Allergisch? Raadpleeg de kalender!

Ben je allergisch voor berkenpollen of grassen? Of eerder voor onkruid en schimmels? En wat met kruisallergieën, nieuwe exoten en vakantiepollen? Wij hebben de meest frequente boosdoeners in een allergiekalender gebundeld. Die moet je helpen om tijdig in te grijpen.

Van januari tot juni wisselen de verschillende pollen mekaar af in de lucht. De volgorde waarin ze opduiken is relatief stabiel, al is er de jongste jaren wat beweging gekomen in de bloeiperioden. “De klimaatverandering zorgt ervoor dat heel wat bomen er een beetje vroeger aan beginnen. Wie allergisch is voor boompollen, moet daar rekening mee houden en tijdig een behandeling opstarten”, waarschuwt allergoloog dr. Wim Stevens.

Ook het weer is een bekende spelbepaler. Bij zonnig, winderig weer verspreiden pollen zich het vlotst. Regen brengt soelaas. “Al klopt dat niet helemaal. Bij regen slaan de pollen uit de lucht inderdaad neer, maar bij het begin van een regenbui kan dat net meer hinder geven. Dat komt omdat de pollen in de regendruppels eerst openbarsten. Daardoor komen honderden minuscule partikels vrij die je wel rechtstreeks kunt inademen en die een verhoogde reactie kunnen uitlokken. Als de regen wat langer aanhoudt, verdwijnt dat probleem”, weet dr. Stevens

Een ochtendwandeling tijdens het pollenseizoen is evenmin een goed plan. ’s Morgens, bij het verdampen van de dauw, worden immers de meeste pollen vrijgezet.

Straffe berken en zachte dennen

De pollen van bomen zijn onderling verschillend. Wie gevoelig is voor het ene type is het daarom niet voor een ander. Overgevoeligheid voor boompollen in het algemeen neemt de jongste jaren wel toe. Berkenallergie komt in onze streken het vaakst voor. Deze pollen zijn sterk allergeen en alomtegenwoordig. Wim Stevens: “De berk in je tuin weghalen zal dan ook niet veel uithalen, tenzij de boom natuurlijk net onder je slaapkamerraam staat. Dan heeft het wel nut.”

Een allergie voor boompollen gaat steeds vaker hand in hand met overgevoeligheid voor groenten en fruit, voor een kruisallergie dus. “Waarom dit fenomeen toeneemt, weten we niet. Beide types allergieën komen ook niet altijd samen voor. Soms gaan er zelfs jaren overheen voor een kruisallergie zich manifesteert.”

Pollen zijn eigenlijk de zaadcellen van een boom. Die bevruchten de stamper. Het is dan ook logisch dat je datzelfde eiwit nadien terugvindt in de vruchten van die boom. Berkenallergie gaat vaak gepaard met een allergie voor appelen, maar ook voor peren, andere pit- en steenvruchten en voor noten. Het afweersysteem vergist zich omdat de eiwitten van berken en appelen sterk op elkaar lijken (paraberksyndroom). Een notenallergie komt frequent samen voor met een boompollenallergie omdat de pollen van bomen en noten gemeenschappelijke eiwitten bevatten.

“Dennenpollen geven veel minder allergische reacties omdat er een waslaagje omheen zit. Daardoor lossen die pollen niet zo makkelijk op in het neusslijmvlies”, geeft dr. Stevens nog mee.

Exoten

Nieuwe tuintrends kunnen eveneens allergieën stimuleren. Zo is de olijfboom in Zuid-Europa één van de grote boosdoeners voor mensen met een allergie. Deze soort in onze tuin aanplanten, kan het probleem naar hier verleggen. Bovendien is de olijfboom onder meer verwant aan de es en de forsythia. Wie overgevoelig is voor een van deze soorten, kan ook hinder ondervinden bij het inademen van gelijksoortige pollen.

Wanneer start je de behandeling?

Wie klachtenvrij de pollenperiode wil doorkomen, moet tijdig met een preventieve behandeling starten. Wim Stevens: “Wacht zeker niet tot de pollen waar je overgevoelig voor bent volop in bloei staan. Begin ongeveer twee weken voor de voorziene bloeitijd met je behandeling. Op die manier trek je je immuunsysteem een soort harnas aan en voorkom je dat er een allergische kettingreactie op gang komt. Als je wacht tot de allergische lawine zich voltrekt, is het veel moeilijker om de klachten weer onder controle te krijgen. Het vergt immers een hogere dosis medicatie om een pollenbombardement te neutraliseren. De meest effectieve behandeling is die met lokale corticoïden via een neusverstuiver en met antihistaminica.

Een behandeling via desensibilisering is eveneens effectief bij boompollen maar neemt de bijhorende voedselovergevoeligheid niet weg. “Dan lijkt zo’n desensibilisering, waarbij je tot vier jaar inspuitingen moet krijgen met de stof waar je allergisch voor bent, erg veel moeite voor een probleem dat zich maar enkele maanden per jaar stelt.”

Een grassenallergie is wellicht de meest storende, omdat ze zich over een lange periode uitstrekt en omdat bijna nergens aan graspollen te ontkomen valt. De wind verspreidt ze overal. “Alleen wie aan zee verblijft, met wind vanuit zee, is eventjes veilig. Wie allergisch is voor één grassoort, is dat bovendien voor allemaal. De pollen van de grassenfamilie zijn quasi identiek. Het zijn ook sterke allergenen. En soms gaat een grassenallergie ook gepaard met voedselovergevoeligheid voor fruit of groenten – hoewel minder frequent dan bij boompollen”, aldus dr. Stevens.

Insectengif

Allergisch reageren op het gif van wespen en andere vliesvleugeligen kan iedereen overkomen. Deze allergie is niet noodzakelijk gelinkt aan overgevoeligheid voor pollen. Wim Stevens: “Maar ze kan wel heel sterke reacties uitlokken, met zwellingen over het hele lichaam, tot een anafylactische shock toe. Dat komt omdat het gif rechtstreeks in je bloed terechtkomt, terwijl het bij pollen wordt ingeademd. Na een steek maakt het lichaam veel antistoffen aan tegen het insectengif in je bloed. Dat brengt een reactie teweeg die de bloedvaten heel sterk doet uitzetten, waardoor je bloeddruk daalt en je in shock raakt. Zelfs een hartinfarct is mogelijk. De beste behandeling hier is een desensibliseringstherapie volgen.”

“Een allergie voor dazen zorgt bij overgevoelige mensen voor heel sterke lokale reacties, waarbij hun arm of been helemaal opzwelt. Dit geeft echter zelden aanleiding tot een shockreactie. De zwellingen kunnen wel infecteren bij het krabben. Wie allergisch is, gebruikt dus best voldoende insectenwerend middel en houdt bij wandelingen best een antihistaminicumpil bij de hand. Hoe sneller je die na een steek inneemt, hoe kleiner de reactie.”

Het seizoen van de kruidenpollen kent zijn hoogtepunt tussen juli en september, met uitlopers in de lente en het najaar. De laatste jaren zijn er ook een aantal krachtige nieuwkomers in ons land gesignaleerd zoals ambrosia en glaskruid. Glaskruid (Parietaria) komt vanuit Zuid-Europa en groeit bijvoorbeeld vrij uitbundig op de voorbeeld vrij uitbundig op de muren langs de reien in Brugge.

Ambrosia is in de Verenigde Staten zowat de grootste hooikoortsverwekker. Vanaf het begin van de 20ste eeuw kwam deze kruidachtige plant in Europa terecht, vooral in het gebied rond de Middellandse Zee. En recent vindt deze exoot ook zijn weg naar onze contreien. Het Wetenschappelijk Instituut voor de Volksgezondheid (WIV) ziet het gevaar bij ambrosia uit verschillende hoeken komen. Zo is het stuifmeel zelf een sterk allergeen en kunnen de zaden bovendien gedurende jaren in de grond overleven. Dit kruid bloeit pas in september, waardoor de risicoperiode voor mensen met een allergie aanzienlijk langer wordt.

Schimmels kunnen het jaar rond allergische reacties uitlokken, maar zijn wel net iets frequenter aanwezig tijdens de zomer en de nazomer. Zij zetten sporen vrij in de lucht die we, net als pollen, inademen. Schimmels in de kelder of tussen houtstapels kunnen daar bijvoorbeeld voor zorgen. In ons land komen schimmelallergieën wat minder voor dan pollenallergieën.

Huisstofmijt is ook het hele jaar door actief, maar kent een piekperiode tijdens licht vochtige perioden zoals het voor- en het najaar.

KARI VAN HOORICK

Exoten planten in je tuin kan ook voor nieuwe allergieën zorgen.

Het voorjaar Boompollen in de lucht

De zomer Grassen en insecten

Het najaar Kruiden en schimmels

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content