6 lezers, 6 verschillende pensioenen

Niet alle gepensioneerden genieten van een comfortabele oude dag. Velen stellen zich terecht de vraag: zal ik wel toekomen? Zeker wie naar een woon-zorgcentrum verhuist. Omdat veel lezers opmerkten dat brutobedragen en gemiddelden niet veel zeggen, vroegen wij zes gepensioneerden naar hun bruto- en nettopensioen. Laat dit alvast duidelijk zijn: twee mensen met eenzelfde brutopensioen houden daar niet noodzakelijk eenzelfde nettopensioen aan over. Dat heeft te maken met tal van factoren zoals een verschillende gezinssituatie, personen ten laste, de hoogte van de solidariteitsbijdrage (als die van toepassing is). We benadrukken ook nog eens dat wie nu aan 45 loopbaanjaren komt (de jaren brugpensioen worden gelijkgesteld) een volledig pensioen krijgt. Wie deeltijds heeft gewerkt, heeft ook een deeltijds pensioen.

Frans (68 jaar)

Gehuwd met Monica. Journalist, met onderbrekingen in andere functies. 43 jaar gewerkt.

Wettelijk pensioen.

€ 2.607 bruto = € 1.878 netto, inclusief pensioenbonus en journalistenpensioen

Aanvullend pensioen: € 40.000

“Ik maak me niet te veel zorgen voor later. Als we in geldnood komen, kunnen we altijd ons vakantiehuis in Zuid-Frankrijk verkopen, dat we 20 jaar geleden hebben gekocht.”

Monica (70 jaar)

Verpleegkundige in de privésector, 36 jaar gewerkt (tot 58, de brugpensioenleeftijd in de zorgsector).

Wettelijk pensioen:

€ 1.818,25 bruto = € 1.535 netto

Aanvullend pensioen: € 16.000

“Met mijn huidig pensioen vrees ik het woon-zorgcentrum later niet te kunnen betalen.”

Robert (78 jaar)

Gehuwd met leerkracht op rust. Bediende, 42 jaar gewerkt + 5 jaar brugpensioen.

Wettelijk pensioen: € 1.862 bruto = € 1.224,77 netto

Geen aanvullend pensioen

“Hoe zal ik een verblijf in een woon-zorgcentrum kunnen betalen? Ik heb wat spaargeld, maar niet genoeg om 5 jaar (of langer) € 500 (of meer) per maand bij te leggen. Het laatste wat ik wil, is dat mijn kinderen moeten bijpassen!”

Georgette (81 jaar)

Gehuwd. Leerkracht lager onderwijs, 37 jaar gewerkt (toen een volledige loopbaan).

Wettelijk pensioen: € 3.020 bruto = € 1.976,73 netto

Geen aanvullend pensioen

“Naar Belgische normen heb ik een goed pensioen. Maar je hebt heel veel nodig als je oud wordt en naar een woonzorgcentrum moet verhuizen. Is het rechtvaardig dat ik meer pensioen heb dan het loon van mijn kleinkind dat dezelfde job doet: ik vind dat een moeilijke vraag. Jongeren hebben het niet gemakkelijk, dat besef ik wel. Zelf heb ik ook altijd aan dit loon gewerkt, dat toch lager lag dan dat van mensen in de bedrijfswereld, met als compensatie een beter pensioen, eerder een uitgestelde wedde.”

Arlette (83 jaar)

Weduwe. Bediende, 39 jaar gewerkt + 1 jaar brugpensioen na sluiting bedrijf (40 jaar was toen Arlette met pensioen ging een volledige loopbaan voor vrouwen).

Wettelijk pensioen: € 1.870 bruto = € 1.508 netto

Aanvullend pensioen: € 78.000

“Door een foutgelopen heupoperatie verblijf ik al 8 jaar in een rusthuis. Als ik enkel de dagprijs tel (momenteel € 69,40, acht jaar geleden € 62), moet ik elke maand € 2.150 betalen. In die prijs is veel inbegrepen, maar uiteraard niet mijn medicatie, dokterskosten en persoonlijke uitgaven. Naast mijn pensioen ontvang ik elke maand € 130 van de Zorgverzekering, waardoor ik gemiddeld elke maand € 800 tot € 900 van mijn spaarrekening moet halen om alle uitgaven te dekken. Gelukkig heb ik destijds met mijn aanvullend pensioen een huis op lijfrente kunnen kopen. Een huis dat al na zes jaar mijn eigendom werd en waarvan de verkoop intussen € 250.000 heeft opgebracht. Dat geld leef ik nu dus beetje bij beetje op.”

André (78 jaar)

Gehuwd. Fabrieksarbeider en vrachtwagenchauffeur, 43 jaar gewerkt (begonnen op 14 jaar, gestopt op 57 jaar).

Wettelijk pensioen: € 1.191, 51 bruto + € 879,45 bruto van zijn echtgenote (zelfstandige). Samen: € 2.070,96 bruto = € 1.621 netto

Geen van beiden heeft een aanvullend pensioen

“Momenteel komen we samen toe, dus ik klaag niet. Ik vind wel dat wij veel te veel belastingen moeten betalen. Dat degene van ons twee die zal overblijven ook nog erfbelasting op ons spaargeld zal moeten betalen vind ik bijvoorbeeld onaanvaardbaar.”