8 vragen over je groepsverzekering

Een goed aanvullend pensioen wordt in de toekomst meer dan ooit nodig. Belangrijk dus dat je de juiste (fiscale) keuzes maakt, je oude contracten opspoort en de einddatum van je contracten controleert!

Opeenvolgende wetswijzigingen hebben het moeilijk gemaakt om het bos nog door de bomen te zien op het vlak van groepsverzekeringen en belastingen. Ook de nieuwe regering heeft plannen met de tweede pijler. Het federale regeerakkoord heeft het over een ‘democratisering van de aanvullende pensioenen’. Meer mensen moeten er een krijgen en er moet een minimum rendementsgarantie zijn. En openbare besturen en overheidsbedrijven zullen worden aangemoedigd om een aanvullend pensioen in te voeren voor contractuelen.

Momenteel hebben werknemers die een aanvullend pensioen hebben opgebouwd bij hun werkgever de keuze uit een uitbetaling in kapitaal of in rente. Er wordt nog niet luidop verkondigd dat die uitbetaling – net zoals in Nederland – enkel nog in rente zal kunnen, maar de nieuwe regering is wel van plan ‘het aanbod van renteproducten op de markt te stimuleren’.

We focussen op de aanvullende pensioenen volgens de huidige wetgeving en staan stil bij de keuzes die je als werknemer zelf kan maken.

1 Wanneer en hoe wordt je groepsverzekering belast?

Bijdragen. In principe is het bedrag van je groepsverzekering onderworpen aan een solidariteitsbijdrage van 0% tot maximaal 2%, afhankelijk van de hoogte van het uitgekeerde bedrag, en aan een Riziv-bijdrage van 3,55%.

Belastingen. Een uitkering vanaf 60 jaar wordt – na aftrek van de bijdragen hierboven – belast tegen een tarief tussen 10% en 20%, afhankelijk van je leeftijd (zie tabel hieronder). Hierop moet je ook nog gemeentebelastingen betalen. Als je uitgaat van een gemiddelde gemeentebelasting van 7,5%, dan komt het tarief tussen 10,75% en 21,5% te liggen. Voor alle duidelijkheid: dit tarief heeft enkel betrekking op het gespaarde kapitaal, verhoogd met de interesten. Winstdeelnames zijn vrijgesteld. Als algemene regel mag je dus stellen dat je vaak geen 80% van je pensioenkapitaal overhoudt.

WEETJE. De tarieven van 10 tot 20% gelden niet voor je eigen bijdragen als werknemer. Hoe dat deel belast wordt, hangt af van het tijdstip van je stortingen. Voor stortingen na 1 januari 1993 geldt 10%, voor stortingen voor 1 januari 1993 is dat 16,5%. Ook hier komen nog eens gemeentelijke opcentiemen bij zodat dit – bij een gemiddelde gemeentebelasting van 7,5% – eigenlijk neerkomt op 10,75% en 17,74%.

2 Moet je ook achteraf nog belastingen betalen?

Het jaar na de uitbetaling van je kapitaal krijg je een fiscale fiche 281.11, die je moet gebruiken om je belastingaangifte in te vullen. Op basis van deze belastingaangifte wordt de definitieve aanslag bepaald. Het gevolg daarvan is dat ook de gemeentebelasting wordt verrekend. Hoeveel die bedraagt, hangt af van de gemeente waar je woont: gemiddeld 7,5%, maar er zijn grote verschillen naargelang de gemeente. Wie in Gent of Brugge woont, betaalt 6,9%, in Leuven of Hasselt 7,5%, in Luik en Namen 8%, in Charleroi 8,5% en in Peer zelfs 9%. Maar wie in De Panne, Knokke of Koksijde woont, betaalt 0% gemeentebelasting.

3 Wat met de nieuwe pensioenleeftijd van 67 jaar?

Het belastingtarief op je groepsverzekering bedraagt momenteel slechts 10%, op voorwaarde dat je effectief actief blijft tot de wettelijke pensioenleeftijd (nu 65 jaar). Er wordt daarbij gekeken naar de laatste drie jaar. Als je in die periode effectief gewerkt hebt, zal je het tarief van 10% betalen. De nieuwe regering wil de wettelijke pensioenleeftijd geleidelijk optrekken van 65 naar 67 jaar. Het is nog onduidelijk of dit (op termijn) een invloed zal hebben op de belasting van je groepsverzekering.

4 Wat als je tijdens je carrière van werk veranderde?

Heb je nog een groepsverzekering lopen bij een vroegere werkgever, controleer dan zeker de einddatum! Als je contract slechts tot 60 jaar loopt, zal je groepsverzekering in principe op 60 jaar worden uitbetaald, zelfs als je dat niet wilt. Het vervelende is dan uiteraard dat je hierop belast wordt aan het hoogste tarief van 20% plus gemeentebelastingen. Wil je dit vermijden, dan zijn er drie mogelijkheden:

neem contact met de verzekeraar en onderhandel om het contract te verlengen. Let wel, je kan dit niet eisen, enkel vragen!

Weigert de verzekeraar, hevel dan de reserves van je slapende contract over naar je groepsverzekering bij je huidige werkgever. Uiteraard zal dat gebeuren aan de voorwaarden die op dat moment gelden en niet aan de voorwaarden die je destijds kreeg voor je oude contract (bv. 4,25% rente).

Kan dat niet, dan kan je je oude groepsverzekering ook overbrengen naar een onthaalstructuur, een soort wachtrekening bij de verzekeraar van je vorige werkgever.

5 Kan je je oude groepsverzekering terugvinden via een databank?

Ben je voor 2004 van werk veranderd, dan is je vroegere verzekeraar niet verplicht je een jaarlijks overzicht te sturen. Of je bent verhuisd en vergat je nieuwe adres door te geven aan je oude verzekeraar. Dan moet je zelf op zoek. De FOD Financiën werkt aan een databank die alle slapende groepsverzekeringen repertorieert. Via je rijksregisternummer zal je kunnen nagaan bij welke maatschappij je nog een oud contract hebt. De databank had nog dit jaar (2014) operationeel moeten zijn, maar nu al wordt 2016 als datum naar voor geschoven.

De beheerder van de databank (Sigedis) zal er moeten voor zorgen dat iedereen zijn groepsverzekering krijgt. Hij zal nagaan of er nog pensioenkapitalen aanwezig zijn zes maanden nadat iemand op pensioen ging.

Ben je momenteel op zoek naar oude groepsverzekering(en), kijk of je nog documenten vindt. Werd je verzekeraar overgenomen door een andere, vraag dan een onafhankelijke makelaar om de maatschappij te achterhalen die je groepsverzekering heeft overgenomen of vraag raad bij de Nationale Bank (02 221 21 11).

6 Kan je je kapitaal opvragen voor je 60 jaar wordt?

In principe is dit niet mogelijk, maar er zijn twee uitzonderingen.

Onder bepaalde voorwaarden kan je je kapitaal vroegtijdig opvragen om er vastgoed mee te kopen, te verbouwen of te verbeteren.

Werknemers uit bepaalde beroepsgroepen (bv. zeevarenden) kunnen het kapitaal voor hun 60ste opvragen, op voorwaarde dat ze hun wettelijk pensioen opnemen.

7 Wat als je langer moet werken dan je contract loopt?

De meeste contracten lopen tot 65 jaar, maar er zijn nog contracten die maar tot 60 lopen. In dat geval kan je aan je verzekeraar vragen om het contract te verlengen tot 65 jaar. Dit zal dan wellicht gebeuren aan de huidige voorwaarden en niet aan de vroegere, interessantere voorwaarden.

8 Moet je voor kapitaal of rente kiezen?

Bij meer dan 99,5% van de groepsverzekeringen en alle IPT’s (groepsverzekeringen op maat) heb je aan het einde van de rit de keuze tussen het kapitaal opnemen en je een rente laten uitkeren.

Kies je voor het kapitaal, dan wordt je daarop belast zoals eerder beschreven. Maar het kapitaal is dan van jou en je doet ermee wat je wilt.

Kies je voor een levenslange rente, dan krijg je die zolang je leeft, maar dan blijft er uiteraard niets over voor je erfgenamen. Wie snel overlijdt, heeft pech; wie 100 wordt, heeft geluk. Als je voor een rente kiest, word je ook anders belast. De rente die je dan jaarlijks krijgt, wordt belast tegen het progressieve belastingtarief (tot 50%, plus gemeentebelastingen). Je kan wel een belastingvermindering voor pensioeninkomsten genieten.

Wat fiscaal de beste keuze is, hangt voor een stuk af van de omvang van je kapitaal en van het feit of je nog andere inkomsten hebt. Maar de belangrijkste factor om dit te beoordelen is hoelang je nog zal leven, iets wat niet te voorspellen valt. Als algemene regel kan je stellen dat je fiscaal gezien bijna steeds beter af bent met de uitkering van het kapitaal.

WEETJE. Je kan uiteraard ook het kapitaal opvragen en dit dan bij een verzekeraar of bank naar keuze beleggen in een lijfrente met maandelijkse rente. Op die manier ben je vrij en kan je kiezen voor de bank of verzekeraar met de beste voorwaarden. Bovendien laat dit ook toe om het risico (een bank of verzekeraar kan failliet gaan) te spreiden over twee of zelfs drie partijen.

JOHAN ADRIAENS, ONAFHANKELIJK VERMOGENSPLANNER

Meer dan 50% van de werknemers heeft een groepsverzekering

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content