belicht en kopieën groen. Opgezette dieren symboliseren elk tijdperk en het aantal tentoongestelde voorwerpen blijft opvallend klein. Niemand heeft iets aan honderden dezelfde potscherven, zeggen ze hier, we willen liever de levensomstandigheden oproepen aan de hand van een beperkt aantal typische voorwerpen.

Bij het begin van het bezoek daalt u af in de meest bizarre museumkelder ter wereld. Filmmaker Stijn Coninx heeft hier een ruimte ingericht met Hollywoodachtige decors van bordpapier, projecties en computerinfoschermen in afgeknotte zuilen. Een Romeinse stad vloeit over in een 18de-eeuws theater, een verzonken schip in een oude universiteitsaula. En uiteindelijk draait alles rond de pentagon-dodecaëder, een bronzen voorwerp uit de prehistorie waarvan niemand precies weet wat het geweest is. Een kaarshouder, een mythisch symbool, een buitenaards object? Niemand heeft het geheim kunnen doorgronden. Of het moeten de bakkers van Tongeren zijn, want die bieden dodekaëders van zanddeeg met kokos aan.

Een ander gezicht van Tongeren kunt u elke zondag tussen 7 en 13 uur meemaken. Van de Veemarkt tot de Moerenpoort strekken zich 350 antiek- en brocantekramen uit û de grootste antiek- en brocantemarkt van de Benelux. Inmiddels hebben zich hier ook 45 antiekwinkels gevestigd en dat is véél voor een kleine stad. “En de antiekrage is nog lang niet gedaan”, lacht Ria America. Haar pijpelawinkeltje Apollo aan de Veemarkt barst van de curiosa en verzamelobjecten. “Elk winkelpand dat hier in de buurt vrijkomt, wordt gegarandeerd een antiekzaak.”

Is dit Limburg of de Médoc?

Tussen Tongeren en de Maas glooit het weidse Haspengouwse landschap met akkers als wiegende zeeën. Behalve dan in Genoelselderen, want hier zal elke Bordeauxdrinkende Belg zich in de Médoc wanen. Het Wijnkasteel Genoelselderen is het enige echte wijnchâteau en meteen de grootste professionele wijnproducent van België û 85 000 flessen per jaar met een prima kwaliteit. Net als in de Médoc wordt de wijn volledig op het kasteel zelf gemaakt en gebotteld. Het domein herbergt ook moderne kunst en is helemaal ingericht voor de 20 000 bezoekers die hier komen voor een rondleiding mét proeverij.

Het verwaarloosde kasteeldomein zocht in de jaren tachtig lang vergeefs naar een koper. Tot Jaap en Jeanne van Rennes û verbelgischte Nederlanders die een groothandel voor de horeca runden û op de proppen kwamen. Wijn was altijd al hun hobby geweest en hier konden ze er hun levensdoel van maken. De eerste wijngaard werd in 1991 aangelegd. Vandaag telt het domein 15 ha chardonnay en 1 ha pinot noir. De Chardonnay Goud û de topwijn û heeft al internationale prijzen geoogst en speciaal voor het kasteel werd bij decreet de gecontroleerde herkomstbenaming (AOC) Haspengouwse wijn ingevoerd.

“Ik ben een gelukkig man”, zegt Jaap van Rennes. “We hebben een schitterende oogst gehad, bijna alle sterrenrestaurants hebben mijn wijn op hun kaart gezet en onze taakverdeling loopt gesmeerd. Mijn vrouw houdt zich bezig met het gebouw en de restauratie, ik met de wijngaarden en het park en dochter Joyce met het wijnmaken. Want we willen haar een rendabele zaak nalaten!”

De laatste grotchampignons

Als u in deze streek wilt logeren, ligt de keuze voor de hand. Tal van fraaie vierkantshoeven bieden gastenkamers aan. Agnes Boelen-Coenegrachts van het Boelhof in Kleine Spouwen was één van de eersten die ermee begon, ruim twintig jaar geleden. “De andere boeren dachten ofwel dat we zot waren geworden ofwel dat we geld met hopen zouden scheppen. Geen van beide zaken is waarheid geworden”, lacht ze. Sinds ze weduwe werd heeft ze het aantal gastenkamers teruggebracht naar drie, terwijl schoondochter Gisèle in de vroegere stallen met een taverne is gestart. De sfeer is onmiskenbaar nostalgisch (een landelijke pastorij uit de jaren vijftig!), ook al zijn de kamers uitgerust met douche en modern comfort. Agnes serveert haar gasten een ontbijt met zelfgemaakte producten en geeft fietstoeristen een lunchpakket mee.

In Kanne, geprangd tussen het Albertkanaal en de Maas, zijn we aan het eindpunt van onze toer beland. Theo Jennen (57) is hier één van de laatste telers die champignons kweekt in de eindeloze mergelgrotten. De laatste mergel werd hier gekapt in 1959. Wat overbleef was een stelsel van 24 km ondergrondse gangen, die soms tot 14 meter hoog reiken. “Nu zijn de mergelgrotten voor de veiligheid alleen toegankelijk voor groepsbezoeken”, vertelt hij. “Maar in mijn jeugd liepen we hier in en uit. Zoals vele boerenjongens gebruikte ik ze om een beetje zakgeld bij te verdienen met de kweek van champignons. Elke dag na school kwamen we plukken.”

Ook niet te missen in de buurt

De gerestaureerde waterburcht van Millen: de torens en bijgebouwen zijn ingericht als bezoekerscentrum met informatie over de streek en over het burchtennetwerk van de Euregio. In één van de torens ziet u een rijkgedekte 17de-eeuwse tafel (mét kasteelheer en abt). Er is een gezellig café en u kunt ook fietsen huren. Alle dagen open van 14 tot 18 uur in de periode 1/11 tot 28/2 (daarbuiten van 9.30 tot 18 uur).

Rosmeer: een klein dorpje met een geneeskrachtige bron en verscheidene oude vierkantshoeven.

A Ludo Hugaerts – Foto’s: Daniël Rys

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content