1. Wat is een strafregister?
In België bestaan er twee soorten strafregisters:
...
In België bestaan er twee soorten strafregisters: het centrale strafregister is een nationale gegevensbank die afhangt van het ministerie van Justitie. Het is een geautomatiseerd systeem voor de registratie, de bewaring en de aanpassing van de gegevens over strafrechtelijke vonnissen en vonnissen tot bescherming van de maatschappij het gemeentelijke strafregister. Elke gemeente beheert een strafregister van de personen die er gedomicilieerd zijn. Alle personen die in België worden veroordeeld en alle Belgen die in het buitenland worden veroordeeld, hebben een dubbel strafregister: het ene nationaal, het andere gemeentelijk. Het strafregister is vooral bedoeld om de gerechtelijke overheid (rechtbanken, politie...) te informeren over het eventuele gerechtelijke verleden van de burgers. Momenteel zijn in België ongeveer 2,5 miljoen mensen opgenomen in de gegevensbank van de Dienst van het Centrale Strafregister. Dit cijfer omvat zowel de in België veroordeelde Belgen als de in het buitenland veroordeelde Belgen én de in België veroordeelde buitenlanders. Neen. Er is geen strafregister voor elke Belg, alleen voor personen die een veroordeling hebben opgelopen. Wie een strafregister heeft en rehabilitatie krijgt, blijft een strafregister hebben, maar de gegevens die het bevat worden gewist. Hij heeft dus een blanco strafregister. Iemand krijgt een strafregister als hij of zij veroordeeld wordt tot een politiestraf, een correctionele straf of een criminele straf. Personen die ontzegd zijn uit de ouderlijke rechten en minderjarigen die door een jeugdrechtbank zijn veroordeeld hebben eveneens een strafregister. Hoe dan ook kan een strafregister pas worden geopend na een veroordeling door een rechtbank. LET OP Een automobilist die na een snelheidsovertreding een verkeersboete krijgt (minnelijke schikking), heeft geen strafregister! De minnelijke schikking die het parket voorstelt is precies bedoeld om vervolging overbodig te maken. Het openen van een strafregister heeft uiteraard een heleboel gevolgen voor het leven van de persoon in kwestie. Enkele voorbeelden: voor wie ontzegd is van zijn burgerlijke en politieke rechten, is het zinloos te solliciteren naar een functie bij de overheid. Hij zal niet aangeworven worden. voor allerlei beroepen is een bewijs van goed zedelijk gedrag vereist. Als u bijvoorbeeld met minderjarige kinderen wilt werken, vraagt de dienst burgerzaken van de gemeente (waar u het bewijs moet afhalen) automatisch het advies van de politie. Voor andere beroepen waarvoor een bewijs van goed zedelijk gedrag vereist is, kan de gemeente de politie om advies vragen maar in zulke gevallen is dit niet verplicht na een veroordeling wegens een hengel- overtreding zal het niet meevallen om een visvergunning te krijgen een persoon met een strafregister zal vaak geen paspoort krijgen er zijn specifieke reglementen die bepaalde activiteiten verbieden voor mensen met een strafregister. Ze mogen bijvoorbeeld geen drankgelegenheid uitbaten en niet als privédetective werken. Het strafregister is uiteraard bedoeld om informatie beschikbaar te stellen. Om de persoonlijke vrijheid en de bescherming van de persoonlijke levenssfeer te verzekeren, heeft de wetgever vier categorieën personen bepaald die inzage hebben in het register. Het strafregister kan - geheel of gedeeltelijk - worden geraadpleegd door: magistraten van het openbaar ministerie, onderzoeksrechters, diverse politiediensten, het bestuur en de instellingen van het gevangeniswezen, inlichtingendiensten en de speciale cel voor de behandeling van financiële informatie bevoegde overheidsdiensten (de belastingen, douane en accijnzen...) particulieren: ze kunnen via het gemeentebestuur hun eigen strafregister raadplegen. U kunt echter niet het straf- register van uw buurman raadplegen, zelfs niet dat van uw echtgenoot of kind! buitenlandse overheden, in de specifieke gevallen die in internationale overeenkomsten zijn bepaald. Sommige veroordelingen die op het straf- register komen, worden na een termijn van drie jaar automatisch uitgewist. Het gaat hier om gevangenisstraffen van maximaal zes maanden, boetes onder de 500 euro en alle verkeersboetes, ongeacht het bedrag - behalve wanneer in het vonnis een termijn of een rijverbod voor een periode van meer dan drie jaar is opgenomen. In de andere gevallen kan de betrokkene schriftelijk zijn rehabilitatie aanvragen bij de procureur des Konings van zijn gerechtelijk arrondissement. De procureur oordeelt onafhankelijk over dat verzoek. nA Laurent Smitz