5 vragen aan Marianne De Boodt

Marianne de Boodt is juriste, gespecialiseerd in familierecht. Ze is ook actief bij Similes, een vereniging ter ondersteuning van familieleden van psychiatrische patiënten.

1 Plus Magazine: Als mensen in een RVT opgenomen worden, hebben ze vaak het gevoel dat hun privacy te grabbel wordt gegooid. Kan dit wettelijk beter opgevangen worden dan nu het geval is?

Marianne De Boodt: “Ik denk dat het belangrijk is dat de medewerkers van de voorziening er rekening mee houden dat bewoners zich tijdens hun verblijf in hun privacy bedreigd kunnen voelen. Overleg hierover lijken me van zeer groot belang. Het is ook nodig de bewoner er zoveel mogelijk bij te betrekken als er informatie over zijn gezondheid wordt uitgewisseld met zorgverleners en gezinsleden en ook zijn expliciete toestemming daartoe te vragen. Het bevordert het zelfwaardegevoel van de bewoner. Het is ook zinvol samen met de bewoner te bekijken wie zijn vertrouwenspersoon en vertegenwoordiger zouden kunnen zijn in het geval hij zelf zijn rechten niet meer kan uitoefenen. Waarom zouden zorgverleners bewoners niet uitnodigen om tijdig keuzes in dit verband te maken en de nodige documenten in te vullen?”

2 Duiden patiënten vaak een vertegenwoordiger aan voor beslissingen over hun gezondheid of weten ze meestal niet dat ze dat kunnen? En wie wordt dan meestal aangeduid?

Het wordt bijzonder weinig gedaan. Ik denk dat veel ouderen zelfs niet weten dat ze die mogelijkheid hebben. Ook medewerkers van voorzieningen en ziekenfondsen kennen deze documenten te weinig. Mensen die het wel doen, duiden meestal iemand aan uit hun gezin, maar als de relaties met de gezinsleden niet goed zijn, wordt een vertrouweling aangewezen buiten de familie.

3 Voor de vertegenwoordiging op het vlak van de goederen bestaan er veel juridische mogelijkheden. Wat vindt u de meest werkbare?

Soms is een lastgeving voldoende. Het voordeel – maar tegelijk misschien ook het nadeel – is dat er geen rechtbank in tussenkomt. Het is een privéregeling tussen twee mensen, die onderling afspraken maken over het te voeren goederenbeheer. Uiteraard kan dit alleen maar in het grootste vertrouwen. Als het misloopt omdat er wantrouwen groeit of omdat de last-hebber zelf onverantwoorde beheersdaden stelt, kan worden overgegaan tot een voorlopige bewindvoering. Dit geeft een grote bescherming, maar is ook zeer ingrijpend in het leven van de oudere.

4 Waar zitten volgens u nog de grootste knelpunten in de wetgeving op de vertegenwoordiging?

De voorlopige bewindvoering door professionelen gebeurt nog te vaak op een te afstandelijke manier, zonder inspraak en overleg met de beschermde persoon. Dat is jammer. Men beseft soms te weinig hoe ingrijpend het is als je eigengoederenbeheer wordt afgenomen en hoezeer de beschermde persoon betrokken en geïnformeerd wil worden over de stand van de rekeningen en de resultaten van de beleggingen.

5 Sinds 2002 is er de Wet op de patiëntenrechten. Doen patiënten daar effectief een beroep op?

Ik denk dat vooral de regeling van de inzage in het medisch dossier het meest gebruikt wordt. Maar ook de klachtenbehandeling in de ziekenhuizen en de ambulante zorgverlening zijn beter geregeld.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content