Als het verdriet maar niet wil slijten...

De dood van een van de ouders, de levenspartner of een hartsvriend(in) is een drama dat iedereen zo goed mogelijk tracht te verwerken vanuit zijn eigen verleden en achtergrond. Soms lukt dat niet en worden nabestaanden letterlijk ziek van verdriet...

Rouwen betekent vat proberen te krijgen op alle facetten van de dierbare die men heeft verloren, zodat die beetje bij beetje tot het verleden gaat behoren, tot iets wat definitief voorbij is. Pas dan zul je je opnieuw helemaal kunnen geven”, zegt dr. Juan Coulon, adviseur bij de Stichting tegen Kanker. Dat betekent dan opnieuw zin hebben om open te staan voor anderen, om dingen te ondernemen, om nieuwe affectieve banden aan te gaan. Ook verhuizen kan daar een rol in spelen, of de meubels van plaats veranderen.

De drie fases van het rouwproces

Een rouwproces verloopt in drie opeenvolgende fases.

Eerst is er de schok, de confrontatie met de werkelijkheid. Hoe hard de klap aankomt, hangt af van de omstandigheden van het overlijden. “Soms weigert de nabestaande in deze fase de realiteit onder ogen te zien, voelt hij zich volkomen leeg of raakt hij daarentegen heel geagiteerd.”

Dan komt de fase van de inzinking. Dit is het eigenlijke rouwproces. “De rouwende moet nu erkennen en aanvaarden dat hij zijn dierbare definitief kwijt is, en dat vergt enorm veel psychische energie. Alle herinneringen komen naar boven, eerst de goede, dan de slechte. Geleidelijk aan koppelt wie achterblijft zich los van het verleden. Soms heeft hij daarbij het gevoel dat hij de overledene in de steek laat en daar voelt hij zich erg schuldig over. Deze fase kan maanden, zelfs jaren duren.”

Tot slot is er het herstel, de stap in de richting van de anderen. “Je laat het rouwproces achter je, je stelt vast dat je opnieuw energie hebt en investeert die in iets anders dan in rouwen.”

Deze drie fasen verlopen niet altijd probleemloos. De radertjes van dit subtiele mechanisme kunnen op verschillende niveaus haperen. Dat kan leiden tot complicaties, waardoor de rouwende trager overstapt van de ene fase naar de andere. Of zelfs dat hij helemaal niet overstapt.

Pathologische rouw

Wie rouwt, kan ook letterlijk ziek worden, ja zelfs sterven van verdriet. In een aantal gevallen is dit nieuwe overlijden te wijten aan zelfmoord, een hart- en vaatziekte of een ongeluk. “Wie achterblijft, kan zelfs onbewust een verkeersongeval uitlokken en sterven om terug bij de overledene te kunnen zijn”, legt Dr. Coulon uit.

Het verdriet kan bij de nabestaande ook aandoeningen veroorzaken die er voor het rouwproces niet waren, lichamelijke en geestelijke. De lijst is lang: huidziektes (eczeem, netelroos, psoriasis,...) zijn echte klassiekers net als spijsverteringsproblemen (maagzweer, constipatie,...), ademhalingsproblemen (astmacrises) en hart- en vaatziekten (infarct, hypertensie, cerebrovasculair accident,...). Maar ook diabetes, hyperthyreoïdie (overmatige werking van de schildklier) en zelfs ondervoeding bij bejaarden komen voor. Soms worden ook infecties vastgesteld omdat ons immuunsysteem in stresssituaties minder goed werkt. Anderzijds dreigen bestaande ziektes te verergeren bij iemand die in rouw is. “Zo kan een reuma- patiënt bijvoorbeeld een opstoot van artritis krijgen.”

Psychische stoornissen zijn zeldzamer. “Wij spreken dan van melancholisch, maniakaal, hysterisch of obsessioneel rouwen.”

Risicofactoren

Bij rouwende mannen is het risico groter dan bij vrouwen, bij mensen op een zekere leeftijd groter dan bij jongeren. Ook wie gevoelsmatig of economisch sterk afhankelijk was van de overledene, wie in emotioneel of geestelijk opzicht fragiel is, wie psychiatrische antecedenten heeft of wie onvoldoende kan terugvallen op familie of vrienden, loopt meer risico. “Uiteraard spelen de omstandigheden van het overlijden mee”, benadrukt Dr. Coulon. “Een sterfgeval door zelfmoord of een hartinfarct is voor de nabestaanden vaak moeilijker te verwerken dan een overlijden op hoge leeftijd of na een slepende ziekte, gewoon omdat het zo plots komt.”

Ook bij een meervoudig rouwproces wordt de nabestaande kwetsbaarder, net als bij een meervoudig verlies. “We hebben het over meervoudig verlies als het rouwen gepaard gaat met andere ingrijpende vormen van verlies zoals verhuizing, echtscheiding of ontslag.”

Helpen kan!

Luisteren naar de persoon die rouwt, is essentieel. “Dat betekent niet dat je hem absoluut moet troosten maar je moet hem wél de kans geven om zijn emoties te uiten en hem aanmoedigen om te praten.”

De huisarts kan daarbij een grote hulp zijn. Hij kan zijn patiënt bijvoorbeeld uitleggen wat rouwen precies is en hoe het proces verloopt. “Dat zal de patiënt helpen om zich minder schuldig te voelen. De huisarts weet ook of zijn patiënt eventuele risicofactoren vertoont, hij zal de evolutie opvolgen en de patiënt indien nodig doorverwijzen naar een psycholoog of psychiater.”

Haast niemand draagt nog rouwkleding. “En dat is jammer want dankzij die kleding kun je meteen zien dat iemand in de rouw is en die persoon wat ontzien. Onze maatschappij gunt ons niet meer de tijd om te rouwen. Er wordt te veel van ons geëist: we moeten meteen opnieuw presteren, werken, functioneren... Dat geeft ons niet meer de gelegenheid om elke fase van het rouwproces te beleven.”

Wie een van deze fases overslaat, kan daar nochtans lang na de gebeurtenis nog de gevolgen van ondervinden. “Het gebeurt dat iemand 20 jaar na de dood van een dierbare nog te maken krijgt met psychische problemen. Die uiten zich dan bijvoorbeeld in een eczeem dat maar niet wil genezen. Het probleem is dan dat de link tussen het rouwproces en de problemen niet evident meer is. Toch komt het eropaan de blokkade rond het verdriet op te heffen: de eventuele schuldgevoelens opnieuw weg te werken, bepaalde elementen naar boven te halen en ze te deblokkeren.” n

Gwenaëlle Ansieau

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content