“Acteren is een kind worden, telkens opnieuw”

Het derde seizoen van de VTM-serie ‘Aspe’, waarin Herbert Flack schittert als inspecteur Van In, is ingeblikt maar wordt pas in het najaar uitgezonden. Toch is de Antwerpse succesacteur ook nu te bewonderen op het kleine scherm, als ‘ster op de dansvloer’.

Wanneer we Herbert Flack ontmoeten voor de Antwerpse Stadsschouwburg, heeft zich een groepje enthousiaste kinderen rond hem geschaard.” Kijk, Jean-Pierre de antiquair!”

Plus Magazine: Is dat de rol waarvan de mensen u het best kennen?

Herbert Flack: Het is waarschijnlijk de rol waarmee ik de breedste laag van de bevolking heb bereikt, van jong tot oud. Ik ben intussen al een tijdje verdwenen uit Thuis, maar die oude afleveringen worden nog steeds heruitgezonden. Vandaar dat ze mij herkennen. Onlangs draaiden we voor Aspe een scène in een rusthuis in Brugge. We moesten daar een raid uitvoeren en kwamen met veel vertoon en zwaailichten aangereden. De verpleegsters hadden de bewoners op de hoogte gebracht, maar er was ocharme één oud menske dat het niet goed begrepen had. Ze sloeg in paniek omdat ze dacht dat de politie echt binnenviel. Ik probeerde haar te kalmeren en zei: Madam, maakt u toch geen zorgen, ’t is maar om te spelen. Plots klaarde haar gezicht op: Maar gij zijt Jean-Pierre den antiquair, ik zie het aan uw wezen! Ze was meteen gekalmeerd. Dat is toch fantastisch.

Zijn de mensen dan al vergeten wat u al die jaren voor ‘Thuis’ hebt gedaan?

Voor jongeren is dat allicht anders, maar het grote publiek kent mij toch vooral van het theater, hoor. Daar heb ik alles opgebouwd. Grote coryfeeën als Gella Allaerts, Helen van Herck en Jos Gevers van de KNS waren mijn idolen. Eens je als jongen zo door iets gebeten bent, laat het je niet meer los. Op een dag heb ik dan een keuze moeten maken en dat was niet eenvoudig. Ik moest zelfs strijd voeren met mijn ouders want zij hadden ervoor gezorgd dat ik als diamantkliever aan de slag kon. Een mooi ambacht. Ik zat daar goed en verdiende veel meer dan mijn vader in de fabriek. Dat leven ging me goed af en ik gedroeg me als een echt playboyke met een schoon autooke. Maar toch bleef er iets knagen, ik moést naar het toneel. Op een dag ben ik naar de toneelafdeling van het conservatorium getrokken met één grote ambitie: ooit deel uitmaken van een groot gezelschap. Na die studies heb ik twee jaar ge-freelancet en daarna ben ik bij de KNS terechtgekomen.

Waar u vooral rollen als ‘jeune premier’ mocht spelen.

Met mijn fysiek werd ik al vaak in de rol van de jonge minnaar uitgespeeld. Maar ik was blij want ik had werk. Ik ben 25 jaar bij de KNS gebleven en heb er een schitterende tijd gehad. Je kon daar nog groeien als acteur. Je mocht al eens iets verkeerds doen en je kreeg ook de kans om in de roos te schieten. Nu hebben jonge acteurs die luxe niet meer. Ze moeten meteen scoren om te overleven.

Op foto’s uit die periode zien we u vaak met pruiken en in brede gewaden gehuld.

Het was de tijd van de grote kostuums. Nu zie je dat alleen nog maar in opera, het kostuumtheater is bijna verdwenen. Mijn vrouw stond trouwens aan het hoofd van het naaiatelier van de KNS waar zes naaisters in dienst waren om de kleren van de acteurs te maken. Dat is onbetaalbaar geworden. Nu is in uwen blote spelen in de mode, of in jeans en T-shirt. Van mij mag dat best hoor, maar er moet ook iets anders tegenoverstaan voor mensen die meer willen. Zo’n kleding in de stijl van Jozef II, dat is toch fantastisch! Voor de muziektheatershow Amadeus hebben we die kostuums terug van stal gehaald, en je ziet dat het door het publiek erg gesmaakt wordt.

Kunt u met die eeuwige reputatie van womanizer leven? Verveelt het nooit?

Ik heb heel mijn leven playboys gespeeld en mijn rol als Jean-Pierre de antiquair in Thuis deed daar nog een schepje bovenop. Maar ik denk dat ik met Vrouwen dat imago toch wat heb rechtgezet. Dat is een monoloog waarmee ik enkele jaren geleden een geweldig succes kende. Meer dan honderd voorstellingen heb ik gespeeld waarnaar 45 000 mensen kwamen kijken. Dat stuk zat vol fragmenten van het klassieke theater, maar de personages werden in volle verwarring getoond: de verleider die een modderfiguur slaat, de antiheld. De kwetsbare, wat pathetische man. De mensen kwamen de zaal binnen met Jean-Pierre de antiquair in hun hoofd maar ze gingen toch met een veel genuanceerder beeld naar buiten.

U speelde in meer dan 30 films, in theaterstukken, soaps en televisieseries. Wat ligt u het nauwst aan het hart?

Theater of muziektheater blijft voor mij het plezantste. Gedurende drie uur is het alleen aan mij, samen met de collega’s en het orkest. Niemand die cut of actie roept. Geen tweede kans. Erop of eronder. Pas op, filmen vind ik ook plezant, maar op een set amuseer ik mij op een andere manier. Je hebt het zelf minder in de hand.

In de musical ‘Amadeus’ speelde u de rol van Salieri, de grote rivaal van Mozart. Een rol die u wel lag, las ik overal.

Eén journalist vond dat het de rol van mijn leven was. Dan denk ik altijd: hoe vaak heeft die mens mij al zien spelen? Ik heb al een paar keer de rol van mijn leven gespeeld. Dat was altijd een rol met veel tekst want als ik één ding goed kan, is het praten. En het onderwerp van Amadeus, de strijd om het talent, vind ik heel interessant. Het gaat niet alleen over Mozart maar over talent in het algemeen. Waarom is iemand getalenteerd als artiest, musicus, schilder? Waarom steekt die ene boven de rest uit? En hoe verwerk ik het als oudere, gevestigde waarde als er een snotneus de boel op stelten komt zetten en nog succes heeft ook?

Misschien hebt u zichzelf wel eens Salieri gevoeld als er een jonge Mozart op het toneel verscheen?

Ik heb het geluk gehad dat ik altijd aan het werk ben kunnen blijven maar ik ken zeer veel getalenteerde acteurs die werkloos zijn. Voor hen is het hard. Ik heb jaren acteerles gegeven aan de academie in Hoboken. Als ik dan jong talent bespeurde en zag hoe die gasten boven zichzelf uitstegen, ontroerde mij dat. Maar de Salieris van deze wereld vind je op de machtsposities in de ministeries terug. Zij ontwerpen cultuur achter hun bureau, terwijl cultuur net ontstaat op de werkvloer. Met één pennentrek worden subsidies geschrapt en mensen op straat gezet. Zonder pardon.

Hebt u van dat lesgeven wat opgestoken?

Ik prijs mezelf gelukkig dat ik als jonge knaap Luc Phillips als leermeester heb meegemaakt. Hij was niet mals voor zijn leerlingen, maar ik ben hem daar nog altijd dankbaar voor. Zelf eiste ik ook discipline van mijn leerlingen maar ik heb vooral het plezier ontdekt van iets door te geven aan mensen. Volgens mij kan iedereen acteren, als hij maar de juiste dingen aangereikt krijgt. En als hij het vuur heeft, en de durf. Dan mag het talent al wat minder zijn. Ik herinner me een weduwe die een breiwinkel had in Hoboken. Een tijdje nadat haar man was overleden, stond ze op een dag in het leslokaal. Ik heb al mijn hele leven willen toneelspelen, nu ga ik het doen! Die vrouw had zo’n vuur en zo’n wil om te spelen dat ze uitgroeide tot een madam naar wie al die jonge gasten opkeken. Het is geen kwestie van leeftijd, want leeftijd zit in je hoofd. Ik heb ook mensen van twintig ontmoet die in hun hoofd oud waren. Maar van acteren blijf je jong! Spelen is als een kind zijn, je jeugd terugbrengen.

We zien u in deze periode ook als danser op televisie tijdens ‘Sterren op de dansvloer’. Bent u een geboren danser?

Helemaal niet, maar het heeft me wel altijd geboeid. Op de BBC heb je ook zo’n programma, Strictly come dancing. Maar in Engeland maakt stijldansen deel uit van de cultuur. Daar leven jonge mensen zich uit in de foxtrot of de quickstep. Ik had altijd zoiets van: waw, dat zou ik ook wel willen kunnen. Toen mij werd gevraagd om aan Sterren op de dansvloer deel te nemen, heb ik meteen toegehapt. Maar uiteindelijk was het toch minder eenvoudig dan ik dacht. Ik ben serieus uit mijn pijp moeten komen... n

Herbert Flack

n werd op 9 juni 1949 in Reet geboren

n was 25 jaar als acteur verbonden aan de Koninklijke Nederlandse Schouwburg in Antwerpen

n speelde in meer dan 30 films waaronder Zaman, De Leeuw van Vlaanderen, Vrijdag, L’£uvre au noir,...

n acteerde o.m. in de tv-series Medisch centrum west, Wittekerke, Diamant en Thuis.

n toerde in 2001 door Vlaanderen met de opmerkelijke monoloog Vrouwen, de reis van een verleider

n kroop in 2004 voor het eerst in de huid van Inspecteur Van In, voor de VTM-serie ‘Aspe’.

Filip Godelaine – foto’s: Frederik Weekx

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content